De documentaire ‘All the Beauty and the Bloodshed’ is veel meer dan een kunstenaarsbiografie
Film - All the Beauty and the Bloodshed
Regisseur - Laura Poitras
Cast - Nan Goldin
Laura Poitras’ All the Beauty and the Bloodshed is een verslavend intens portret van fotografe Nan Goldin, als artieste én activiste.
Eind jaren zeventig begon de Amerikaanse fotografe Nan Goldin haar camera zonder opsmuk op zichzelf te richten, en op de outsiders – artiesten, junkies, dragqueens en hoeren – met wie ze zich in de New Yorkse undergroundscene omringde. Met haar los geschoten, danig energieke snapshots groeide ze uit tot dé chroniqueur van subcultureel Amerika. Maar ook op haar 69e, zo blijkt uit Laura Poitras’ met de Gouden Leeuw bekroonde documentaire, is ze nog altijd een baken van verzet. Al een leven lang verzet Goldin zich tegen vooroordelen, verslavingen en taboes, maar nu ook tegen big pharma, die in de States de opioïdenpandemie aanwakkerde die tot nu toe aan zeker 200.000 mensen het leven kostte.
Ook Goldin, die druggebruik vaak schokkend openlijk documenteerde, raakte verslaafd aan de pijnstillers. Meer bepaald aan OxyContin, geproduceerd door Purdue Pharma, eigendom van de Sackler-familie. Hoewel de Sacklers donders goed wisten welke menselijke ramp hun verslavende spul aanrichtte, verdienden ze er miljarden aan. Al weerhield hen er dat niet van om met dat ‘vuile geld’ New Yorkse topmusea als The Metropolitan en het Guggenheim te sponsoren. In die kunstinstituten hadden ze jarenlang een eigen vleugel. Ook Goldins werk behoort er tot de vaste collectie.
De film toont hoe Goldin als stem en gezicht van de protestgroep PAIN (Prescription Addiction Intervention Now) haar naam en faam gebruikt om die witwasoperatie van de Sacklers en de hypocrisie van de culturele instellingen aan te klagen. Je ziet hoe ze mee die-ins organiseert in de musea, waarbij PAIN-sympathisanten voor dood op de grond gaan liggen. Je ziet hoe ze praatsessies houdt met andere ex-pijnstillerjunkies en juridische acties plant. En – niet alle verzet is zinloos – hoe verschillende musea daadwerkelijk besluiten om de naam Sackler van hun muren te halen.
Tussendoor passeren tal van haar energieke, schijnbaar chaotisch geschoten snapshots van het leven in de marge van de Amerikaanse droom. Tegelijk hoor je haar op de voice-over vertellen over hoe ze als adolescent omging met de zelfmoord van haar oudere zus, met haar verslavingen, met de gewelddadige relaties waarin ze soms zat, met de dood van vele vrienden aan aids en overdosissen, en met het sekswerk dat ze ooit deed. Goldin gaat geen onderwerp uit de weg. Daardoor word je getuige van een intens openhartige biecht en begrijp je beter hoe nauw haar werk en leven met elkaar verstrengeld zijn – het is als een hitsige tango tussen schoonheid en bloedvergieten.
Poitras’ film is dus meer dan een kunstenaarsbiografie, of een kwaad pamflet tegen het duistere opioïdenimperium van de Sacklers. Hij laat je loeren in de pikdonkere kamers waar Goldins niets verhullende werk en psychische littekens aan ontspruiten, en laat de artieste op een gebalde, empathische en narratief onderhoudende manier dialogeren met de activiste.
Qua spankracht en sociale relevantie hoeft All the Beauty and the Bloodshed nauwelijks onder te doen voor Citizenfour (2015), Poitras’ Oscarwinnende shockdoc waarin Edward Snowden voor haar camera voor het eerst de klokken luidde over de illegale spionagepraktijken van de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Zoals Lou Reed al gromde: come take a walk on the wild side.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier