‘Banel & Adama’: een Romeo en Julia-variant die structurele misogynie aankaart maar muteert tot een fabel over klimaatopwarming
Film - Banel & Adama
Regisseur - Ramata-Toulaye Sy
Cast - Khady Mane, Mamadou Diallo, Binta Racine Sy
Banel & Adama, de dromerige debuutfilm van de Frans-Senegalese Ramata-Toulaye Sy, is een ballade over jonge liefde die botst op oude tradities.
Banel & Adama, de enige zwart-Afrikaanse film die dit jaar in competitie zat in Cannes, neemt je mee op een intrigerende reis door de Senegalese savanne om daar de rollen van gender en traditie te onderzoeken. In een afgelegen dorp ontmoeten we Banel (Khady Mane) en Adama (Mamadou Diallo) die smoorverliefd zijn op elkaar. De twee dromen ervan om samen te hokken in een van de huizen die momenteel nog bedolven liggen onder het zand van een zandstorm.
Alleen is dat gecompliceerder dan het jonge koppel zou willen. Banel werd indertijd gedwongen om te trouwen met de oudere broer van Adama, Yero, die stamhoofd was en inmiddels overleden is. De schaduw van die laatste hangt over hun huwelijk, zeker wanneer Adama weigert om – tot horreur van de dorpsoudsten – het nieuwe stamhoofd te worden zoals de moslimtraditie dat voorschrijft en Banel haar moeder tot wanhoop drijft door niet meteen zwanger te willen worden.
De film – een Romeo en Julia-variant die structurele misogynie aankaart maar gaandeweg muteert tot een fabel over droogte en klimaatopwarming – boeit vanaf het openingsshot met zijn schilderachtige beelden die je onderdompelen in de natuurpracht van West-Afrika. Zonnestralen dansen op het kabbelende water. Fonkelende sterren strekken zich uit tot aan de horizon. Cinematograaf Amine Berrada vat alles met veel flair en zin voor couleur locale en doordrenkt elke frame van levendige kleuren en doordachte composities.
Toch werpt Banel & Adama – dat doet denken aan Rungano Nyoni’s I Am Not a Witch, maar nooit zo veel magische kracht krijgt – een interessante ironische uitdaging op. Terwijl de film zich presenteert als een grondige verkenning van genderdynamieken en eeuwenoude, culturele tradities, lijken sommige scènes gedrenkt in een vleugje exotisme. Daarbij stelt regisseur Ramata-Toulaye Sy, die geboren werd in Parijs en regie studeerde aan de beroemde Franse filmschool La Fémis, de inheemse bevolking soms voor als mystieke figuren die op magische wijze verbonden zijn met de natuur, wat een echo lijkt van het romantische exotisme dat je vaak in westerse films over Afrika ziet.
Dat neemt niet weg dat Banel & Adama een meer dan verdienstelijk debuut is, ook al flirt de film op een speelse manier met folkloristische clichés. Er is de, weliswaar niet altijd even stabiele, mix van aards realisme met politiek en poëzie. Er zijn de krachtige vertolkingen van de amateurcast, met voorop de charismatische Khady Mane als Banel. En vooral: er zijn de wonderschone beelden die je zowaar bijna in hekserij zouden doen geloven. Bijna.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier