Survival? Tijdens ‘Inside’ doet Willem Dafoe het in een poepchic penthouse

© National

En op één minuutje met Gene Bervoets na heeft hij daar niemand om tegen te praten, in tegenstelling tot films als Spider-Man: No Way Home en The Northman, waar de rasacteur recent nog het scherm deelde met een plejade aan filmsterren.

‘Goodmorning Belgium!’ zegt Willem Dafoe vanachter een knevel formaat schuurborstel. Zijn goede luim is makkelijker te verklaren dan de snor. Dafoe is wanneer we hem ontmoeten de uren aan het aftellen naar de wereldpremière van Inside op de Berlinale. Het speelfilmdebuut van de Griek Vasilis Katsoupis is één grote showcase voor Dafoe. In The Northman moest hij het scherm delen met Alexander Skarsgard, Nicole Kidman en Anya Taylor-Joy. In Spider-Man: No Way Home moest zijn Green Goblin een plaats vinden tussen de Spider-Men van zowel Tom Holland, Andrew Garfield als Tobey Maguire. Maar in Inside moet Dafoe zélf élke scène spannend maken, bovendien met zo goed als geen tekst. De 67-jarige acteur die in zijn carrière zowel Jezus, de duivel, Pasolini als Van Gogh heeft geïncarneerd en al meermaals samenwerkte met regisseurs als Wes Anderson, Martin Scorsese, Lars von Trier, Abel Ferrara en Robert Eggers, speelt kunstdief Nemo. Tijdens een kraak komt hij onverbiddelijk vast te zitten in het hypertechnologische New Yorkse penthouse van sterarchitect Gene Bervoets (die zelf maar even te zien is in de film). Om te overleven – om niet uit te drogen, te verhongeren of gek te worden – moet hij zichzelf lichamelijk beproeven én erg destructief-inventief zijn met peperdure kunstwerken en designmeubelen.

Als ik meespeel in een blockbuster, waak ik erover om vooral geen ster te worden. Ik wil met de voeten op de grond blijven.

Je moet onsmakelijke aquariumvissen verorberen en zotte stoten uithalen voor een druppel drinkbaar water. Plezant?

Willem Dafoe: De premisse was opwindend, de uitdaging enorm. Ik ben het gros van de tijd alleen en heb amper tekst. Het is een zeer actieve, fysieke rol maar tegelijk ook een zeer meditatieve. Daar kon ik niet neen tegen zeggen. Wat me nog het meest beviel, was dat het scenario sowieso slechts een blauwdruk was. Alles stond of viel met de uitwerking op de set. Een veelgemaakte fout op filmsets is dat men niet durft af te wijken van de kant-en-klare ideeën. Je moet je uiteraard goed voorbereiden maar als het niet werkt, dan werkt het niet. Op de set moet je onthecht genoeg zijn om te durven werken met wat daar en dan voorhanden is.

Hoe ver gaat je toewijding aan zo’n rol?

Dafoe: Ik heb op de set van Inside gewoond. Regisseur Vasilis Katsoupis wist dat de film er alleen maar bij kon winnen als ik me die plek echt eigen maakte en een persoonlijke band met elk object had. Hij was zo genereus om me bij alles te betrekken: scenografie, setdesign, make-up, zelfs de kunstwerken. Hij deed suggesties en daar ging ik mee aan de slag. We probeerden van alles uit. Voor mij is dat een ontzettend plezierige manier van werken. Katsoupis had uiteraard een andere acteur kunnen inhuren maar dan zou het een héél andere film zijn geworden. Er zit veel van mezelf in.

‘Acteren is als een Harley die ze onder je zitvlak schuiven.’
‘Acteren is als een Harley die ze onder je zitvlak schuiven.’ © Wolfgang Ennenbach / Focus Featu

Ook in The Lighthouse van Robert Eggers werkte het isolement op het mentale welzijn van je personage. Is Inside The Lighthouse, maar dan zonder een tegenspeler en met een dode duif in plaats van een zotte zeemeeuw?

Dafoe: (verslikt zich in zijn koffie) Excuseer? Ik denk dat je niet verder van The Lighthouse kunt afstaan dan Inside. Ik zie geen enkele gelijkenis. Ik zoek ook nooit naar gelijkenissen. Je kunt knettergek worden als je films en personages begint te vergelijken. Elke rol is anders, elke film is anders. Ik concentreer me op het nieuwe en vergeet wat er allemaal aan voorafging.

Ik ben er trots op dat ik de Italiaanse nationaliteit heb verworven. Maar ik heb nog altijd een stulp in New York.

Je kunstdief vecht niet alleen tegen de honger en de hitte, hij strijdt ook tegen de verveling en probeert zijn zeeën van tijd zinnig in te vullen.

Dafoe: Nemo offert het huis en alle kunst en designmeubelen erin op in zijn strijd om te overleven. Zijn aftakeling en verval zijn enorm. Maar veel pragmatische oplossingen brengen hem op andere, abstractere ideeën. Overleven blijkt niet genoeg. Hij heeft behoefte aan méér.

Als ik Manlio Sgalambro mag citeren, de Italiaanse filosoof die samenwerkte met singer-songwriter Franco Battiato (met die laatste speelde Dafoe op zijn beurt in de film Padre uit 2016, nvdr.): ‘Insecten communiceren, mensen drukken zich uit.’ We hebben de ander nodig én we hebben het nodig om ons uit te drukken. Het ligt in onze aard om ons leven te ordenen, te structureren en betekenis te geven aan de dagen.

In België wordt onze bijdrage in Inside in de verf gezet. Maar laat ons eerlijk zijn: groot kun je het aandeel van acteurs Gene Bervoets of Eliza Stuyck niet noemen.

Dafoe: Misschien niet en toch waren Gene en Eliza belangrijk. Ze waren heel open en joviaal maar tegelijk kordaat en professioneel wanneer nodig. Ik hoorde Katsoupis daarnet de lof zingen van de vele Belgen die aan Inside hebben gewerkt. Van crewleden op de set tot het sounddesign en de muziek van Frederik Van de Moortel of grote stukken postproductie. Ik kan dat alleen maar beamen. Ik heb gevoeld dat het een erg goed team was.

Je kreeg een paar jaar geleden een Oscarnominatie voor je vertolking van Vincent van Gogh in At Eternity’s Gate (2018) van regisseur Julian Schnabel, zelf ook een kunstenaar. Ben je een groot liefhebber van kunst?

Dafoe: Toch wel. Ik heb in New York de hoogdagen van de kunstscene meegemaakt. Er was altijd wel een galerie of atelier hot. Ik ga nog steeds veel en graag naar galerieën. Ik heb het gevoel dat kunst me reinigt. Door me te verrassen en te raken. Kunst maakt me speels, nieuwsgierig, geestdriftig en vatbaar voor het mysterie. Zaken die we in het gewone leven voortdurend onderdrukken ten voordele van efficiëntie, comfort, zakelijkheid…

Hangen er, zoals in Inside, Egon Schieles aan je muur?

Dafoe: Nee. Ik ben niet zo’n verzamelaar. De behoefte om kunst te ‘bezitten’ is me vreemd. Ik weet ook niet of ik kan betalen wat ik graag zie. Ik mag dan wel in veel films hebben meegespeeld, ik ben geen tycoon.

Heb je soms een betere agent nodig?

Dafoe: Nee, ik heb een goeie agent. Ik ga gewoon lang niet altijd voor het geld. (lacht) In feite zelfs nooit.

Alleen al in de voorbije twee jaar dook je op in The Northman, Spider-Man: No Way Home, Nightmare Alley, The Card Counter, The French Dispatch en Zack Snyder’s Justice League. Waarom werk je zo hard?

Dafoe: Ik haal niet alleen enorm veel voldoening en plezier uit mijn werk. Het is nog veel erger: spelen geeft zin aan mijn dagen. Het is onderdeel van wie ik ben. Het bevredigt me. Ik speel niet enkel om me te verstrooien. Creëren en samenwerken is hoe ik de status quo vermijd. Het is ook erg sociaal. Ik kom buiten, ik reis de wereld rond, ik leer voortdurend nieuwe, vaak prachtige mensen kennen… Mijn werk is een zachte, zoete en plezante manier om mezelf te blijven uitdagen en avonturen te beleven.

En Spider-Man ten spijt word je allicht liever geen filmster of Hollywood-legende genoemd?

Dafoe: Als ik meespeel in een blockbuster, waak ik erover om vooral geen ster te worden. Ik wil met de voeten op de grond blijven. Een carrière als filmster gaat sommigen heel goed af – dat hangt van je persoonlijkheid af – maar ik ben er niet voor in de wieg gelegd. Ik ben véél liever een performer dan een Hollywoodster. Voor mij is betrokkenheid cruciaal. Ik moet er wat aan hebben. Ik doe het voor de schouderklopjes noch voor de loonbrief. Nu, ik ben ook maar een mens: ik waardeer het als men zegt dat ik goed werk heb geleverd of als een film succes heeft. Iedereen wil zich succesvol en gewaardeerd voelen, maar daarvoor doe ik het niet. Ik doe het voor de krop in de keel, de vlinders in de buik, het avontuur, de kick van een vrije val. Ik voel me een completer mens als ik perform dan in het gewone leven.

Situeert dat gewone leven zich tegenwoordig in New York of in Rome?

Dafoe: Allebei. Tijdens de opnames van een film van Wes Anderson ontmoette ik in Rome een vrouw die ik nu mijn echtgenote mag noemen. Ik maakte er nieuwe kennissen en vrienden en veritalianiseerde elke dag wat meer. Ik ben er trots op dat ik de Italiaanse nationaliteit heb verworven. Maar ik heb nog altijd een stulp in New York en het werk brengt me nog steeds overal. Ik ben al altijd een reiziger geweest. Met theatercollectief The Wooster Group reisde ik vroeger vier maanden per jaar de wereld rond.

Hoe ben je destijds eigenlijk in de filmwereld beland?

Dafoe: Kathryn Bigelow (de eerste vrouw die de Oscar voor beste regisseur won, nvdr.) zag een voorstelling van The Wooster Group en castte me in haar eerste film The Loveless (1981). Achteraf gezien hét keerpunt in mijn leven. Het had heel anders kunnen lopen. Ik was een jaar of 26, leefde in New York en had nog geen agent. Ze hadden mijn naam in het telefoonboek opgezocht en ik was toevallig thuis toen ze belden. Ik had er geen flauw benul van hoeveel loon ik moest vragen. Op de vraag of ik kon motorrijden antwoordde ik ja. Dat was gelogen maar ik wilde de job. Ik kende geen motard die me in een recordtempo kon leren motorrijden en vond er niets beter op dan in de bibliotheek – het internet bestond nog niet – op te zoeken waar de gashendel, de rem en de versnellingen zitten.

Volstond dat om een motor te besturen?

Dafoe: Natuurlijk niet. Ik werd voor een testrit – ‘om te bekijken of de motor je bevalt’ – meegenomen naar de suburbs. Het bleek om een werkelijk prachtige Harley Davidson uit 1955 te gaan. Ik besloot te bluffen. Ik besteeg die kolos, gaf gas en schoot als een raket vooruit, recht een voortuin in. Het leek een scène uit een Jerry Lewis-klucht. ‘Mijn rijkunst is wat roestig’, stamelde ik. Na wat oefenen kon ik het net goed genoeg. Maar is dat geen prachtige metafoor voor acteren? Ze schuiven een Harley Davidson onder je zitvlak en je moet maar zien dat je ermee kunt rijden.

Inside

Vanaf 29.03 in de bioscoop, avant-première op 24.03 in Bozar.

Willem Dafoe

Geboren op 22 juli 1955 in Wisconsin.

Speelt Jezus in het destijds controversiële The Last Temptation of Christ (1988) en de onchristelijke Bobby Peru in Wild at Heart (1990).

Werkt intens en veelvuldig samen met boezemvriend Abel Ferrara, met Lars von Trier, Wes Anderson en Robert Eggers.

Kreeg Oscarnominaties voor Platoon (1986), Shadow of the Vampire (2000), The Florida Project (2017) en At Eternity’s Gate (2018) maar won nog nooit.

Hernam in het zeer succesrijke Spider-Man: No Way Home (2021) de rol van superschurk Green Goblin.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content