‘De acht bergen’ is een matuur gemaakte, wulps gefilmde vertelling over ventenvriendschap
Film - De acht bergen
Regisseur - Felix van Groeningen & Charlotte Vandermeersch
Cast - Luca Marinelli, Alessandro Borghi, Filippo Timi
Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch vertalen bestseller De acht bergen tot een fraai gefilmde bromance in de Alpen.
Dat 2022 – eindelijk – nog eens een grand cru was voor de Vlaamse cinema? Dat weet u al dankzij Close, Rebel en Zillion, en het feestje gaat deze week onverstoord verder met De acht bergen, Le otto montagne in het Italiaans, net zoals de vertaalde en de originele titel van Paolo Cognetti’s succesroman waarop het regisseurskoppel zich baseerde.
In de film, die net als Close de Cannes-competitie haalde en daar de Juryprijs wegkaapte, zie je hoe nature en nurture, bourgeoisie en werkende klasse, lyriek en epiek, maar vooral twee boezemvrienden botsen en schuren, zoals bergen doen volgens de platentektoniek. De eerste heet Pietro, komt uit Turijn en trekt met zijn bemiddelde familie elke zomer naar een afgelegen huisje in Valle d’Aosta, hoog in de Italiaanse Alpen. De tweede is Bruno, een ‘montanaro’ die geboren en getogen is tussen de koeien, weides en besneeuwde pieken, maar ondanks alle verschillen toch Pietro’s beste buddy blijkt.
Wat volgt, is een bromance in de bergen die meerdere decennia omspant. Je ziet Pietro en Bruno als twaalfjarigen ravotten in zomers zonlicht. Maar de hoofdmoot van de film draait om hun heel verschillende levens als volwassenen – prima rollen voor Luca Marinelli en Alessandro Borghi. Daarin spelen ruzies, scheidingen, overlijdens en andere issues een grotere rol dan ze tijdens hun idyllische jeugd konden bevroeden, maar altijd blijft de berghut hun refuge. Zowel geografisch als emotioneel.
Visueel is de film een plaatje, wellicht zelfs Van Groeningens mooiste. Alsof je de sneeuw proeft en de ijle lucht je adem beneemt. Huiscameraman Ruben Impens stanst prachtige Alpenvista’s in het benepen 4/3-formaat, wat de decors en gezichten nog monumentaler maakt. Bovendien lijkt Van Groeningen zijn losse, levendige huisstijl te hebben ingeruild voor een meer klassieke, minder instinctieve mise-en-scène, met strak gecadreerde en fraai uitgelichte shots.
Het maakt van De acht bergen een elegante, breed uitwaaierende vertelling over een kronkelige ventenvriendschap. Maar de strafste, ontroerendste momenten? Dat zijn die waarin de film het overneemt van het boek, de cinema van de literatuur, en het immersieve van het narratieve.
Af en toe proeft het wat te literair, met die obligate voice-over, en ondanks de organische montage van Nico Leunen – Van Groeningens trouwe sherpa – snakt de tweeënhalfuur durende film naar het einde toe enigszins naar adem. Het doet vermoeden dat Felix, Charlotte en co. misschien nog hoger, verder en dieper waren geraakt als ze Cognetti’s roman tijdens hun (zelf)ontdekkingstocht door de bergen en door de ziel van de twee kameraden wat vaker in hun knapzak hadden laten zitten. Maar dat maakt deze wulps gefilmde, matuur gemaakte en innemend vertolkte trip niet minder boeiend en bevredigend. Voor het oog, én het hart.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier