Robert Eggers over ‘Nosferatu’: ‘Mijn respect voor ratten is toegenomen’
Met de hulp van Lily-Rose Depp en tweeduizend incontinente ratten blaast Robert Eggers de oerklassieker over vampiers nieuw leven in: het onheilige Nosferatu. ‘Wat je ook onderdrukt, het borrelt altijd naar boven.’
Anya Taylor-Joy die boos wordt op een demonische bok in de folkhorror The VVitch. Willem Dafoe en Robert Pattinson die als vuurtorenwachters op de vuist gaan in de maritieme nachtmerrie The Lighthouse. Of Alexander Skarsgård die huilt als een wolf nadat hij iemands strot heeft overgebeten in het woeste vikingepos The Northman. Met zulke huiveringwekkende tableaus wierp Robert Eggers zich op als een van de meest begeesterde en onverschrokken regisseurs van zijn generatie.
Maar een mens moet kiezen en slechts één obsessie kan de grootste zijn. Voor Eggers is dat geen vikingepos maar een hervertelling van het mythische Nosferatu, eine Symphonie des Grauens van Friedrich Wilhelm Murnau uit 1922. Ondood werelderfgoed, hoogtepunt van het Duitse Expressionisme en oerknal van de horrorfilm.
Met Nicholas Hoult, Aaron Taylor-Johnson, Willem Dafoe en Emma Corrin verzamelde Eggers een sterrencast. Bill Skarsgård ís Graaf Orlok, voorloper van Dracula. Maar het is Lily-Rose Depp die een glansrol speelt en daarmee het bar slechte The Idol doorspoelt. Als Ellen Hutter staat ze op verlanglijstje van het ondode monster, met rampzalige gevolgen voor zichzelf en een negentiende-eeuwse Duitse havenstad. ‘De vampier uit de volksverhalen is geen elegante verleider in een smoking of een sprankelende, getormenteerde held. Hij belichaamt op een fundamentele, brutale en meedogenloze manier ziekte, dood en seks. Die vampier wilde ik voor een hedendaags publiek opgraven’, zegt Eggers, naar eigen zeggen een posterboy voor bebaarde, quinoa vretende hipsters. Hij heeft een hipsterbaard, dat kunnen we bevestigen.
De voorbije honderd jaar is de vampier sexy geworden, exuberant, komisch of getormenteerd romantisch. Waarom wilde je zo graag terugkeren naar de angstaanjagende ondode?
Robert Eggers: Ik kon niet anders. Ik ben een traditionalist én een grote liefhebber van de oude volksverhalen. Ik vind de veelzijdigheid van vampiers wel geweldig. Het is fantastisch dat hij de ene keer een zwaard heeft (zoals Wesley Snipes in Blade, nvdr.) en de andere keer een Edward Cullen is (Robert Pattinsons personage in de Twilight-reeks, nvdr.). Maar Nosferatu vond in menig opzicht de horrorfilm uit. En dus moest de moderne herinterpretatie voor mij weer angstaanjagend zijn. Dat impliceert een terugkeer naar zijn oorsprong: een dode die demonisch is en niet sprankelend.
Nosferatu overweldigde je als kind al. Hoe vaak heb je de film van Murnau bij benadering gezien?
Eggers: Makkelijk honderd keer. Soms in de beste omstandigheden, in een bioscoop met live muziekbegeleiding. Soms omdat ik midden in de nacht wakker word, niet meer kan slapen en Nosferatu op de achtergrond opzet.
Nosferatu is een obsessie, al van toen ik negen jaar oud was. In mijn verbeelding ben ik sindsdien bezig met zijn wereld en de personages in die wereld. Verschillende aspecten sluiten meer bij mijn persoonlijkheid aan dan ik zou willen. Mijn film is geboren uit respect voor de originele film maar helaas ook uit mijn instincten. Ik beken dat niet graag in interviews want dat helpt de film niet. Maar het is wat het is.
Weet je het fijne van die obsessie nu de film uit je lijf is?
Eggers: Nog altijd niet. (lacht) Misschien moet ik het eens aan mijn therapeut voorleggen. Ik weet wel wat me als kind verslaafd maakte en waarom ik de VHS-cassette stuk heb gekeken: de vertolking van Max Schreck. Je zag op die VHS zijn kale muts en de make-up niet zoals je dat nu bij de restauraties wel kunt zien. Voor mij bestond Count Orlok echt. De sfeer van de film is zo gedenkwaardig en beklijvend, het verhaal zo eenvoudig maar direct en primair.
Maar misschien moet ik het niet te veel bij mezelf zoeken. Het is gewoon een mysterieus krachtige film. Er is een reden waarom mensen nog altijd over Nosferatu praten.
Je noemt het je meest persoonlijke film. Tegelijkertijd moet je een film afleveren die een groot publiek aanspreekt. Hoe vind je daar een evenwicht in?
Eggers: Ik denk niet aan ‘het publiek’. Ik probeer altijd een film te maken die ik zelf graag zou zien. Dat neemt niet weg dat ik een testscreening – de studio’s dringen daar op aan – nuttig vind. Je ziet wat mensen raakt en wat niet overkomt zoals bedoeld en vervolgens kun je proberen om dat nog recht te trekken. Maar ik ga dus absoluut niet een film ontwerpen met de bedoeling een groot publiek te behagen.
Ik maak ook absoluut géén films met een boodschap. Ik probeer in het hoofd van de personages te kruipen en hun historische wereld zo correct mogelijk weer te geven.
Bijvoorbeeld door tweeduizend echte ratten op je set los te laten. Hoe is dat afgelopen?
Eggers: (grinnikt) Dat stonk enorm want ratten zijn incontinent. Voor de rest geen klachten. Het zijn erg slimme dieren. Enkele honderden waren zelfs getraind en kwamen op commando op. Het is indrukwekkend wat ze allemaal kunnen. Mijn respect voor ratten is toegenomen.
‘Tweeduizend ratten op de set? Dat stinkt enorm maar voor de rest geen klachten. Het zijn erg slimme dieren. Enkele honderden kwamen zelfs op commando op.’
Volgens producer Chris Columbus leek je bureau met honderden occulte boeken op dat van een professor vampirologie. Wat heb je bijgeleerd?
Eggers: Florin Lăzărescu, een Roemeense expert in Transsylvaanse folklore en de scenarist van Aferim!, drukte me op het hart: als je terug wilt naar de bron, moet je eerst alles ontleren. Een voorbeeld? Van Murnau wordt gezegd dat hij de vampier creëerde die niet tegen het zonlicht kon. Maar wat vind je heel vaak in de volksverhalen terug? Dat de vampier niet moet terugkeren naar zijn graf voor de zon opkomt maar voor de eerste haan kraait.
Murnaus Nosferatu had ook een psychoseksuele subtekst maar jij geeft daar meer ruimte aan.
Eggers: Ik vind niet dat we iets uitvinden. Alles is al aanwezig in Murnaus film maar hier en daar gaan we een stap verder. Ik vind het prachtig hoe Murnau in de tweede helft plots van Ellen Hunter het hoofdpersonage maakt. In mijn versie is het meteen haar verhaal. Ik diep de relatie demoon-minnares uit. De schone en het beest. Je weet van in het begin dat ze verbonden zijn. Hij verdwijnt maar wil terugkeren om haar te vernietigen. Krachtig verhaal, lijkt mij.
‘Lily-Rose Depp heeft een buitenaardse uitstraling die me geschikt leek.’
En het psychoseksuele aspect dan?
Eggers: Je weet net zo goed als ik: wat je ook onderdrukt, het borrelt altijd naar boven. Ellen heeft een mooie, liefdevolle relatie met haar echtgenoot. Maar de passie ontbreekt en die is er wel tussen haar en de demoon. En uiteraard is dat een toxische, gruwelijke, onrustbarende relatie.
Ik voeg daar wel meteen aan toe dat Ellen niet alleen een slachtoffer is van de vampier maar ook van de negentiende-eeuwse samenleving die vrouwen geen ademruimte gunt of van hysterie beschuldigt zodra ze niet voldoen aan de verwachtingen.
Lily-Rose Depp speelt met een overgave die niet onopgemerkt blijft.
Eggers: Ze heeft een buitenaardse uitstraling die me geschikt leek. En ze begreep het personage verbluffend goed. Toen we begonnen te praten, verwees ze naar tal van films die ik haar sowieso zou hebben aanbevolen. Aan een auditie viel niet te ontkomen maar die was zo waanzinnig, dapper en intens dat we moesten wenen. Ik denk dat mensen versteld zullen staan van wat ze kan.
Nosferatu
Vanaf 25.12 in de bioscoop.
Robert Eggers
Geboren in 1983 in Lee, New Hampshire, Verenigde Staten.
Ploeterde vroeger in de theaterscène van New York en als production designer.
Bekend van The VVitch (2015), The Lighthouse (2019) en The Northman (2022).
Bovenmatig geïnteresseerd in geschiedenis, volksverhalen en het occulte en wil elk detail juist hebben.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier