‘Köln 75’ is een warme ode aan koppige tienerdromen

3 / 5
Beeld uit ‘Köln 75’
3 / 5

Film - Köln 75

Regisseur - Ido Fluk

Cast - Mala Emde, John Mangaro, Ulrich Tukur

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

In Köln 75 improviseert groupie Vera Brandes backstage harder dan jazzpianist Keith Jarrett óp het podium. Een coming-of-agesolo in de schaduw van een legendarisch concert.

Wie bij jazz meteen denkt aan rokerige kelders vol mannen met rare ringbaardjes en akkoordenschema’s die klinken als een muzikale sudokupuzzel moet dringend eens The Köln Concert van Keith Jarrett beluisteren. Dat is geen free jazz voor gevorderden, maar een spirituele solo-improvisatie die klinkt alsof God zelf op 24 januari 1975 een uur lang een krakkemikkige Bösendorfer piano bespeelde in de Opera van Keulen. Meer dan vier miljoen exemplaren werden er van de dubbelelpee verkocht, en dat voor een plaat waarvan geen enkele noot vooraf vastlag.

Köln 75 – geregisseerd door de Amerikaan Ido Fluk – vertelt het weinig bekende, maar tamelijk onwaarschijnlijke backstageverhaal van dat legendarische concert. Niet vanuit het perspectief van de Amerikaanse sterpianist – die in 2018 een reeks beroertes kreeg en sindsdien niet meer speelt – maar vanuit dat van Vera Brandes, de toen amper 18-jarige en totaal onervaren organisator die het concert redde van de afgrond en daarbij zo mogelijk nog meer improviseerde dan Jarrett.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

John Magaro (ook te zien in First Cow en Past Lives) speelt Jarrett – toen al een vermaard virtuoos die met Miles Davis en Charles Mingus had gewerkt – als een gekwelde klankmonnik met rugpijn en artiestenkuren. Maar de film draait vooral om Vera, gespeeld met charmante overdrive door Mala Emde. Ze is een soort Duitse jazzgroupie meets girlboss avant la lettre, die met de telefoon in de tandartspraktijk van haar conservatieve pa,  en met een kloeke dosis puberale naïviteit Keulen hoopt om te toveren tot Europa’s jazzmekka.

De film is een coming-of-agekraakfilm met goudgele seventiesdecors die ruiken naar shag, vinyl, verschraald bier en seksuele vrijheid. Op de achtergrond hoor je Can en Neu!, als een krautrockende soundtrack die de chaos van Vera’s missie voortstuwt. Met zijn freeze frames, ironische voice-overs en een fictieve jazzjournalist die de vierde wand doorbreekt door te doceren over syncopen en soul, voelt de film soms als een Wes Anderson-versie van Almost Famous, maar dan met meer sigarettenrook, minder symmetrie, en een Bösendorfer die dringend gestemd moet worden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Formeel is het allemaal te netjes om echt veel snaren te raken: de mise-en-scène is verzorgd, maar mist de improvisatorische flair van Jarrett zelf. De plot holt van onvoorziene crisis naar crisis, met Vera als een minderjarige Duitse jazzbunny in gogo boots. Bovendien is er geen noot van Jarretts muziek te horen. Aangezien de maestro – 80 inmiddels – zijn populairste werk afdeed als repetitief en verklaarde het liefst alle exemplaren van de plaat te willen vernietigen, weigerde hij zijn medewerking.

Maar er zit een energieke retrovibe in de film, en een aanstekelijke liefde voor muziek die zelfs de meest cynische jazzleek doet glimlachen. Geen grootse cinema, wel een warme ode aan koppige tienerdromen, én een prima excuus om The Köln Concert te (her)ontdekken – zelfs voor wie denkt dat improvisatie iets is wat je doet als je de Antwerpse Ring nadert.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise