Film - Perfect Days
Regisseur - Wim Wenders
Cast - Kôji Yakusho, Yumi Aso, Tokio Emoto
Wim Wenders levert zijn beste film in tijden af met Perfect Days, een ode aan het alledaagse in het zog van een toiletreiniger uit Tokio.
Kun je jezelf op je 78e alsnog heruitvinden en na jaren van artistieke droogte eindelijk nog eens een relevante film maken, een die bovendien zachtjes smeult van levenslust en subtiel proeft naar levenswijsheid? Klaarblijkelijk wel, tenminste als je Wim Wenders heet. Met het kleine, fijne Perfect Days levert de Duitse neue-welleveteraan immers zijn beste en vlotst verteerbare film af sinds Der Himmel über Berlin (1987), Paris, Texas (1984) of desnoods zelfs Der amerikanische Freund (1979). En dat door richting Tokio te trekken, zijn formalistische fetisjen en pseudo-intellectuele poeha voor één keer thuis te laten en even sereen en discreet te werk te gaan als zijn hoofdpersonage.
Dat is Hirayama – lumineus vertolkt door Kôji Yakusho, bekend van onder meer Shohei Imamura’s klassieker The Eel en dit jaar in Cannes bekroond tot beste acteur. Hirayama is een toiletreiniger op leeftijd die dagelijks Tokio doorkruist met zijn bestelbusje, waar rocksongs van Patti Smith, The Kinks, The Animals en – de titel deed het al vermoeden – uiteraard ook Lou Reed door de luidsprekers weerklinken.
Wie de zwijgzame, immer mild glimlachende zestiger is? Wat hij in zijn leven heeft meegemaakt? Waarom hij zo in het reine lijkt met urinoirs en wc-potten poetsen en met zijn vereenzaamde zelf, hoewel hij duidelijk een gecultiveerde melomaan is die heeft geleefd? Dat laten Wenders en coscenarist Takuma Takasaki je beetje bij beetje ontdekken door ontmoetingen met zijn vrijpostige nichtje, zijn jonge medewerker én met zijn zurige zus, al wordt er twee uur lang meer gekeken en gesuggereerd dan gepraat en uitgelegd.
De film ademt dan ook een documentaire-achtig zen-sfeertje, met geduldige observaties van Hirayama’s dagelijkse routines. Van het ochtendlicht dat op zijn tatami valt, over het poetsen van zijn tanden, tot het water geven aan zijn collectie potplantjes: elk vluchtig moment wordt door cameraman Franz Lustig ingekaderd als een plaatje. En dan zijn er nog de subtiele overgangen en elegante cuts die verraden dat Wenders – die eerder al inspiratie vond in het land van de rijzende zon voor de documentaires Tokyo-Ga (1985) en Aufzeichnungen zu Kleidern und Städten (1988) – duidelijk goed zijn idool Yasujiro Ozu heeft bestudeerd.
Het resultaat is een verrassend charmante, elegant vormgegeven, door tijdloze rocksongs begeleide zwerftocht langs de openbare toiletten van Tokio, in het gezelschap van een sympathieke schoonmaker die de kunst verstaat om overal schoonheid in te zien. Niet alleen een onverhoopte terugkeer naar Wenders’ vroegere vorm, maar vooral een mooie, meditatieve ode aan de poëzie, de gratie en de troost die in het alledaagse schuilt, desnoods zelfs in een pispot. Arigato.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier