Tv-tip: ‘Miller’s Crossing’, een meesterwerk van de Coen-broers (22.00u, Canvas)
Een briljante misdaadfilm van de broers Joel en Ethan Coen (‘The Big Lebowski’, ‘Fargo’) over een trouwe, maar finaal misbegrepen gangsteradviseur die zichzelf een intrige te ver waagt. Ook subliem: het eigen taaltje dat gehanteerd wordt.
Vrijdag 30/9, 22.00, Canvas
‘Nothing more foolish than a man chasin’ his hat.’ Dat moet je de Coen-broers geen twee keer zeggen. In Miller’s Crossing, de derde film uit hun unieke oeuvre, is de hoed van Gabriel Byrne haast een personage op zich.
Dit donkere, met coole ironie verfilmde verhaal over macht, loyaliteit en rivaliteit tussen Ierse en Italiaanse gangsters speelt zich af – veelal in stemmige interieurs – in de VS anno 1929, de tijd van de drooglegging. En zoals dat een noir betaamt, barst de strijd los wanneer twee mannen, Tom Reagan (Gabriel Byrne) en Leo (Albert Finney), verliefd worden op dezelfde vrouw, Verna (Marcia Gay Harden). Dat Reagan de trouwe luitenant is van Leo, een Ierse gangsterbaas en politicus, maakt het allemaal nog wat ingewikkelder. De gemoederen raken pas echt verhit wanneer Reagan gaat werken voor de rivaliserende gangster Johnny Caspar (Jon Polito). Als eerste opdracht moet hij ‘Schmatte’ (John Turturro) vermoorden, een sjoemelende bookmaker die ook de broer is van Verna, met wie hij een affaire begonnen is.
De hele film lang vuren de personages hun hard-boiled teksten af, met zelf verzonnen frasen als ‘Don’t smart me!’. Niet toevallig kennen de Coens de detectiveromans van Dashiell Hammett, de man die The Maltese Falcon schreef, als hun broekzak. Evenmin toevallig stonden zowel Hammetts Red Harvest als zijn The Glass Key model voor Miller’s Crossing. En al helemaal niet toevallig is dat stijl in dit briljante eerbetoon even belangrijk is als de raadselachtige intrige.
Al in de openingsgeneriek van deze schrandere persiflage zweeft een zwarte fedora door een bos en in de rest van de film blijven de Coens zich met fetisjistisch genoegen op hoofddeksels storten. Over de symboliek achter al die hoeden zijn de Coens altijd vaag gebleven. Zelfs Gabriel Byrne, wiens personage de hele film lang als een menselijke boksbal fungeert, werd niet veel wijzer toen hij er tijdens de opnames naar vroeg. ‘Mmm, hmm’, was het laconieke antwoord van de broers. Het kan dat de Coens gewoon Mohammed Ali’s uitspraak van voor zijn kamp tegen Floyd Patterson in het achterhoofd hadden: ‘I’ll beat him so bad he’ll need a shoehorn to put his hat on.’ (LJ)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier