Regisseur Kleber Mendonça Filho: ‘Niets zo politiek als zeggen dat je apolitiek bent’

Beeld uit ‘The Secret Agent’ van Kleber Mendonça Filho

Films van Kleber Mendonça Filho zijn als een Braziliaans carnaval: bont, zwoel en onmogelijk na te vertellen. Het bekroonde The Secret Agent maakt confetti van de militaire dictatuur die Brazilië in de jaren 70 verstikte. ‘Van een lijk op straat keek niemand nog op.’

Begin maart ging de Oscar voor beste internationale film naar het mooie I’m Still Here van Walter Salles. Best mogelijk dat het beeldje volgend jaar opnieuw naar een Braziliaanse film gaat over de militaire dictatuur (1964-1985). De Amerikaanse pers is laaiend enthousiast over The Secret Agent, ook wel O agento secreto, in het Portugees. Het festival van Cannes bekroonde zowel hoofdrolspeler Wagner Moura (Narcos, Civil War) als regisseur Kleber Mendonça Filho. ‘Hoewel mijn films zeer Braziliaans zijn, vallen ze ook internationaal in goede aarde’, grijnst de regisseur, die naam maakte met Aquarius (2016) en Bacurau (2019). ‘Ik vermoed dat niet-Brazilianen hoogstens 85 procent van mijn films kunnen begrijpen. Maar dat is normaal. Als ik naar een Belgische film kijk, vat ik ook niet alles. Ik ken jullie sociale, culturele, politieke finesses niet. Zo heb ik me jaren afgevraagd waarom ze bierflessen in Amerikaanse films altijd in een papieren zak steken. Ik had niet door dat het er illegaal is om met een alcoholische drank over straat te lopen. Waanzin, niet?’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het visueel vernuftige en eigengereide The Secret Agent dompelt je onder in het Brazilië van 1977. Een opgejaagde technologie-expert belandt via een mysterieuze verzetsgroep op een overheidsdepartement. Daar botst hij op op een politiebaas die van de chaos van het carnaval profiteert om mensen te vermoorden. ‘Ik ben er me goed van bewust dat je je herinneringen niet zomaar mag vertrouwen. Ik broed zelfs op een film over dat fascinerende onderwerp. Maar mijn herinneringen aan 1977 zijn scherp. Ik maak me sterk dat ik de sfeer en het gevoel van die tijd eerlijk weerspiegel.’

Straffeloosheid

Mendonça Filho was negen jaar in 1977. ‘Ik herinner me dat ik meermaals dode mensen op straat zag liggen, slachtoffers van verkeersongelukken of van geweld. Onze samenleving is nog steeds erg gewelddadig maar dat zie je toch niet meer, een lijk dat plompverloren op straat ligt. Toen keek niemand daar van op.’

De film opent met honden die in een afgelegen tankstation weggejaagd worden van een lijk. ‘De manager van het tankstation vindt dat de dief zijn verdiende loon kreeg maar dat hij het nu toch ook weer niet verdient om door honden opgepeuzeld te worden. Van die fascinerende, menselijke logica is mijn film doordrongen.’

‘Je mag je herinneringen niet zomaar vertrouwen. Maar mijn herinneringen aan 1977 zijn scherp.’

Volgens Mendonça Filho heeft Brazilië nooit de kans gekregen om in het reine te komen met de militaire dictatuur. ‘Met een amnestiewet gaf de militaire regering zichzelf in 1979 een vrijbrief voor alles wat ze al had mispeuterd. Het excuus was dat de oppositie ook vrijuit zou gaan. Maar alleen degenen die ze niet hadden afgeslacht, konden ervan profiteren.’ Volgens hem had die straffeloosheid een blijvend traumatisch effect op de Braziliaanse samenleving. ‘Op het einde van mijn film weigert de zoon met de jonge historicus te praten over de vervolging van zijn vader. Hij schermt zich af van dat hoogst ongemakkelijke onderwerp. Het typeert de psyche van Brazilië. Je hebt het niet over de dictatuur.’

Lachen met seks

De regisseur, met een verleden als filmjournalist, vindt dat vooral conservatieve families boter op het hoofd hebben. ‘Ik ken vooral linkse families en daar wordt wel openlijk gepraat over hoe vader, oom, grootouders zich gedroegen tijdens de militaire dictatuur. Sommigen streden op jonge leeftijd tegen het regime. Velen wilden een rustig leven maar kregen evenzeer problemen met het regime. Mijn hoofdpersonage is daar een voorbeeld van. Anderen gingen in ballingschap. De conservatieve families daarentegen negeren wat er vijftig, zestig jaar geleden is gebeurd. Dat is problematisch. Ze scheppen er graag over op dat ze apolitiek zijn. Maar er is niets zo politiek als beweren dat je apolitiek bent. Beweren dat je noch links, noch rechts bent, is je verstoppen. Ik vind dat je je verleden moet onder ogen komen.’

Zijn vorige film, Bacurau, was een vreemde mix van western, politieke allegorie en een invasiefilm met horror-taferelen en psychedelica. Ook nu verrast Mendonça met een bloederige finale, verwijzingen naar urban myths en knipogen naar de sekskomedies die Brazilië overspoelden in de jaren zeventig. ‘De exploitation-cinema bloeide in de jaren zeventig. De dictatuur was allergisch aan linkse films en haatte films met sterke ideeën. A Clockwork Orange van Stanley Kubrick of Saló van Pier Paolo Pasolini werden verboden. Het duurde jaren voor films als Z van Costa-Gavras een release kregen. Maar sekskomedies mochten wel, massaal. Bijna alsof het drugs waren. We noemden ze pornochanchada. Ze werden alsmaar gedurfder. Een van de shots in de film zou perfect gepast hebben in zo’n pornochanchada. Een harig been stampt in de ballen van de gast en het meisje loopt met ontblote borsten weg. De meeste “speciale” beelden zijn wel eerder mijn reïnterpretatie van Amerikaanse monsterfilms of horrorfilms, als Friday the 13th.’

Mendonça schreef het scenario met Wagner Moura in gedachten, de Braziliaan die wereldberoemd werd met zijn vertolking van Pablo Escobar in de serie Narcos. ‘Als linkse artiesten kregen we het beiden een poos hard te verduren in Brazilië. Zonder elkaar goed te kennen, steunden we elkaar. Eindelijk is het ons gelukt eens effectief samen te werken.’

The Secret Agent

Vanaf 17.12 in de bioscoop.

Kleber Mendonça Filho

Geboren in 1968 in het Braziliaanse Recife.

Begint zijn carrière als filmcriticus en curator.

Experimenteert in de jaren 90 met muziekvideo’s, in de jaren nul won hij honderden prijzen met kortfilms.

Wint met Bacurau (2019) de juryprijs in Cannes.

Combineert maatschappijkritiek met een eigen visuele stijl en durft te verrassen met scènes die zo in genrefilms zouden passen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise