In het India van Santosh, een potente procedurethriller van Sandhya Suri, is rechtvaardigheid een illusie.
‘De ware maatstaf van een samenleving is hoe ze omgaat met haar meest kwetsbare leden’, sprak Mahatma Gandhi ooit. En in Santosh – een zweterige procedurethriller over wetshandhaving in de modder van het Indiase kastensysteem – krijgt dat principe een wel heel wrange weerklank.
Voormalig documentairemaakster Sandhya Suri laat haar titelpersonage – een jonge weduwe die na de dood van haar man diens job ‘erft’ bij de politie – spartelen in een moeras van bureaucratisch machtsmisbruik, religieuze rancune en seksisme dat met de paplepel wordt ingegeven. Shahana Goswami speelt Santosh met een stille complexiteit: een vrouw die rouwt om haar man, maar tegelijk voor het eerst in haar leven macht ruikt – en niet vies blijkt van de geur.
Onder het oppervlak van Suri’s rauwe, uit het Noord-Indiase straatleven gerukte mise-en-scène borrelt een ziedende analyse van een samenleving die zichzelf via geweld, corruptie en rituele vernedering in stand houdt. De film begint als een misdaadmysterie – een jong meisje uit de onderste kaste wordt dood teruggevonden, haar dorp staat in rep en roer – maar schuift langzaam op richting neonoir, waarin schuld en onschuld minder tellen dan hiërarchie en reputatie.
Suri’s handbewogen camera laat je de verzengende hitte voelen en de verstikkende geur van angstzweet en moreel verval ruiken. Elke scène ademt ongemak, alsof je samen met Santosh vastzit in een uniform dat net een maatje te klein is. Hoewel de film de genrepaden volgt, is dit géén cinema om ontspannen een doos popcorn bij te eten, wel het soort dat subtiel schaafwonden achterlaat.
Vergelijkingen met India’s independentkoning Anurag Kashyap zijn (deels) gerechtvaardigd: ook hij gebruikt flikkenfilms om de etterende hypocrisie van het moderne India bloot te leggen. Maar waar Kashyap vaak extra testosteron toevoegt, houdt Suri – geboren en getogen in Engeland – haar woede onderkoeld. Haar film is géén politieke preek, wel een scherpe observatie vanuit een vrouwelijke blik, met het politie-uniform als symbool en wapen tegelijk. Het verleent Santosh toegang tot de mannenwereld, maar ook de opdracht om mee te spelen in het systeem dat vrouwen, dalits en moslims systematisch reduceert tot figuranten.
Dat de film door de Indiase censuur uit de bioscopen werd geweerd – ook al was het de Britse Oscarinzending dit jaar – spreekt alvast boekdelen. Want films die de hypocrisie van een natie ontleden zijn nu eenmaal zelden welkom in de tempels van de macht.
Of het spannend is? Zeker, maar niet op de Bollywoodmanier. Verwacht geen meppen in slow motion of violen die bij elk onheil luid uit de boxen schallen. Hier sluipt de suspense binnen langs de achterdeur: in juridisch jargon, in schuine blikken en in het trage besef dat macht geen bevrijding brengt, maar een bak stenen op je rug en een ernstig slaaptekort. Ondertussen zie je af en toe een cliché passeren – de obligate morele tweestrijd, de snode overste met de foute snor – en achteraf heb je het gevoel dat het nóg nijpender had gekund. Maar een solide, trefzeker gemaakte en sociaal gechargeerde dossierthriller is Santosh hoe dan ook.