Tron: Ares is niet half zo visionair als de sf-klassieker uit 1982 maar flitst wel voorbij. De muziek van Nine Inch Nails draagt daar meer toe bij dan het spel van Jared Leto.
Moet er nog Tron zijn? 43 jaar na de baanbrekende, technofiele sciencefictionfilm die pionierde met computergegenereerde beelden en vijftien jaar na de sequel Tron: Legacy vindt Disney van wel.
Destijds moest Jeff Bridges als computerprogrammeur Kevin Flynn voor zijn leven vechten en racen nadat hij in de gamewereld The Grid was gezogen. Het idee van ‘leven binnen een computersysteem’ was opwindend op een moment dat ‘cyberspace’ of ‘virtual reality’ voor de gewone sterveling nog Chinees waren en de floppydisk spitstechnologie. In het tijdperk van de cloud en de doorbraak van artificiële intelligentie kunnen filmmakers nog een stapje verder gaan.
In Tron: Ares belandt computergenie en ceo Eve Kim (Greta Lee) in een virtuele wereld maar ook het omgekeerde is nu mogelijk. Ares, een ‘Master Control Program’ met de baard, de ogen en het lichaam van Jared Leto (Dallas Buyers Club en Suicide Squad), kan met lasers in de echte wereld geprint worden. Net als wapens, vliegende tankers of light cycles, de futuristische motoren die van Tron Tron maken. Julian Dillinger (Evan Peters) ziet vooral militaire toepassingen voor zijn spitstechnologie. Struikelblok 1: zijn AI-soldaten en hun apparatuur lossen na een half uurtje in de echte wereld op in het niets. Struikelblok 2: de naar de oorlogsgod genoemde Ares komt in opstand tegen zijn schepper.
Jared Leto, die een half jaar lang enkel als Ares wenste aangesproken te worden, of de camera’s nu draaiden of niet, neemt het personage vreselijk ernstig. Ook Joachim Rønning, de Noorse regisseur van de goed onthaalde avonturenfilm Kon-Tiki en het slecht onthaalde Pirates of the Caribbean: Dead Men Tell No Tales, bazuint doodserieus rond dat zijn Tron-film uitvist wat het betekent om mens te zijn. Hopelijk denkt hij alleen in promoland dat hij de nieuwe Blade Runner heeft gemaakt en weet hij in de échte wereld beter.
Het is niet eens nodig om het flinterdunne verhaal met eendimensionale personages en terabytes technologieoptimisme op te pompen met grootspraak. Tron: Ares heeft net als de voorgangers andere kwaliteiten. Computereffecten, light cycles, cyberpunk, wonderlijk neondesign, discuswerpen 2.0, gevechten en achtervolgingen in virtuele en niet-virtuele werelden. Vergeleken met de vorige Tron-films is het een tikje duisterder zonder aan vaart in te boeten.
Perfect in overeenstemming met de traditie is dat de muziek de film stuwt, steunt, kleurt en optilt. De eerste keer werd ze gecomponeerd door de illustere synthesizerpionier Wendy Carlos, de tweede keer door Daft Punk. Deze keer zien de veelgevraagde filmcomponisten Trent Reznor en Atticus Ross hun kans schoon om nog eens volle gas te geven als Nine Inch Nails. Zij slagen er wel in om speels opwinding te creëren zonder te overspannen. Leto kan er een puntje aan zuigen.