‘The Boy and the Heron’ van animatiekeizer Hayao Miyazaki: een reigersvlucht uit de realiteit
Film - The Boy and the Heron
Regisseur - Hayao Miyazaki
Cast - Soma Santoki, Masaki Suda, Takuya Kimura
Hayao Miyazaki’s ‘afscheidsfilm’ The Boy and the Heron is ook nu weer een betoverende animatiefabel gedrenkt in échte emoties.
Hayao Miyazaki, al sinds de jaren tachtig de drijvende kracht achter het Japanse Studio Ghibli, heeft al drie keer zijn pensioen aangekondigd. Maar zolang de inmiddels 82-jarige animatiekeizer parels blijft produceren, kan geen filmliefhebber, jong of oud, enig bezwaar hebben tegen ’s mans herhaalde woordbreuk.
Ook dit keer presenteert hij een excentriek fantasyverhaal dat zich ontvouwt zoals veel van Miyazaki’s klassiekers, waarvan Princess Mononoke (1997), Spirited Away (2001) en Howl’s Moving Castle (2004) de bekendste titels blijven. Het verhaal begint in de werkelijke wereld wanneer we Mahito ontmoeten, een prille tienerjongen die worstelt met het tumult van de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt gedwongen om Tokio te verlaten met zijn vader na de tragische dood van zijn moeder Hisako tijdens een luchtbombardement van de geallieerden, een spectaculaire openingsscène die je het vuur en de pijn haast doen voelen.
Maar eens Mahito op het platteland is beland komt een reiger aangevlogen en wordt het verhaal onwerkelijker. De vogel heeft er namelijk een handje van om gevaarlijk dicht bij Mahito te duiken, alsof hij het kind naar een specifieke plek wil gidsen. Dat blijkt een vervallen toren te zijn waarvan de ingang is geblokkeerd. Tenminste: tot hij en Mahito toch naar binnen glippen en het bazige beest aan de jongen vertelt, met een stem die klinkt als Nick Nolte nadat hij een krat Cohiba’s heeft gerookt, dat zijn moeder toch niet dood is en hij hem kan helpen haar te vinden.
In het eerste deel van de film, waarin avontuur, verdriet en familiale routines zich vermengen, laat Miyazaki al zijn vertrouwde thema’s passeren. Mahito’s vader, Shoichi, is de belichaming van Miyazaki’s eigen vader, de munitieproducent en vliegenier die centraal stond in het autobiografische The Wind Rises, zijn vorige afscheidsfilm uit 2013. Het verhaal – op old-schoolwijze gefabriceerd aan een tempo van ongeveer één getekende minuut per maand – wordt ook nu verteld vanuit de verbeelding van een kind dat tussen diverse dimensies springt om grip te krijgen op de pijnlijk reële chaos om hem heen, in de hoop om zijn littekens te zalven.
Bijna twee uur lang word je gelokt naar een surrealistische wereld bevolkt door beate besjes, vleesetende reuzeparkieten en een akelige, pratende reiger wiens pluimen je liefst zou plukken. Het is een wereld van luchtkastelen – echte en andere – waarin het groteske het verhevene kopjes geeft en het fantastische werkelijkheid wordt. Maar Miyazaki’s handgetekende en subtiel geschetste personages bewegen vol levendigheid omdat ze de zwaartekracht van de realiteit dragen, waardoor elke emotie – hoop, vreugde, angst en existentiële verwarring – ook nu weer in drie dimensies binnenkomt.
De jongen en de reiger is dan ook allesbehalve een doordeweekse tekenfilm, al was het maar omwille van het bizarre, bruuske einde. Alsof Miyazaki je na twee uur plots terug wakker schudt en de échte wereld in stuurt waar oorlog, onrust en de zorg om de natuur nog steeds dagelijkse besognes zijn. Het is een reis naar een droomlandschap geschilderd met de stroken van een meester die al meerdere keren probeerde ‘sayonara’ te zeggen, maar bij elke comeback een film aflevert waarvan elk frame door menselijkheid en metier lijkt betoverd. Op naar Miyazaki’s volgende afscheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier