Film - Blitz
Genre - Drama
Regisseur - Steve McQueen
Cast - Saoirse Ronan, Harris Dickinson, Benjamin Clémentine
Steve McQueens oorlogsdrama Blitz is zijn tederste film tot nu toe, maar ook zijn minst intense. De stomp in de maag blijft uit.
Wie aan filmmaker Steve McQueen denkt, denkt aan intens fysieke cinema, met beelden die de blik tot slaaf maken. Van de hongerstakersbiopic Hunger over het slavenepos 12 Years a Slave tot de raciaal geladen reeks Small Axe: altijd had de Brit de gave om zijn verhalen bijna lichamelijk tastbaar te maken. Maar met Blitz, een oorlogsdrama dat zich afspeelt in het verwoeste Londen van 1940, zoekt hij tevergeefs naar de vuurkracht van zijn vroegere werk.
Nochtans lijkt McQueen trouw te blijven aan zijn stijl. Op het eerste gezicht toch. De openingsscène sleurt je direct de chaos in, met nazibommen die de stad versplinteren, mensen die schuilen in de metro en brandweerslangen die doldraaien als hydra’s. Toch is het deze keer niet de fysieke pijn die centraal staat, maar de veerkracht van de modale burger, hier verpersoonlijkt door de negenjarige George (Elliott Heffernan). Hij is de zoon van een blanke moeder en een zwarte vader. De empathie waarmee McQueen zijn verhaal van verlies en saamhorigheid schetst, wekt bewondering op. Maar zonder de hevigheid die zijn eerdere werk typeert, blijven de personages buiten bereik.
George wordt door zijn moeder Rita (Saoirse Ronan) op de trein gezet naar het platteland, zoals veel ouders destijds deden om hun kinderen tegen de Duitse bommenregen te beschermen. Maar de koppige George keert alleen terug naar Londen, op zoek naar zijn familie en geborgenheid. Onderweg ontmoet hij mensen van diverse pluimage: van een vriendelijke flik tot criminelen die uit Oliver Twist lijken weggelopen. McQueen schetst zo een caleidoscopisch beeld van een stad in puin, waar hij vervolgens thema’s als racisme en de klassenkloof doorheen weeft. Alleen doet hij dat niet op de subtiele, organische manier waarop je zou hopen.
Bovendien opteert hij voor een episodische, soms bijna sprookjesachtige aanpak, wat de suspense uit het verhaal wringt. Waar je bij zijn eerdere films naar adem hapte, laat het gepolijste Blitz je met een zekere afstand naar de gebeurtenissen kijken. Je voelt zelden de wrange intimiteit van de oorlog, laat staan de stank en het angstzweet. Aan de oppervlakte doet de film dan ook denken aan de bitterzoete melodrama’s van de onvolprezen Terence Davies van Distant Voices, Still Lives en The Deep Blue Sea. Al mist Blitz – met zijn honderden figuranten en pronkerige CGI – de emotionele turbulentie en de picturale kracht van Davies’ oorlogsherinneringen.
McQueen toont de kleine verhalen van de oorlog, zonder grootse helden of epische overwinningen, en doet dat met oog voor detail. De cinematografie van Yorick Le Saux oogt exquis, té exquis eigenlijk, en montage en muziek gidsen je naadloos van scène naar scène. Maar waar je bij McQueens eerdere films een stomp in de maag kreeg, blijft dit keer vooral leegte smeulen.
‘Success is not final, failure is not fatal’, sprak Winston Churchill ooit. Een wijsheid die McQueen maar moet meenemen naar zijn volgende project.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier