Same as it ever was: veertig jaar later is ‘Stop Making Sense’ nog steeds de beste concertfilm ooit
Film - Stop Making Sense
Regisseur - Jonathan Demme
Cast - David Byrne, Tina Weymouth, Chris Frantz, Jerry Harrison
Na veertig jaar doet Talking Heads bioscopen terug dansen en daveren met het digitaal opgeboende Stop Making Sense, nog steeds – sorry Marty – de beste concertfilm ooit.
In cinefiele kringen, en desnoods zelfs daarbuiten, wordt wel eens beweerd dat Stop Making Sense de beste concertfilm aller tijden is, en ondanks kloeke concurrentie van Gimme Shelter, Monterey Pop en Martin Scorsese’s The Last Waltz, is het dat effectief ook. Je krijgt namelijk niet alleen een topband op de top van zijn kunnen te horen, te zien en te beleven: de Amerikaanse artrockers van Talking Heads die er duivels dansbare klassiekers als Once in a Lifetime en Burning Down the House doordraaien en je doen feesten alsof het 1984 is. De film – geregisseerd door wijlen Jonathan Demme en geconcipieerd door opper-Head David Byrne – is tegelijk een slimme, conceptuele deconstructie van het genre en het begrip ‘liveconcert’ als dusdanig.
De ‘performancefilm’, zoals Demme (die daarna ook de briljante serialkillerthriller The Silence of The Lambs draaide) hem toepasselijk doopte, opent met een leeg podium waarop alleen frontman David Byrne staat met een akoestische gitaar en een cassetterecorder. Hij begint met Talking Heads’ doorbraakhit Psycho Killer, terwijl een kaal drumritme tikt op de tape, maar dat blijkt slechts het intieme, minimalistische begin voor het funky, veelgelaagde energiebombardement dat komen gaat.
Een voor een komen vervolgens de drie andere bandleden (Tina Weymouth op bas, Chris Frantz op drums en Jerry Harrison op toetsen en gitaar) en daarna ook de gastmuzikanten de bühne op. Daarbij wordt telkens een nieuwe laag toegevoegd aan het geluid en de visuele dynamiek van het strak gechoreografeerde optreden. Tot na een song of vijf Slippery People wordt ingezet, en de energiemeter net niet tilt slaat. Of net wel.
Door die uitgekiende opbouw gaat Stop Making Sense – eind 1983 opgenomen tijdens vier avonden in het Pantages Theatre in Hollywood en nu opnieuw te zien in digitaal gerestaureerde 4k-versie – dan ook veel verder dan alleen maar het vastleggen van een liveoptreden. Het is een immersieve metafilm die de grenzen tussen muziekdocu en theatrale fictie doet vervagen, met extatische dansroutines, expressieve belichting en (door Gail Blacker ontworpen) kostuums.
Bovendien verbeeldt en verklankt het concept ook de groei en de transformatie van de band zelf, en niet alleen door het oversized kostuum waarmee David Byrne zijn demonen loopt te bezweren. ‘Alsof zijn lichaam verloren zit in een reuzenpak in de vorm van een doos die om hem uitsteekt, zoals de kostuums in noh-spelen, of zoals Beuys’ grote pak van vilt dat tegen een muur hangt’, zoals de Amerikaanse filmcritica Pauline Kael plastisch pende.
Talking Heads begon in 1977 als een nerdy new-wavebandje uit New York dat strakke, ontbeende vierakkoordensongs met bas, gitaar en drums fabriceerde. De groep groeide uit, met dank ook aan producer-profeet Brian Eno, tot een toonaangevende, met polyritmische patronen, pulserende synths en blitse videoclips experimenterende hitfabriek die essentiële platen als Remain in Light (1980) en Speaking in Tongues (1982) van de band liet rollen.
Een fa-fa-fa-fa-fa, fa-fa-fa-fa-fa-fantastische concertfilm die ook na vier decennia oren, ogen, hersenen én heupen tegelijk prikkelt, en die je in extase doet afvragen: ‘How did I get here?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier