Een neus voor muziek: er vallen geen echt valse noten in de Bernstein-biopic ‘Maestro’
Film - Maestro
Regisseur - Bradley Cooper
Cast - Bradley Cooper, Carey Mulligan, Matt Bomer
Met Maestro duikt Bradley Cooper de gekwelde psyche van dirigent-componist Leonard Bernstein in, al walsend en met een plasticineneus.
Mocht Cate Blanchett begin dit jaar al symfonieorkesten aanvoeren in het heerlijk grensoverschrijdende Tár, dan is het vanaf deze week de beurt aan Bradley Cooper om de maat te slaan en daarbij allerlei gekwelde bekken te trekken. Alleen was Blanchetts personage volkomen fictief, terwijl Cooper – die hier ook de regiehonneurs waarneemt – de beroemdste dirigent aller tijden incarneert, en dat met pathos en een plasticineneus die al meer controverse opleverde dan de promoafdeling van Netflix had durven dromen. Dat was – sorry, Dirk Brossé – de Joods-Amerikaanse maestro Leonard Bernstein (1918-1990), die zowel de New York Philharmonic als de Wiener Philharmoniker aanvoerde, maar ook de iconische muziek voor West Side Story en andere Broadwaymusicals schreef.
Bovendien was Bernstein nog veel meer dingen, zo suggereert Cooper, die zijn regietalent en melomanie al showde met zijn debuut A Star Is Born. Of beter: zo demonstreert hij, met zo veel schwung dat zelfs de flamboyante Bernstein zou hebben gedacht: ‘Doe maar een terts lager, en meer andante’. Bernstein was een sterdirigent die graag de spotlights opzocht, maar tegelijk een gekweld componist die liefst in stilte muziek maakte. Hij was een bon vivant die iedereen mee griste in zijn enthousiasme, maar ook een dolende, drugsverslaafde ziel vol donkere gedachten. En de meest frappante dualiteit, toch zeker privé: hij was een echtgenoot die zijn vrouw – actrice Felicia Montealegre – doodgraag zag, maar er ondertussen verschillende affaires met jonge mannen op nahield.
Cooper laat het allemaal de non-lineaire revue passeren aan een koortsig staccatotempo, maar niet zonder af en toe een rustmoment te pakken. Dat doet hij nu eens in stemmig zwart-wit, dan weer in exuberante tinten. Eerst in benepen 4/3-beelden, het standaardformaat van de jaren veertig en vijftig, wanneer de klassieke ster Leonard Bernstein is geboren. Daarna – wanneer zijn huwelijk met Felicia aan het ontmantelen is – in wulps cinemascoop, wat de kloof tussen de partners nog dieper doet gapen.
Cooper zapt van scharniermoment naar scharniermoment. Maar de emotionele lijm is niet Bernstein, nochtans het gecompliceerde onderwerp van deze zichzelf al te opzichtig richting Oscars dirigerende biopic, maar wel Felicia. Toch zoals die wordt vertolkt door Carey Mulligan: subtiel, empathisch, krachtig, én met een posh Engels accent.
In 150 minuten vliegen vele jaren, muzikale hoogtes en persoonlijke laagten voorbij, en uiteraard had Cooper – die er soms te veel een geaffecteerde imitatieshow van maakt – zijn symfonisch gecomponeerde biopic nog veel langer kunnen maken. Maar saai wordt het nooit, echt valse noten vallen er niet te horen, en de soundtrack switcht soepel van West Side Story, over Gustav Mahler (het waren Bernsteins meeslepende opvoeringen die de componist postuum zijn canonieke status bezorgden) tot andere grandioze klassieke muziek.
Uiteindelijk draait het dan ook meer om breed geborstelde gevoelens en sferen dan om naakte noten en feiten, een adagium waar wijlen Bernstein – de kettingrokende maestro bezweek in 1980 aan longkanker – zich wellicht best had kunnen in vinden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier