Waarom ‘Oppenheimer’ dé film over de bom wordt
Christopher Nolan is niet vies van groots spektakel, maar voor zijn nieuwe film heeft hij naar eigen zeggen het meest dramatische moment uit de menselijke geschiedenis gekozen.
‘Of je dat nu leuk vindt of niet, Robert Oppenheimer is de belangrijkste mens die ooit heeft geleefd’, aldus Christopher Nolan. ‘Hij heeft de wereld waarin we leven gemaakt. Je moet zijn verhaal zien om het te geloven.’ Dus zorgt Nolan, regisseur van spektakelstukken en hersenbrekers als de Dark Knight-trilogie, Inception en Interstellar, dat u dat verhaal kunt zien. In dat verhaal zit volgens Nolan ‘het meest dramatische moment in de geschiedenis’.
De man over wie het hier gaat, J. Robert Oppenheimer, staat bekend als de vader van de atoombom. De Amerikaanse fysicus voerde het legertje briljante wetenschappers aan dat tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het geheime Manhattanproject werkte. Het doel: vóór nazi-Duitsland het eerste kernwapen ter wereld ontwikkelen. ‘We zitten in een race met de nazi’s’, zegt Oppenheimer (vertolkt door Cillian Murphy) in de film. ‘En ik weet wat het betekent als de nazi’s een bom hebben.’ (Hij was zelf immers Joods.)
Op 16 juli 1945 brachten Oppenheimer en zijn team in de woestijn van New Mexico de plutoniumbom Trinity tot ontploffing. Drie weken later werd uraniumbom Little Boy op de Japanse stad Hiroshima gedropt, nog eens drie dagen later verwoestte plutoniumbom Fat Man Nagasaki. De schattingen van het aantal slachtoffers lopen enorm uiteen, van ruim honderdduizend tot meer dan het dubbele, sowieso enorme aantallen. En dat is dan nog zonder diegenen die later aan de gevolgen van de straling overleden. Zes dagen later capituleerde Japan en kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Maar vier jaar later liet de Sovjet-Unie ook een kernbom ontploffen. De atoomwapenwedloop van de Koude Oorlog was begonnen en decennialang was de dreiging van een kernoorlog een fact of life. Christopher Nolan zelf bijvoorbeeld, geboren in 1970, was er als adolescent van overtuigd dat hij en zijn vrienden zouden sterven in een nucleaire holocaust, zo vertelde hij onlangs aan Wired.
Robert Oppenheimer werd na de oorlog een pleitbezorger van internationale controle op kernenergie om nucleaire proliferatie en een nucleaire wapenwedloop met de Sovjet-Unie te vermijden. Zijn standpunten vielen niet in goede aarde bij sommige overheids- en militaire instanties in de VS. Tijdens het mccarthyisme kwam ook hij onder vuur te liggen en in 1954 werd zijn security clearance ingetrokken.
Met dat meest dramatische moment bedoelt Nolan overigens niet de vernietiging van die twee Japanse steden, maar die eerste geslaagde nucleaire explosie: de Trinitytest. ‘In de aanloop naar die test’, aldus de regisseur, ‘moesten Oppenheimer en zijn ploeg rekening houden met de zeer kleine kans dat ze de atmosfeer in brand zouden steken en dus de hele planeet vernietigen. Er was géén mathematische of theoretische grond op basis waarvan ze die mogelijkheid, hoe klein ook, volledig konden uitsluiten. En toch drukten ze de knop in. Ik wil de kijker meenemen naar dat ongelofelijke moment. Ik wil dat hij aanwezig is wanneer de knop wordt ingedrukt.’
Getrouw aan zijn reputatie zag Nolan het niet zitten om die befaamde test met computerbeelden na te bootsen. Niet dat hij een heuse kernbom liet ontploffen, zoals hier en daar rondgaat op het internet, maar wel daagde hij zijn special-effectsvirtuozen Scott Fisher en Andrew Jackson uit om de kernexplosie en de bijbehorende paddenstoelwolk te imiteren zonder cgi. ‘De uitdaging was analoge methodes te vinden om de dreiging, het ontzagwekkende en de afgrijselijke schoonheid van de Trinitytest op te roepen’, schrijft Nolan in de productienotities van de film. ‘Die beelden hebben iets visceraals, iets tactiels.’ De bom wordt haast tastbaar voor u, dat is de bedoeling.
Het lijkt erop dat dat wel eens gelukt zou kunnen zijn. In Wired legde Nolan zelf al uit dat sommige mensen die de film al hebben gezien, compleet kapot ervan buiten komen. ‘Ik liet de film recent ook zien aan een collega. Hij zei dat het een beetje een horrorfilm is. Ik ben het niet oneens met hem. Toen ik de film afmaakte, begon ik te voelen dat er een kleur in zit die je niet in mijn andere films vindt: gewoon duisternis. De duisternis zit in Oppenheimer. De film vecht daartegen.’
Dat is duidelijk ook het aanvoelen van Kai Bird, Pulitzerwinnaar en een van de auteurs van American Prometheus: The Triumph and Tragedy of J. Robert Oppenheimer, de biografie waarop Nolan zich baseerde. Hij heeft de film al gezien. ‘Ik ben momenteel verbijsterd’, reageerde hij. ‘Ik ben er emotioneel van aan het herstellen. Ik denk dat de film een verbazingwekkende artistieke prestatie zal blijken en hoop dat hij tot een nationaal, zelfs een wereldwijd debat zal leiden over de zaken waar Oppenheimer zo wanhopig over probeerde te praten.’
Nog een week en Nolans bom gaat af.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier