Ondanks alle mistroostigheid schuilt er een verrassend warme gloed in ‘Rimini’ van Ulrich Seidl
Film - Rimini
Regisseur - Ulrich Seidl
Cast - Michael Thomas, Tessa Göttlicher, Hans-Michael Rehberg
Wat een tweederangsschlagerzanger lijden kan? Ulrich Seidl toont het in Rimini, zonder schroom maar met compassie.
Loeren en roeren in plekken en milieus waar niemand anders durft, of wil, in te loeren en roeren? Het is wat Ulrich Seidl al een carrière lang doet, en dat is met zijn nieuwste profane parabel uit de marge van de menselijke zoo niet anders. Dit keer trekt de Oostenrijkse keizer van de grimlach naar Rimini, de Italiaanse badstad aan de Adriatische kust. Of toch – het blijft Seidl – naar de sjofelste bars en hotels die daar tijdens het laagseizoen te vinden zijn.
De tristesse druipt er van de muren, maar dat belet schlagerzanger Richie Bravo – je vindt hem twee etages onder Garry Hagger en Frank Galan – niet om er voor zijn vrouwelijke fans van voorbij de middelbare leeftijd toch wat vrolijkheid en vibrato’s uit te persen.
Bovendien is de geblondeerde, bolle bard zelfs bereid om met hen het bed te delen, weliswaar tegen betaling aangezien artiest zijn nu eenmaal een harde stiel is. En dan zeker wanneer die artiest geconfronteerd wordt met een tienerdochter die plots smartengeld eist omdat ze zonder vader moest opgroeien en een dementerende vader die in een rusthuis zit.
Wie Seidls even ontregelende als memorabele Hundstage (2002), Import/Export (2007) of Paradies-trilogie (2012-13) heeft gezien, weet welke koude kermis hij mag verwachten in Rimini – overigens het eerste deel van een diptiek waarvan het tweede, Sparta, focust op Richie’s broer Ewald, een sportleraar die vecht tegen pedofiele neigingen. Zoals steeds giet Seidl zijn observaties in symmetrische breedbeeldcomposities die zo strak zijn als Richies leren broek. Alsof hij samen met huiscameraman Wolfgang Thaler een heidense missie heeft gemaakt van schoonheid scheppen in wat spuuglelijk is.
De kleuren, decors en discolichten ogen schraal, en zoals zo vaak bij Seidl, sociale sater par excellence, is het zelden duidelijk of je nu verondersteld wordt te grienen of te grijnzen. Maar gratuite uitlachcinema, of erger nog, amorfe kitsch, wordt het nooit.
Sterker nog: Richie Bravo mag dan misschien ’s werelds charmezanger met de minste charme zijn, beetje bij beetje wordt hij een moderne Job: een mislukte vader, zoon, echtgenoot annex artiest die al croonend, zuipend en schmierend maar vooral tevergeefs op zoek gaat naar loutering.
Ondanks alle mistroostigheid schuilt er dan ook een verrassend warme gloed in Rimini. Dat is te danken aan Seidls rigoreuze regie, aan diens sardonische gevoel voor empathie én aan hoofdrolspeler Michael Thomas die zich met zo veel overgave smijt dat je de indruk krijgt dat je naar een pijnlijk onthullende, maar wreed schone backstagedocumentaire op Ment TV aan het kijken bent. Leef, grijp alles wat je kan!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier