Yoga in de bioscoop: de fascinerende filmtrip ‘Samsara’

4 / 5
4 / 5

Film - Samsara

Regisseur - Lois Patino

Cast - Amid Keomany, Juwairiya Idrisa Uwesu, Simone Milavanh

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

De Spaanse filmmaker Lois Patino laat je in Samsara zweven tussen Laos en Tanzania, leven en dood, licht en duisternis. Al dan niet met de ogen dicht.

Elk jaar komen er wel een paar films in de zalen die zo opzichtig mikken op de zoekende ­zielen ­onder ons, bij voorkeur met posterperfecte plaatjes die doen ­dromen van exotische oorden en ­transcendente ­sentimenten, dat je voor de film halfweg is al begint te ­denken: ben ik nu in de cinema of in een cursus levitatie ­beland? En had ik niet beter mijn yogamatje meegebracht?

Zo’n film is Lois Patino’s Samsara – de term verwijst in het boeddhisme en het hindoeïsme naar de eeuwige cyclus van dood en wedergeboorte – ten zwevende voeten uit. Maar één: veel van de op 16 millimeter geschoten shots zijn effectief om in te lijsten, en twee: alles wordt met zo veel ­metier en precisie gemonteerd en geassembleerd dat zelfs de meest aardse materialist zich in de lotushouding zou strekken. Bij wijze van spreken dan.


Bovendien krijg je er een sessie kleurtherapie gratis ­bovenop, aangezien je halverwege verondersteld wordt – geen grap – een kwartier lang je ogen te sluiten. Ondertussen – probeer maar eens om zo lang toch niet heel even de zaal in te gluren – worden monochrome kleurvlakken op het doek geflitst, terwijl er kwetterende en klaterende natuurgeluiden te horen zijn. Kwestie van al je zintuigen tegelijk te prikkelen.


Patino’s film, die ergens tussen etnografisch essay en immersieve videokunst in zweeft, bestaat dan ook uit twee aparte delen, met daartussenin de stroboscope trip – denk aan die psychedelische brug tussen de dimensies in ­Kubricks 2001: A Space Odyssey, maar dan langer. Een pancarte waarschuwt je vooraf dat de lichtflitsen bij ­sommige, gevoelige kijkers mogelijk zelfs epileptische aanvallen ­kunnen veroorzaken.


Deel een neemt je mee naar de boeddhistische tempel­complexen van Laos, waar tienermonniken in stilte en in hun fel oranje gewaden hun dagelijkse rituelen ­oefenen om ­dichter bij het nirvana te komen. Nadat je bent getransporteerd en gereïncarneerd zonder je bioscoopstoel te verlaten, speelt deel twee zich af rond de azuurblauwe ­wateren en hagel­witte stranden van het Tanzaniaanse eiland Zanzibar, waar je ­onder meer ziet hoe de locals zeewierzeep maken. Samen ­laten beide luiken je reizen door ‘bardo’, wat vertaald uit het Tibetaanse dodenboek zoveel als ‘overgangstoestand’ en ‘tussen­stadium’ tussen dood en wedergeboorte betekent.


Met zijn geduldig observerende, documentair ogende shots op pellicule en zijn broeierige, dromerige sfeer is het voor een beetje cinefiel onmogelijk om niet aan het werk van de Thaise beeldmagiër Apichatpong Weerasethakul (zie Tropical Malady en Uncle Boonmee) te denken, zeker bij de scènes uit de door leerling-monniken bevolkte ­jungle van Laos. Maar Patino – die eerder de magisch-realistische docu’s Costa da morte (2013) en Lúa vermella (2019) in zijn Spaanse geboorteturf Galicië draaide – heeft duidelijk ook goed naar de junglefilms van de Argentijnse minimalist Lisandro Alonso en naar de ‘Afrikaanse’ films van Claire ­Denis gekeken, van Beau travail tot White Material.


Geen duizelingwekkende diptiek waar je meteen een ­ander mens van zult worden, of waardoor je ook buiten de zaal het licht zult zien. Wel een fascinerende filmtrip die op een speelse manier laat zien, horen en voelen hoe het is tussen leven en dood, of tenminste toch in de yogaklas. ­Namasté!

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content