Vijf suggesties voor Guillermo del Toro’s ‘Cabinet of Curiosities’ van horrorminnende Belgen
Net voor Halloween lost Netflix Guillermo del Toro’s Cabinet of Curiosities, een anthologiereeks waarin de regisseur van Pan’s Labyrinth, Nightmare Alley, The Shape of Water en binnenkort een nieuwe Pinocchio horrorverhalen presenteert, geregisseerd door andere makers van het betere huiverwerk. Wij vroegen vijf bibberende Belgen welk verhaal zij Del Toro graag zouden zien bewerken, en wat hen zelf vrees aanjaagt.
1. Clara Cleymans
Muzikante en actrice Clara Cleymans, nu te zien in het nieuwe seizoen van Mijn slechtste beste vriendin, speelde enkele jaren geleden de hoofdrol in de Vlaamse zombiefilm Yummy (zaterdag op VTM 3). Zij zou Del Toro het archetype van The Joker aanraden.
Clara Cleymans: Mijn nachtmerries zouden ook een goede inspiratiebron voor Del Toro zijn. Ze zijn soms héél griezelig en zelfs bloederig! Maar doe toch maar Victor Hugo’s L’homme qui rit (dat in een ver verleden al meermaals verfilmd is, nvdr.). Het begin alleen al is huiveringwekkend. Kindersmokkelaars laten Gwynplaine, een tienjarig jongetje, achter. Door een verminking lijkt het alsof hij immer glimlacht. Op zoek naar een plek om de nacht door te brengen vindt hij nabij een galg een dode vrouw met een levende baby in haar schoot. Hij neemt de baby mee en ze komen terecht bij een filosofische vagebond met een tamme wolf die Homo heet. Die wolf is de enige met wat menselijkheid. Alle mensen zijn beestachtig. De mens is verrot, stelt het boek. Iedereen in elk milieu is verrot. De bourgeoisie wordt uit verveling sadistisch.
Het doet aan The Joker denken.
Cleymans: Dat is geen toeval. Gwynplaine is de oerversie van de Joker. De thematiek verschilt wel lichtjes. The Joker wil aanvaard worden in de maatschappij maar heeft vooral succes als duistere misdaadfiguur. Gwynplaine begint als acteur maar vanwege zijn lach ziet het publiek niet meer dan een hilarische nar. Niet hij is wreedaardig maar alle mensen die hem omgeven. Hugo schreef geen horror maar een gitzwarte tragedie.
Het bangst heeft The Blair Witch Project mij gemaakt.
Verfilm je het zelf of laat je de regie liever aan een grootmeester over?
Cleymans: L’homme qui rit barst van de onwaarschijnlijke beelden, zotte gebeurtenissen en donkere wrangheid. Ik denk dat je een grootmeester als Del Toro nodig hebt om er een duistere maar heel mooie film van te maken. Geniaal hoe hij in Pan’s Labyrinth de door een gruwelijke realiteit gevoede angsten van een kind omzet in een fantasiewereld.
Van welke horrorfilm was je niet goed?
Cleymans: Tot typische horror voel ik me niet aangetrokken. Ik kan daar niet goed tegen, ik droom daar slecht van. Niet noodzakelijk in de nacht die volgt op de film: weken later kan een beeld of een idee opduiken in mijn dromen. Sommige mensen vinden het leuk om bang gemaakt te worden. Ik hou van regisseurs die meer willen brengen dan enkel dat soort entertainment. The Witch van Robert Eggers. The Shining van Stanley Kubrick.
Het bangst heeft The Blair Witch Project mij gemaakt. Amerikaanse horror is me vaak te expliciet maar daar is bijna alles suggestie. Door te doen alsof alle beelden zijn teruggevonden op een homevideocamera leek het net echt. Dat wil ik nooit meer meemaken.
2. Mati Drome
Dj en kunstenaar Mati Drome ontleende zijn naam aan David Cronenbergs Videodrome en noemde zijn gothic partyconcept Drag Me to Hell, naar de cultfilm van Sam Raimi. Maar als hij bij Del Toro een verhaal zou mogen pitchen, is het Candyman.
Mati Drome: Candyman (een verfilming van een kortverhaal van Clive Barker, nvdr.) gaat over een urban legend met een zwarte man die in het negentiende-eeuwse Chicago verliefd wordt op een witte vrouw. Als die zwanger wordt, jaagt haar vader hem uit wraak op naar de arbeiderswijken van de stad, waar hij doodgemarteld wordt (bijen, aangetrokken door de honing die de meute op hem gesmeerd heeft, steken hem dood, nvdr.). Sindsdien gaat het verhaal dat als je vijf keer ‘candyman’ in de spiegel zegt, hij achter je verschijnt en je vermoordt.
Mijn babysitter liet me de eerste film, uit 1992, zien. Bleek niet meteen iets voor een jongetje van zeven. Ik was jarenlang bang van spiegels. (lacht) In die film doet een studente onderzoek naar de legende in Cabrini-Green, een verloederde en gevaarlijke arbeiderswijk in Chicago. Candyman gaat dus ook over sociale klasse en racisme. Dat vind ik zo leuk aan horrorfilms: ze kunnen op een entertainende manier politieke thema’s aansnijden. Onderwerpen die misschien niet gefinancierd zouden worden door grote filmstudio’s, tenzij verpakt als ‘een griezelige film voor de kids’.
Mijn babysitter liet me Candyman zien. Bleek niet meteen iets voor een jongetje van zeven.
Wie krijgt de hoofdrol?
Mati Drome: Candyman wordt in die eerste film gespeeld door Tony Todd en ik kan me niet voorstellen dat iemand anders die rol zou vertolken. Ik wil hem eens in het echt zien om er zeker van te zijn dat hij niet écht een monster is.
Welke film durf je niet te bekijken?
Mati Drome:The Birds. Ik ben bang van vogels. Toen ik acht was, zag ik een gewonde kraai op de weg. Ik besloot thuis een doos te halen en hem te verzorgen. Toen ik achterom keek, was hij achter me aan gevlogen en wilde hij in mijn nek landen. Ik verschoot zo hard dat ik huilend naar huis ben gefietst. Maar ik was zijn laatste hoop. We hadden vrienden kunnen worden.
Wat is je favoriete horrorpersonage?
Mati Drome: Pinhead uit de Hellraiser-films. Als je een puzzel op de juiste manier oplost, neemt hij je mee naar de hel om je te martelen. Hij zegt dat het fantastisch gaat zijn en dat hij je zo lang mogelijk in leven zal houden zodat je de ‘exquisite pains’ ten volle kunt beleven – geniaal. De esthetiek van Pinhead leunt aan bij Drag Me to Hell. Trouwens: op 29 oktober, net voor Halloween, geven we een DMtH-feestje in DeStudio in Antwerpen. Doen we elk jaar. Halloween is zo’n beetje onze Kerstmis.
Naar verluidt ontdekte je op Halloweenfeestjes hoe graag je je verkleedt. Intussen staat een witgeschilderde kop bijna synoniem voor ‘Mati Drome’.
Mati Drome: Op mijn allereerste feestje had ik een duivelpakje aan dat mijn oma voor mij had gemaakt. Ik herinner me nog dat ik op de grond in de confetti rolde met muziek op de achtergrond en dacht: dit wil ik voor de rest van mijn leven doen. Little did I know.
3. Jonas Govaerts
Regisseur Jonas Govaerts terroriseerde scouts in horrorfilm Welp en Dimitri Vegas in actiekomedie H4Z4RD. Tuurlijk heeft hij ideeën genoeg voor Del Toro’s horroranthologie.
Jonas Govaerts: Ik zou in de twee verhalenbundels duiken die me aan mijn diploma geholpen hebben. In blinde paniek – ik had geen idee voor mijn afstudeerfilm – botste ik in 2003 op Black Leather Required van David J. Schow, stamvader van de splatterpunk (die horror injecteerde met een portie nihilisme, realisme en rauwheid, nvdr.). Door verder te zoeken op splatterpunk vond ik Scars and Other Distinguishing Marks van R.C. Matheson, zoon van Richard Matheson, die zombieklassieker I Am Legend schreef. Mobius, zijn kortverhaal over de ondervraging van een seriemoordenaar, werd mijn eindwerk. We raakten bevriend en ik heb nadien nog twee verhalen van R.C. verfilmd.
Aan welk verhaal denk je concreet?
Govaerts: Schows Where the Heart Was is een geweldig zombieverhaal. In een trailerpark vermoorden een vrouw en haar minnaar haar echtgenoot. Maar die keert steeds weer terug. Ze versnijden hem in almaar kleinere stukjes maar hoe kleiner hij wordt, hoe gevaarlijker hij blijkt. In zombiefilms gebeurt normaal het omgekeerde: de bedreiging vergroot naarmate er méér zombies opduiken.
Ik sta ervan te kijken hoe griezelig The Exorcist na al die jaren nog altijd is.
Welke filmsterren mogen zich aan stukken laten snijden?
Govaerts:Zo’n anthologie is een goed excuus om oude horrorlegendes op te vissen. Dus doe mij maar Jeffrey Combs of scream queen Barbara Crampton uit Re-Animator of Bruce Campbell uit The Evil Dead.
Er zal dus mogen gelachen worden?
Govaerts: Mijn grote liefde voor film startte met films als Evil Dead 2, Braindead en Dellamorte dellamore. Dat was niet alleen leuk om naar te kijken maar ook zichtbaar leuk om te maken. Instinctief trok me dat aan. Maar de formule is delicaat. Humor en horror versterken elkaar als de balans goed zit, anders schakelen ze elkaar uit. Echt goeie horrorkomedies zijn daarom zeldzaam. Weet je wie trouwens een absolute meester is in humor om de scares des te harder te laten aankomen? Guillermo del Toro.
Je bent gepokt en gemazeld in het genre. Komt het nog voor dat een horrorfilm jou de stuipen op het lijf jaagt?
Govaerts: Neen. Ik schrik zelden nog. Als het toch gebeurt, dan wil ik de film meteen nog eens zien om de mechaniek te ontleden. Ik sta er wel van te kijken hoe griezelig The Exorcist na al die jaren nog altijd is, ook al heb ik geen christelijk botje in mijn lijf. Ik weet niet wat William Friedkin daar uitgespookt heeft maar dat is meer dan wat mechaniek.
4. Fabrice Du Welz
Geen Belg zette vaker bloederige horror en waanzin om in bezwerende filmpoëzie dan Fabrice Du Welz, regisseur van Calvaire, Vinyan en Alléluia. Als Del Toro hem zou vragen, zou hij zelf graag de peetvader van de horror verfilmen.
Fabrice Du Welz: Ik droom er al sinds mijn adolescentie van om The Narrative of Arthur Gordon Pym of Nantucket te verfilmen, de enige roman van de Amerikaanse gigant Edgar Allan Poe. Opgejut door straffe zeemansverhalen en verteerd door de zucht naar avontuur klimt de jonge Arthur daarin als verstekeling aan boord van een walvisvaarder, waarop hij van het ene huiveringwekkende avontuur in het andere tuimelt. Ik blijf hopen op een film die zo veel succes heeft dat ik daarna Arthur Gordon Pym kan draaien.
Welk effect had Poe op de jonge Fabrice?
Du Welz: Poe was de grootste romantische dichter van zijn tijd. Ik was in de ban van figuren zoals hij en Baudelaire, die trouwens die roman naar het Frans vertaald heeft. Poes onwaarschijnlijke donkerte fascineert me, zijn krachtige verbeelding sleurt me mee. Bijna al zijn gedichten en kortverhalen bevielen me maar van Arthur Gordon Pym raakte ik in trance. In mijn herinnering werd ik er écht koortsig van.
In mijn herinnering werd ik als jonge gast écht koortsig van Poes roman.
Wat vind je er zo bezwerend aan?
Du Welz: Het is grote literatuur én een avonturenverhaal boordevol actie. Jules Verne maar met een machtige, huiveringwekkende, mysterieuze dimensie. Zo ontdekken ze op een gegeven moment een land waar zeer vreemde mensen met kannibalisme flirten. Het boek is pure survival maar tegelijk is het een initiatieroman met aardrijkskundige mysteries, de gruwelijke geheimen van de oceaan en vreemdsoortig leven. En dat alles komt samen in een zotte poëzie. Niet voor niets waren de Franse en Belgische surrealisten in de jaren dertig gek op dat boek.
Wie is jouw ideale Arthur Gordon Pym?
Du Welz: De Leonardo DiCaprio uit de tijd van de The Basketball Diaries en What’s Eating Gilbert Grape? De jonge Timothée Chalamet? Het probleem is dat Arthur een jaar of vijftien is. Ik denk dat je haast verplicht bent om via een wilde casting op zoek te gaan naar nieuw talent.
Maar eerst die hit regisseren.
Du Welz: Exact. Ik ben gemotiveerder dan ooit om te veranderen en populairdere films te maken zonder mezelf te verloochenen. Mijn volgende film, Maldoror, is vrij geïnspireerd op de affaire-Dutroux en kijkt door de ogen van een jonge rijkswachter naar de politieoorlog. Daarnaast broed ik op een project over de rubberepisode vóór Congo een Belgische kolonie werd. Geen cineast heeft die vergeten geschiedenis al durven op te rakelen. Het is hallucinant wat er in die periode van totale straffeloosheid allemaal is gebeurd.
5. Jan Verheyen
Jan Verheyen schat de kans dat hij door Del Toro gevraagd wordt ongeveer zo hoog in als dat de maan van koers verandert en op de aarde botst.
Jan Verheyen: Maar in dat geval suggereer ik verfilmingen van The Lottery van Shirley Jackson (1949) en The Monkey’s Paw van W.W. Jacobs (1902), twee kortverhalen uit mijn verzameling anthologieboeken die ik als tiener heb gekocht (en die allebei lang geleden al verfilmd werden, nvdr.). Ik heb die onlangs van zolder gehaald omdat mijn zestienjarige dochter, ook een horrorliefhebber, erachter vroeg. Ze bleken wonderwel overeind gebleven.
Voor Del Toro dacht ik aan twee verhalen die ik als tiener las: The Lottery en The Monkey’s Paw.
The Lottery vertoont nogal wat parallellen met The Hunger Games en nog meer met The Wicker Man. Het gaat over een klein dorp waar eenmaal per jaar iemand wordt uitgeloot en tijdens een ceremonie op het dorpsplein geofferd. Ik ben grote fan van The Wicker Man en folkhorror. Jackson schrijft op zeer beklemmende wijze over die kleine dorpsgemeenschap, en hoe men naar die ceremonie toeleeft. The Monkey’s Paw lijkt dan weer op Stephen Kings Pet Semetary. Met dit verschil dat het hier over radeloze ouders gaat die hun zoon in een vreselijk ongeval hebben verloren. Ze krijgen de kans om een wens te doen. Uiteraard wensen ze hun zoon terug. Een paar avonden later staat iets wat ooit hun zoon is geweest voor de deur. Jacobs heeft een heel efficiënte, sobere en meeslepende vertelstijl.
Nog andere horror die je recent van je sokken blies?
Verheyen: The Sadness (2021), een – hou je vast – Taiwanese zombiefilm. Tijdens de lockdown gemaakt door de jonge Canadees Rob Jabbaz, die in Taiwan woont en werkt. Het is ontzettend moeilijk om binnen het zombiegenre nog fris uit de hoek te komen. Jabbaz draaide een film die niet alleen spannend en extreem gory, maar ook ontzettend virtuoos gemaakt is. Een andere is Becky (2020), over een neonazi die uit de gevangenis is ontsnapt en met enkele kompanen terechtkomt in een huis waar hij ooit een sleutel heeft verstopt. Ze stuiten daar op de dertienjarige dochter des huizes, Becky, die hun ergste nachtmerrie blijkt. Het is een simpel home invasion-wraakverhaal, en toch vond ik dit een revelatie. Vooral omdat de Amerikaanse komiek Kevin James, de schlemiel uit Grown Ups, een onwaarschijnlijk straffe schurkenrol neerzet als een kaalgeschoren en bebaarde neonazi.
Guillermo del Toro’s Cabinet of Curiosities
Nu te zien op Netflix.
- Clara Cleymans
- Robert Eggers
- Stanley Kubrick
- Mati Drome
- Sam Raimi
- Clive Barker
- Jonas Govaerts
- Richard Matheson
- Barbara Crampton
- Bruce Campbell
- Guillermo del Toro
- William Friedkin
- Fabrice Du Welz
- Edgar Allan Poe
- Arthur Gordon Pym
- Timothée Chalamet
- Jan Verheyen
- Shirley Jackson
- Rob Jabbaz
- Guillermo del Toro’s Cabinet
- Netflix
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier