‘Marlowe’ is een in nicotine en neonlichten gedrenkte hommage aan de meest iconische dick uit de noircataloog
Film - Marlowe
Regisseur - Neil Jordan
Cast - Liam Neeson, Diane Kruger, Jessica Lange
In Neil Jordans Marlowe zet Liam Neeson de deukhoed van Raymond Chandlers notoire noirdetective op, maar veel vonken geeft dat niet.
Humphrey Bogart speurneusde Marlowe de filmcanon in met The Big Sleep (1946) van Howard Hawks, Elliott Gould slofte hem laconiek achterna in Robert Altmans The Long Goodbye (1973) en nu is het de beurt aan Liam Neeson om de fedora op te zetten van de meest iconische private dick uit de noircataloog. Niet dat deze update gebaseerd is op een boek van Raymond Chandler zelf, de pulpfictionkoning die Marlowe meerdere moordmysteries liet oplossen in zijn rokerige romans uit de jaren dertig en veertig. Deze incarnatie, geregisseerd door de Ierse iconoclast Neil Jordan, is een pastiche op Chandlers creatie. Of beter: een in nicotine gedrenkte hommage, naar het boek The Black-Eyed Blonde van John Banville en naar het scherm vertaald door The Departed-scenarist William Monahan.
De intrige speelt zich af in Los Angeles anno 1939 en Jordan, die met Mona Lisa (1986) en The End of the Affair (1998) al met het genre flirtte, laat de sigarettenrook sensueel omhoog kringelen en het Californische zonlicht door de blinden priemen, zoals de noirtraditie dat voorschrijft. Femme fatale met dienst is trofee-echtgenote Clare Cavendish (Diane Kruger) die Marlowe inhuurt om naar haar louche loverboy te speuren die mysterieus verdwenen is, ook al ligt die mogelijk al een poos onder de zoden. Het leidt Marlowe langs de decadente jetset van Hollywood én de Mexicaanse onderwereld, al is het verschil niet altijd duidelijk. Zelfs niet voor een versleten ‘gumshoe’.
De dialogen klinken koortsig en er is geen gebrek aan in whisky en cynisme gesopte oneliners. Alleen smokkelt Neeson zijn persona (en leeftijd) mee de Spaanse villa’s en neonverlichte bars binnen, waardoor zijn Marlowe vervelt tot een melancholische loner die zijn pointes niet alleen verbaal, maar af en toe ook met zijn knoken maakt. Stond The Big Sleep stijf van de existentiële koorts en psychoseksuele suspense dan gaat het er gepolijster, gezapiger en – ondanks enkele ‘fucks’ en anachronismen – braver aan toe, al tracht de zwoele, Henry Mancini-achtige muziek de temperaturen hoog te houden. Helaas grotendeels tevergeefs.
In de States werd Jordans makke Marlowe dan ook kritisch gekneveld en voor dood achtergelaten in de boxofficewoestijn. Maar zelfs al zijn de cocktails waaraan la Kruger haar lipsticklippen zet bruisender dan het verhaal: het blijft een wreed lot voor de neonoir. Je moet toch al blind gebeukt zijn door alle superheldensmurrie en streamingtroep om de kwaliteiten ervan niet te zien.
De decors en kostuums mochten wat kosten, de cast (met goed volk als Alan Cumming, Colm Meaney en Danny Huston) speelt met nostalgische goesting en Jordan mag dan al een tijd Marlowe-gewijs op zoek zijn naar die hitsige hond die The Crying Game (1992) en Interviewwith the Vampire (1994) draaide, hij weet nog altijd hoe je een camera elegant laat bewegen, hoe je een gezicht belicht en wanneer je ‘actie’ en ‘cut’ moet roepen.
‘De sleutel tot Hollywood? Weten wanneer je uitgespeeld bent, het geld nemen en wegrennen’, hoor je Jessica Lange zeggen, die hier nog eens het scherm doet oplichten als Clares flamboyante moeder. Toch goed dat Jordan en zijn licht reumatische Marlowe zich geen fuck aantrekken van dat advies.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier