Robin Pront over de film die hij al jaren wou maken: ‘Iedereen naaide iedereen in de Zillion’
Robin Pront, die eerder hoge ogen gooide met zijn debuut D’Ardennen, droomde er al jaren van om zijn tanden in het levensverhaal van Zillion-baas Frank Verstraeten te zetten. Voorjaar 2020 was het eindelijk zo ver. Het perfecte jaar om even wat massascènes in een megadiscotheek te draaien.
‘Ik was te jong om er ooit een voet binnen te zetten, maar ik herinner me de artikels rond de eeuwwisseling nog goed’, vertelt regisseur Robin Pront, die de opnames van Zillion uiteindelijk meer dan een jaar moest uitstellen. ‘Die lazen als een pageturner over een soort Vlaams Sodom en Gomorra waar nogal wat mysterie om heen hing.’
Er zijn Zillion-verhalen voor ettelijke films. Heb je sommige met pijn in het hart moeten laten liggen?
Robin Pront: Het was een plotlijn te veel geworden, maar ik had Jean-Pierre Van Rossem, een soort idool voor Frank, er graag nog in gesmokkeld. Samen waren ze als de Jedi Master en de Padawan, maar dan van het nachtleven en de witwaspraktijken. Frank heeft Van Rossem ooit grof geld betaald om zijn biografie te schrijven, maar daar heeft hij nooit iets van gezien. (lacht) Iedereen naaide iedereen in de Zillion.
‘Het is heel makkelijk om van Verstraeten een soort onsympathieke sfinx te maken’, bedacht Vermeulen zich. Hoe zag jij hem?
Pront: Je kon honderden kanten uit met zijn verhaal. Ik heb me vooral gefocust op de gedachte: ‘Verstraeten is te klein, en wil daarom de grootste worden.’ Noem het een napoleoncomplex als je wil. Dat bood houvast bij het schrijven.
Simoni mocht een zeer likeable Dennis Black Magic spelen. Daarvoor moeten we dan wel een paar veroordelingen voor zedenfeiten met minderjarigen negeren.
Pront: Ik laat Black Magic nu toch ook geen soep uitdelen aan de armen? Maar Matteo heeft natuurlijk charisma ten over en je kan dat niet zomaar uitzetten. En ja, met bepaalde kanten van Black Magic heb ik het ook moeilijk, maar een mens is nooit één ding. Je kan er niet om heen dat hij ook enorm grappig en gevat is.
Charlotte Timmers mag dan jouw vriendin zijn, ze heeft moeten knokken voor haar rol. Geen nepotisme ten huize Pront-Timmers?
Pront: Er zijn in de filmgeschiedenis nogal wat regisseurs die klakkeloos hun dochter of vriendin in een grote rol hebben neergepoot. Ik wilde niet de fout maken om met mijn emoties te beslissen – ‘We gaan dat samen maken en het wordt fantastisch!’ – dus heeft ze net als iedereen het castingproces doorlopen. Zonder dat ik er initieel zelfs bij was. Dat zij er uiteindelijk als de beste uit is gekomen, maakte het wel allemaal iets makkelijker voor mij. (lacht) Ze heeft dat ongelooflijk gedaan.
Na D’Ardennen duik je weer in de Johnny-cultuur van de jaren negentig. Vanwaar de fascinatie?
Pront: Die cultuur is zo Vlaams en je kan daar als filmmaker zo veel leuke dingen mee doen. Zillion is daar als het ware het zenit van. Al heb ik eigenlijk de vage hoop om er een Antwerp Trilogy van te maken: D’Ardennen,Zillion en dan nog een derde om alles af te sluiten.
Waar denk je aan?
Pront: Niks con- creets, maar Jan Decleir weet dat ik graag nog een film met hem wil maken voor we allemaal te oud zijn. En daarna is het tijd voor iets anders. Ik wil ook niet de rest van mijn leven Johnny- en Marina-films maken.
Robin Pront
Geboren in 1986, woont in Antwerpen.
Maakte in 2015 zijn langspeeldebuut met het met een Ensor bekroonde misdaaddrama D’Ardennen.
Regisseerde in 2018 De Bende van Jan de Lichte (Streamz) en in 2020 een aflevering in de Eén-reeks Lockdown en de Amerikaans-Canadese actiethriller The Silencing.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier