Tim Mielants en Cillian Murphy over ‘Steve’: ‘We inspireren elkaar’

Tim Mielants en Cillian Murphy op de set van ‘Steve’ © Robert Viglasky/Netflix
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Na Peaky Blinders en Small Things Like These vervolmaken Cillian Murphy en Tim Mielants hun hattrick met Steve, een driftig kostschooldrama. Op visite bij de Ierse Oscarwinnaar en zijn favoriete, Belgische sparringpartner. ‘Het was een kwestie van het momentum vast te houden.’

Sommige samenwerkingen voelen bijna onvermijdelijk, alsof ze pas écht volledig worden door samen op de set te staan. Voor Cillian Murphy (49) en Tim Mielants (45) lijkt dat het geval. Het begon bij het derde seizoen van Peaky Blinders – waarin Mielants de Netflixreeks een visueel brutaal en psychologisch donker elan gaf, en Murphy als ganglord Tommy Shelby zijn definitieve televisietrofee binnensleepte. Anderhalf jaar geleden volgde de delicate Ierse dorpskroniek Small Things Like These, en nu slaan ze opnieuw de handen in elkaar met Steve: een koortsig kostschooldrama dat in Toronto werd ontvangen als een van de onverwachte hoogtepunten van het festival.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Daarin speelt Murphy niet enkel de titelrol – een idealistische leraar in een Britse hervormingsschool in de jaren 90, die door de werkdruk en de sluiting die het instituut boven het hoofd hangt zelf nauwelijks stabieler blijkt dan de jongeren die hij onder zijn hoede heeft. Murphy is ook producent van de film. Samen met auteur Max Porter, die zijn eigen novelle Shy tot scenario herwerkte, tilde Murphy het project van de grond. Het resultaat ziet eruit als een mix van rauw Brits realisme à la Alan Clarke en de manische energie van Danny Boyle’s Trainspotting, gelardeerd met korrelige pseudodocumentaire beelden, dolende handheldcamera’s en verstilde momenten van ontwrichtende intimiteit. Op de tonen van driftige drum-’n-bass.

Sinds zijn Oscarwinst vorig jaar voor Oppenheimer – Christopher Nolans biopic over de vader van de atoombom – behoort Murphy officieel tot de Hollywood-eredivisie. Maar de flegmatieke Ier met de ijsblauwe ogen en de gebeeldhouwde jukbeenderen blijft een acteur die weigert zichzelf te herhalen. Al sinds Danny Boyle hem begin jaren 2000 lanceerde tussen de hondsdolle zombies in 28 Days Later, via zijn samenwerkingen met Ken Loach (het Gouden Palm-winnende oorlogsdrama The Wind That Shakes the Barley) tot zijn langdurige partnerschap met blockbusterkoning Nolan (Batman Begins, The Dark Knight, Inception, The Dark Knight Rises, Dunkirk, Oppenheimer), heeft hij de reputatie van een kameleon opgebouwd: elegant, gevaarlijk, aaibaar en dreigend tegelijk. Dat hij pas rond zijn vijftigste écht de status van leading man heeft bereikt, terwijl hij jarenlang gold als karakteracteur, maakt zijn carrière des te intrigerender.

© Robert Viglasky/Neflix

Mielants zelf is intussen ook veel meer dan ‘de Belg die Peaky Blinders mee groot maakte’. De Antwerpenaar showde zijn talent op eigen bodem met de langspelers De Patrick en Wil, en bouwt aan een internationale carrière die nauwelijks nog landsgrenzen kent. Hij draaide in de VS, in Ierland, en maakt intussen films die tegelijk literair, maatschappelijk en cinematografisch eigenzinnig zijn. Small Things Like These, gebaseerd op Claire Keegans roman over een kolenhandelaar die stoot op misbruik in een katholiek klooster, was een stille storm die op festivals bekroond werd. Steve – met bijrollen voor Tracey Ullman en Emily Watson – is de luide, vurige, vuilbekkende tegenhanger, waarin empathie en anarchie hand in hand gaan.

Hun samenwerking lijkt steeds opnieuw te draaien om het onmogelijke evenwicht tussen tederheid en geweld, tussen sociaal realisme en bijna groteske humor. Steve – geproduceerd door Netflix – is daarvan misschien wel de meest extreme uitdrukking: een film die je het ene moment laat grijnzen om een oneliner van een van de balorige tieners, en het volgende naar adem doet happen bij een explosie van puberale woede. Wat Murphy en Mielants delen, is een geloof dat cinema tegelijk litteken en balsem kan zijn en dat je, om de menselijke pijn te begrijpen, ook de lach niet mag wegsnijden.

© Robert Viglasky/Netflix

‘Cillian werkte samen met Max Porter aan het scenario, terwijl ik nog volop in de postproductie zat van Small Things Like These’, zegt Mielants, wanneer we de stilaan onafscheidelijke Belgisch-Ierse tandem ontmoeten in hartje Londen. ‘Ik kreeg het script en dacht: hoe begin ik hier aan? Small Things zat onderhuids vol stiltes en subtekst. Steve was het tegenovergestelde: luid, expliciet, bijna barok. Alsof ik van een ijsberg vol stilte naar een kathedraal van ijsbergen boven het oppervlak ging. Ik wist eerlijk gezegd niet hoe ik eraan moest beginnen.’

Maar toch vond je uiteindelijk de ingang?

Tim Mielants: (knikt) Door drie dingen. Ten eerste mijn documentaireachtergrond. In die periode keek ik veel naar beelden die ik zelf als kind had gemaakt. Mijn vader kreeg alzheimer, ik had mijn broer verloren, en via die oude VHS-cassettes kon ik hen terugzien. Dat was emotioneel heel krachtig: mensen die rechtstreeks in de camera spreken, kwetsbaar, en plots opnieuw levend worden. Dat idee nam ik mee. Daarnaast was ik ook bezig met de castings. Max had de interviews van alle personages uitgeschreven, en ik gebruikte die in de audities. Toen ik de acteurs die teksten liet voorlezen, zagen we hoe waardevol ze waren. Het leek alsof we een documentaire draaiden. En tegelijk voelde het als fictie. En ten derde was er de muziek. Ik wilde een liefdesbrief maken aan de jaren 90. Cil en ik zijn ongeveer even oud en kinderen van de nineties. Max stuurde me playlists, ik begon te storyboarden terwijl ik luisterde. Daaruit kwamen de meer surrealistische ideeën naar boven. Dat was mijn manier om deze film te begrijpen.

‘Steve is een liefdesbrief aan de jaren 90. Cillian en ik zijn kinderen van de nineties.’

Hoe verliep het proces voor jou, Cillian?

Cillian Murphy: Voor mij was het eenvoudiger. Ik en Alan Maloney, mijn producer, waren ontzettend trots op Small Things Like These. De film was nog niet uit, maar we voelden dat het iets goeds was. We wilden verder samenwerken, maar hadden nog geen nieuw project. Max had intussen dit idee. Ik dacht eerlijk gezegd dat zijn boek niet te verfilmen viel. Het is zo fragmentarisch, zo literair. Maar Max draaide het helemaal om. Steve was in het boek maar een randfiguur. Maar hij besloot het verhaal van Shy te hervertellen vanuit het standpunt van Steve, de leraar die weigert zijn leerlingen en zijn school op te geven. We stuurden het script naar Netflix en binnen een weekend zeiden ze ja. Plots stonden we weer op de set. Het was een kwestie van het momentum vast te houden: de energie is er, de relaties zijn warm, je kan verder met dezelfde ploeg. Dat moet je benutten. Veel van de crew van Small Things Like These kwam ook mee naar Steve. Het voelde als een samenloop die we niet mochten laten schieten.

Cillian is dit keer niet alleen hoofdrolspeler maar ook producer. Werd hij plots extra bazig, of hoe beïnvloedde dat jullie samenwerking?

Mielants: (lacht) Heel positief. Het gaf ons de kans om veel meer tijd samen door te brengen. Cil ging mee naar locaties, we bespraken constant ideeën. Het werd echt een dialoog. Geen hiërarchie van een regisseur die een acteur dirigeert, maar een creatief gesprek in twee richtingen. We inspireerden elkaar.

‘ Je beste werk lever je als je elkaar vertrouwt. Dat is het geval met Christopher Nolan, met Danny Boyle, én met Tim.’

Murphy: Voor mij draait het allemaal om vertrouwen. Ik noem mezelf graag een ‘serial collaborator’. Je beste werk lever je als het vertrouwen volgroeid en totaal is. Dat is het geval met Chris Nolan, met Danny Boyle, én met Tim. Ik weet hoe fantastisch hij is. Dat maakt het eenvoudig. Voor mij is het echt het beste wat me is overkomen.

Klopt het dat jullie allebei ook uit een familie van leerkrachten komen?

Murphy: Mijn ouders waren leerkrachten. Klopt. Mensen spreken me nog altijd aan: ‘Uw moeder gaf me Frans’, of: ‘Uw vader inspecteerde mijn klas.’ En dat dertig, veertig jaar later. Dat toont hoe ernstig ze hun job namen. Het was geen job waar je gewoon opdook. Het was een roeping. We praten daar veel te weinig over. Iedereen gaat naar school, maar we vergeten hoe bepalend een goede leraar kan zijn. Als je geluk hebt, heb je er eentje die je in een beslissende richting duwt. In ons team bleek dat iedereen wel zo’n leraar had.

‘Iedereen gaat naar school, maar we vergeten hoe bepalend een goede leraar kan zijn.’

Mielants: Absoluut. Ik was een dyslectisch kind, zogezegd een hopeloos geval. Maar er waren leerkrachten die niet opgaven. Dat heeft me gevormd. En mijn moeder werkte in Brussel in de jaren 80 en 90, in een wijk met veel migratie. Ze gaf les aan groepen die heel moeilijk waren. Ze kwam vaak uitgeput thuis en zei: ‘Ik weet niet hoe ik dit moet volhouden.’ Maar ze gaf niet op. Als ik nu met haar door de stad wandel, komen oud-leerlingen haar nog altijd begroeten, soms zelfs omhelzen. Ze noemen haar bij naam, herinneren zich lessen, lachen samen. Dat is ongelooflijk waardevol. Het toont hoe een leraar een leven kan veranderen.

Waarom situeren jullie de film expliciet in de jaren 90, inclusief tracksuits, opgeschoren kapsels, discmans en bonkende drum-’n-bass?

Mielants: Omdat ik toen zestien was. Het is mijn referentiepunt. Het gaat over die tijd, maar tegelijk over iets universeels: de toewijding van een leraar die iets ziet in jou waar anderen alleen mislukking zien.

Murphy: De problemen van jongeren – ik heb twee zonen van achttien en twintig inmiddels – zijn tijdloos. Alleen is er nu een extra dimensie: technologie. In de jaren 90, als je gepest werd, gebeurde dat in je gezicht. Nu gebeurt het anoniem en constant, via schermen. Dat is veel venijniger. Wat ik vooral associeer met die tijd, is de directheid. Alles gebeurde in your face: pesten, ruzies, liefde. Vandaag gebeurt alles half verborgen, via apps. Toen stond je er middenin. Het was belangrijk om het in de jaren 90 te plaatsen, omdat er al zoveel verhalen zijn over hoe jongeren nu leven. Wij wilden tonen dat de kernproblemen dezelfde blijven.

Mielants: En als je scholen, bibliotheken en jeugdclubs sluit om te besparen, creëer je over twintig of dertig jaar een veel groter probleem. Het gaat altijd terug naar die basis. Dat is het debat dat de film hopelijk uitlokt.

© Robert Viglasky/Neflix

Nog iets wat jullie gemeen hebben: bijna heel jullie filmografie draait rond gebroken mannelijkheid en kerels in crisis. Wat zegt jullie therapeut daarover?

Murphy: (gniffelt) Eerst en vooral: gewoon door een man te zijn vertel je vaak die verhalen. Maar ook: drama komt altijd voort uit conflict. Iedereen ervaart elke dag wel een crisis, groot of klein. Gezondheid, relaties, werk, er is altijd iets wat knaagt. Dat wil ik in personages zien. Ik ben totaal niet geïnteresseerd in perfecte of gelukkige mensen. Perfecte mensen vind ik dodelijk saai. Het gaat me erom iets te tonen wat herkenbaar is. Iets wat weerspiegelt wat het betekent om te leven.

Mielants: Ik hou van films die persoonlijk voelen. In het persoonlijke toont zich het universele. Dat probeer ik ook te doen.

Steve wordt uitgebracht door Netflix, wat betekent dat mensen hem op een klein scherm zullen zien, ook al is het een film die intensief teert op muziek en beeld. Heeft dat jullie visie beïnvloed?

Murphy: Wij maakten Steve voor de cinema. Gelukkig draait hij in een beperkt aantal zalen in het VK en de VS. Dat blijft mijn voorkeur: ik ben opgegroeid in de cinema, die ervaring is uniek. Maar eerlijk? Zonder Netflix was dit misschien een festivalfilm gebleven, die alleen gezien werd door een nichepubliek. Nu kan hij honderd miljoen mensen bereiken. Ook jongeren, over wie het uiteindelijk gaat. Dat is fantastisch. En Netflix was bovendien erg ondersteunend in het hele proces.

Mielants: Het mooiste compliment dat ik tot nu toe kreeg, kwam van jongeren zelf. Ze zeiden: ‘Dit voelt echt, dit is ons verhaal.’ Dat is de kracht van zo’n platform. Dan weet je dat je iets juist hebt gedaan.

© Robert Viglasky/Netflix

Jullie samenwerking begon in 2018 met Peaky Blinders, de hitserie van Netflix. Hadden jullie toen enig idee dat het zo’n cultfenomeen zou worden dat zelfs voetbalhooligans zich tegenwoordig kleden als de personages uit de Shelby-gang?

Murphy: (lacht) Helemaal niet. Ik keek toen niet eens veel televisie. Alles begint bij het scenario en dat van Steven Knight was fantastisch. Maar niemand wist dat Peaky zo groot zou worden. Het is ook gestaag gegroeid. Dat soort succes kun je niet plannen, het gebeurt gewoon. En het mooiste is: je kan het nooit herhalen. We zijn momenteel de Peaky-film aan het afwerken (The Immortal Man, in een regie van Tom Harper, komt volgend jaar uit op Netflix, nvdr.). Elke samenwerking is nieuw, omdat de omstandigheden en de mensen veranderen. Dat maakt filmmaken zo spannend: telkens opnieuw kijken of de nieuwe combinatie werkt.

Cillian, je won vorig jaar een Oscar voor Oppenheimer van Christopher Nolan. Veel acteurs willen daarna luchtiger werk doen. Een komedie, bij voorkeur. Jij duidelijk niet.

Murphy: Ja, veel mensen doen dat inderdaad. Misschien doe ik nu wel een naaktkomedie. (lacht)

© Robert Viglasky/Netflix

Die heeft Tim al gemaakt: De Patrick, die zich in een nudistencamping afspeelt. Misschien een ideetje voor een sequel?

Murphy: Kijk, voor mij is het belangrijk om materiaal te kiezen dat ik begrijp. Ik hou van films die persoonlijk zijn, waar je meteen voelt: dit kon alleen door die ene maker of acteur zo verteld worden. Zulke films spreken mij aan, en daarop reageer ik. Dat is ook waar het bij Steve om draait.

In Steve worden de jongeren geïnterviewd door een tv-crew die hen vraagt om zichzelf te omschrijven in drie woorden. Hoe zouden jullie mekaar omschrijven in drie woorden?

Murphy: (denkt lang na) Tall Belgian genius. Boom! Worked for me. Geen druk, Tim.

Mielants: (lacht) Goed genoeg voor mij. Cil? Mmm. Small stubborn genius.

Steve

Vanaf 03.10 te zien op Netflix.

Cillian Murphy

Geboren in 1976 in Ierland.

Begint rechtenstudies aan University College Cork, maar kiest voor theater en acteren.

Breekt in 2002 door in Danny Boyles 28 Days Later.

Bekend van The Wind that Shakes the Barley van Ken Loach, zijn samenwerking met Christopher Nolan (o.a. Batman Begins, Inception, Dunkirk, Oppenheimer) en zijn hoofdrol in de hitserie Peaky Blinders (2013-2022).

Wint in 2024 de Oscar voor beste acteur voor zijn rol als J. Robert Oppenheimer.

Tim Mielants

Geboren in 1979 in Mortsel.

Volgt de filmopleiding aan Sint-Lukas Brussel.

Werkt als regisseur aan internationale tv-series als Peaky Blinders (seizoen 3), The Terror en Legion.

Maakt zijn speelfilmdebuut met De Patrick (2019). Daarna volgen het oorlogsdrama Wil (2023), naar de roman van Jeroen Olyslaegers, en Small Things Like These (2024), met Cillian Murphy.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise