Tussen Canada en Korea: de authentieke film ‘Riceboy Sleeps’ doet je de kimchi en sociale druk ruiken

3 / 5
© National
3 / 5

Film - Riceboy Sleeps

Regisseur - Anthony Shim

Cast - Choi Seung-yoon, Ethan Hwang, Anthony Shim

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Met Riceboy Sleeps verfilmt de Canadese Koreaan Anthony Shim zijn migratiejeugd tot een raak geobserveerd moeder-zoonportret.

Ook je moeder is ooit jong geweest, met alle angsten, twijfels en onzekerheden die bij die leeftijd horen. Dat besef dringt bij David, of Dong-Hyun zoals zijn Koreaanse geboortenaam luidt, heel hard binnen wanneer hij als tiener plots te horen krijgt dat ze zwaar ziek is. Voor So-Young – zo heet zijn moeder – was het niet makkelijk om als alleenstaande vrouw een nieuw leven op te bouwen in het verre Canada, een plek waar ze op vooroordelen en discriminatie botste, een sentiment waarover ook Dong-Hyun – of David – kan meespreken als bastaardkind van clashende culturen.

Liefde, lijden, familie en identiteit zijn de grote thema’s waar de tweede, grotendeels uit zijn eigen leven geplukte langspeler van Anthony Shim om draait. Maar de Koreaanse Canadees – of is het Canadese Koreaan? – houdt het simpel en subtiel en mijdt de grote gestes. Het is een film die onvermijdelijk doet denken aan Lee Isaac Chungs prijsbeest Minari (2021), dat met zijn Koreaanse migranten in de Nieuwe Wereld hetzelfde terrein verkende. Maar Shim doet het met minder zonnegloed en sentimentaliteit, en houdt het bij een sobere stilering en sombere kleuren alsof hij toch meer naar Ken Loach of de Dardennes heeft gekeken.

Riceboy Sleeps begint met een poëtische proloog waarin wordt verteld dat So-Young een weeskind is en dat haar partner zelfmoord pleegde toen Dong-Hyun nog een baby was, waarna ze een nieuwe start wilde maken in Canada. Het eerste deel van de film speelt zich af in 1990 en toont hoe So-Young de touwtjes aan elkaar probeert te knopen als fabrieksarbeidster, terwijl haar timide zoontje wordt gepest op de lagere school, vanwege zijn rare ogen en het rare eten dat hij van thuis meekrijgt. Het tweede deel speelt zich tien jaar later af, wanneer David een normale, veramerikaanste tiener conform zijn klasgenoten blijkt en de vereenzaamde So-Young een vriendje heeft in de vorm van Simon (een rol voor Shim zelf), die ook van Koreaanse komaf is.

Het is een diptiek dat je de kimchi en sociale druk doet ruiken, met zijn dwingende single takes en observerende camerastandpunten en met zijn details die het in wezen simpele moeder-zoonverhaal textuur en specificiteit geven. Maar in de slotact verandert Shim van sfeer, setting en zowaar zelfs van beeldformaat, wanneer So-Young en David naar hun Koreaanse heimat terugkeren om daar na jaren hun familie te ontmoeten. De benepen Canadese interieurs, geschoten in 16:9, wijken voor glooiende rijstvelden, alsof Shim ook formeel de nieuwe mogelijkheden wil benadrukken die zijn protagonisten te wachten staan, wat in een enkel moment voor iets te opzichtige symboliek zorgt.

Een film met wat rimpels en rafelrandjes, maar toch vooral met veel zin voor vorm, authenticiteit en een groot genereus hart voor outsiders tegen wil en dank.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content