STIJN MEURIS ASTRONOMIE
Als kind was ik al gefascineerd door de sterren. Iedereen leert op school over het zonnestelsel en moet het rijtje planeten uit het hoofd kennen, maar voor mij was dat maar het begin. Ik heb me daar echt volledig op gestort. Als mijn vrienden ’s nachts op stap gingen in de cafés van Neerpelt, zat ik liever met mijn kameraad Lucas – nog steeds onze lichtman en een fervent amateurastronoom – aan de overkant van het kanaal naar de sterren te kijken. In een zelfgebouwde sterrenwacht, een oude schuur van mijn grootvader waarvan we het dak konden openschuiven. Ik zat zelfs in de Vlaamse Vereniging voor Sterrenkundigen en ging naar die bijeenkomsten. Als zestienjarige is dat best verwarrend, want ik was op dat moment ook al met muziek bezig. Twee totaal verschillende dingen, al zou je met een wel heel flauw grapje kunnen zeggen dat het allebei om sterren draait. En toch ben ik géén astronomie gaan studeren: dat was me te theoretisch en vooral te wiskundig. Aangezien ik bijzonder, ja zelfs legendarisch slecht was in wiskunde, was dat gewoon niet aan de orde.
Het is me altijd om het sterrenkijken zélf te doen geweest. Ik zie het als een soort droomwereld, weliswaar één die ik heel ernstig neem en waar ik graag over lees. Het is enorm rustgevend om in het donker, helemaal alleen in het veld, door mijn telescoop naar de sterren te turen – ik durf gerust te zeggen dat het het enige rustgevende is in mijn leven. Ik krijg nog altijd kiekenvlees als ik naar de wolken van Jupiter kijk of de ringen van Saturnus. Dat ik dát kan zien vanuit mijn tuin in het Limburgse Kermt! Dé uitdaging nu voor mij is de zogenaamde Deep Space astronomy, de ruimte die nog verder ligt dan ons eigen zonnestelsel. Dat heeft voor mij zelfs iets spiritueels. Ik ben een atheïst van het zuiverste water, maar als je daarmee bezig bent, krijg je een zeker Inzicht, mét hoofdletter. Dan gaat het om de moeder aller vragen: ‘Zijn wij alleen?’
Als je een beetje je weg kent in de kosmos, kan je niet anders dan besluiten dat het puur statistisch gezien onmogelijk is dat we alleen zijn. Wat niet wil zeggen dat ik in ufo’s geloof, dat is pure sensatie. Het heeft voor mij evenmin iets met religie te maken, tenzij je het geloof in de kosmos en in de zwaartekracht een religie wil noemen. Terwijl je dit leest, spelen er zich overal in het heelal dingen af die zo omvangrijk zijn dat je er enkel ontzag voor kan hebben. Dat wij ons op onze planeet, die letterlijk niet meer is dan de third rock from the sun, druk maken om alles, doet er helemaal niet toe. Als er hierboven een komeet beslist om onze richting uit te wentelen, dan is het hier meteen gedaan. Dat kan binnen de twee minuten gebeuren, of pas binnen 50 miljoen jaar, het is puur toeval. De meeste mensen vinden dat een akelige gedachte, ik vind dat net heel zinvol en bescheiden. Daarnaast kan ik me steeds opnieuw verwonderen over het feit dat ik door mijn telescoop eigenlijk terugkijk in de tijd. Gewoon al naar Mars kijken, brengt je een kwartier terug: dan zit je gewoon midden in Einsteins theorie dat tijd gelijk is aan ruimte.
Maar verder sta ik met beide voeten op de grond. Ik kan ervan genieten als ik in een vreemd land een mooie sterrenhemel zie – België is door de lucht- en lichtvervuiling niet echt de gedroomde uitvalsbasis van een amateurastronoom – maar mijn passie voor de sterren zal me niet heel de wereld doen afreizen. Ik ben geen nerd die enkel ’s nachts leeft en miljoenen aan apparatuur spendeert om een zelfontdekte planetoïde zijn naam te geven. Maar ik blijf graag bij met nieuwe theorieën en kan úren bladeren in een boek met sterrenkaarten. Voor een leek zijn dat niet meer dan stipjes, voor mij is dat de wegenkaart van het heelal, de Michelingids van de astronomie. Ik zie mezelf later ook best met mijn hele collectie voor de open haard zitten, op mijn sloffen en met een goed glas whisky. Misschien zelfs in Australië, een paradijs voor astronomen. Ik wil er later meer mee bezig zijn. En eerlijk gezegd, een komeet met de naam Meuris… het hééft wel iets.
‘Ik krijg nog altijd ‘kiekenvlees’ als ik naar de wolken van Jupiter kijk of de ringen van Saturnus. Dat ik dát kan zien vanuit mijn tuin!’
Stijn Meuris is zanger van Monza. In het najaar geeft hij in ‘Stijn en de sterren’ opnieuw lezingen over zijn passie voor astronomie.
Opgetekend door Barbara De Coninck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier