Regisseur Fabrice du Welz heeft het gehad met Hollywood: ‘We hebben de Amerikanen niet nodig’
Telkens als Fabrice du Welz buiten België filmt, loopt het fout. Telkens als hij in de Ardennen filmt, levert het een parel op, zoals nu weer met Adoration. Een intiem gesprek met de vurigste der Belgische cineasten. ‘Mijn liefde voor cinema is ziekelijk.’
New York, tien jaar geleden. Fabrice Du Welz werkt aan een filmproject dat uiteindelijk op niets uitdraait, ‘zoals zo vaak’. Het productiehuis is tegelijkertijd bezig aan een docu over de Britse postpunkband Public Image Ltd. Na PiL’s eerste Amerikaanse concert sinds lang wordt er gedineerd in een fancy restaurant in Soho. Du Welz mag recht tegenover zanger John Lydon zitten, ook bekend als Johnny Rotten van Sex Pistols. ‘Een jeugdheld. Zijn poster hing in mijn kamer’, vertelt Du Welz. ‘Helaas trok hij om de haverklap naar de toiletten met zijn afschuwelijke manager. Om coke te snuiven, dacht ik. Het bleek crystal meth te zijn. Ze drongen aan mee te doen. Ik weigerde. Vanaf dat moment staarde Lydon me agressief aan. Omdat hij bleef staren, vroeg ik: “Are you okay?” “No, man, I’m not fucking gay,” riep hij, “you fucking French frog”. Du Welz raadde Lydon aan om een nieuw gebit te kopen en zette zijn flesje Corona met iets te veel geweld op tafel neer. Lydon verloor de trappers, gooide de enorme tafel omver en begon samen met zijn manager op Du Welz in te beuken. De Belg krabbelde recht en greep naar stoelen om zich te verdedigen. De obers haalden de kemphanen uit elkaar, maar Lydon rukte zich los en haalde opnieuw uit. ‘Toen ging het licht bij me uit. Gelukkig hebben ze me toen weggeleid. Achteraf hoorde ik dat Lydon kickt op knokpartijen en ze voortdurend uitlokt. Het was dus niet alleen homofobie.’
Er spelen te veel idiote komedies in de bioscoop. Dan kijk ik liever op Netflix naar een goede film.
Als Du Welz niet knokt met de beruchtste aller punkers, maakt hij obsessief films. De zesde, Adoration, landt volgende week woensdag in de bioscopen en gaat over de vlucht van twee tieners. Gloria is schizofreen, Paul is er nog erger aan toe: hij is voor het eerst in zijn leven verliefd. Niet het verhaal verbluft, wel de manier waarop Du Welz alles in beeld brengt. ‘Cinema ís beeld. Ik begrijp niet dat daaraan wordt getwijfeld’, stelt de Brusselse regisseur die in 2004 doorbrak met de cultfilm Calvaire.
Adoration is bloedmooi. Vaak geprofiteerd van het magische uur vlak voor zonsopgang of vlak na zonsondergang?
Fabrice du Welz: Zo veel mogelijk. Voor de buitenopnames hebben we telkens gewacht op dat fameuze magic hour. Elke dag stonden we drie uur buiten te filmen, de rest van de dag draaiden we interieurscènes. Samen met artdirector Manu De Meulemeester en cameraman Manuel Dacosse steek ik veel tijd in de zoektocht naar treffende locaties die we vollédig naar onze hand kunnen zetten. De camera moet driehonderdzestig graden kunnen draaien, en we moeten tijdens die drie uur magic hour kunnen filmen zonder pauzes voor aanpassingen. Ook de belichting wordt niet meer veranderd. Zoals in de Vlaamse schilderkunst werk ik met maar één lichtbron.
Adoration is op 16mm-film gedraaid. Ben je niet bang dat het sfeerrijke resultaat de generaties afschrikt die digitaal gewoon zijn?
Du Welz: Ik ben niet de enige die zich verzet tegen digitaal. Nolan, Tarantino en Scorsese verzetten zich nog veel heviger. Voor mij is cinema alchemie. Ik hou van het organische en van het transformatieproces. Ook esthetisch doet digitaal nog altijd zwaar onder voor pellicule. Het volstaat om op de primaire kleuren te letten. In Adoration spat het rood, groen en blauw van het scherm. Het zwart en het wit zijn stabiel. Ik beweer niet dat alle digitale films lelijk zijn en alle analoge mooi, maar pellicule is superieur voor wie visuele ambitie heeft en schoonheid wil vastleggen. That’s why I resist.
Ben je dan ook zo iemand die het grote scherm aanbidt?
Du Welz: Dat zou zelfverraad zijn. The Texas Chain Saw Massacre, Repulsion… de grote films die me dooreengeschud hebben, heb ik als adolescent op VHS gezien. Op een tv-scherm dus. Ik ben cinefiel geworden door stapels VHS-cassettes te bekijken. Een krachtige film blijft ook op een klein scherm overeind. Nu ik een dagje ouder word, apprecieer ik het wel steeds meer om films van de grote regisseurs op een groot scherm te zien. Jammer genoeg heeft de tv-kneuterigheid dan weer het grote scherm ingepalmd. Bioscoopexploitanten kiezen massaal voor kneuterige films. Het aantal idiote komedies is niet te tellen. Dan geniet ik liever thuis via Netflix van een goede film.
Adoration vormt samen met Alléluia en je beruchte debuutfilm Calvaire een Ardennentrilogie. Wat is de link tussen de drie?
Du Welz: Ze gaan alle drie over een amour fou, en ze werden stuk voor stuk gemaakt met gevoel voor poëzie en een krachtige mise-en-scène. De Ardennen zijn telkens het decor, maar eigenlijk kunnen de Ardennen me niet bommen. Het hadden evengoed Duitse of Amerikaanse bossen kunnen zijn. Het landschap wordt een abstracte, mentale ruimte, het beeldt de gekweldheid van het personage uit. Adoration is intiemer omdat je meekijkt door de ogen van een jongen die wordt neergebliksemd door zijn eerste grote liefde.
Herinner jij je je eerste grote liefde?
Du Welz: Herinneren we ons die niet allemaal? Rond je dertiende voor de eerste keer stapelverliefd worden is een heel brutale ervaring. Het is een vergif dat je belet te ademen, een vorm van bezetenheid. Op latere leeftijd kun je ook nog intens verliefd worden, maar niet meer zoals die eerste keer dat je spiritueel en lichamelijk gewaarwordt dat je zonder de andere onvolledig bent. Het is een goddelijke maar ook afschrikwekkende ervaring. Meestal komen we weer bij zinnen, maar Paul, de jongen in Adoration capituleert niet. Hij gaat door het vuur voor de liefde.
Pauls redeloze passie voor Gloria lijkt op jouw obsessie voor film.
Du Welz: Betrapt! (lacht) Film is een obsessie. Ik interesseer me enkel voor cinema. Via film kan ik de wereld begrijpen. Ik dank al mijn existentiële, filosofische, amoureuze of psychologische ideeën aan films. Ik neem aan dat dat ziekelijk is. Mijn leven als man en mijn cinema zijn volledig verstrengeld. Ik heb lang een rampzalig liefdesleven geleid. Film is geen werk, film is mijn leven. Zonder cinema ben ik verloren. Vandaag gaat het beter omdat ik als cineast én als man geleerd heb dat ik niet alles kan hebben, dat ik moet kiezen.
Na elke internationaal gewaardeerde Ardennenfilm begon je aan een buitenlands avontuur dat niet het gewenste resultaat opleverde. Heb je ook op dat gebied geleerd keuzes te maken?
Du Welz: Dat was inderdaad wat schizofreen. Ik had twee gezichten. Ik heb er een gedood. Ik doorbreek de cyclus. Ik vertrek niet meer naar Azië of Amerika, ik blijf hier. In de lente draai ik opnieuw.
Zeker dat je de juiste helft hebt vermoord?
Du Welz: Ik geloof van wel. Ik denk niet dat Message from the King of Colt 45 mijn goede kant waren. Jij wel? Ik heb ongelofelijk veel geluk gehad dat ik na Colt 45 snel aan Alléluia ben kunnen beginnen. Ik sterf als het verkeerd afloopt met een film.
Ik wist dat Colt 45 een negatieve ervaring was. De productie van die policier eindigde met een fikse ruzie tussen de Franse producent en hoofdrolspeler Joey Starr. Maar ik wist niet dat je ook ongelukkig was met Message from the King met Chadwick Boseman in de hoofdrol.
Du Welz: Het materiaal was geweldig, maar ik ben niet gelukkig met het eindresultaat. De montage was ellendig. De producenten peuzelden me op. Ik had niets te zeggen. Met Chadwick Boseman ben ik contact blijven houden. Zeer intelligente kerel. Jammer genoeg was Black Panther toen nog niet uitgebracht. Ook hij had dus nog geen macht. Colt 45 was een clash, Message from the King was gewoon lastig. Ik wil dat niet meer meemaken, niet honderd procent tevreden zijn met het resultaat terwijl je er zo veel tijd in gestoken hebt. Ik ben geen huurling. Ik wil sereen kunnen terugblikken op de films die ik achterlaat. Ik wil het liefst niet té snel opbranden: ik wil als man én als cineast mezelf overstijgen.
Hoe lang heb je in Los Angeles gewoond?
Du Welz: Achttien maanden. LA is een schitterende stad, alleen… In mijn jeugdjaren aanbad ik de Amerikaanse cinema. Dat doe ik nog steeds, maar samenwerken met de Amerikanen heeft me geleerd dat de culturele verschillen groot zijn en dat ik een regisseur ben die in Europa thuishoort.
In Los Angeles wilde ik Tony Scott (de in 2012 overleden regisseur van Top Gun en True Romance , nvdr.) zijn. Ik wilde mainstreamfilms maken. Daarnaast wilde ik ook een cineast van het intieme zijn. Sinds die ongelukkige buitenlandse ervaringen zie ik in dat je onmogelijk beide tegelijk kunt zijn. Ik botste op een industrie die veel sterker is dan ik, maar ik ben daar sterker uitgekomen. Ik weet nu wat ik wil en wat ik kan. Ik jaag het succes niet meer na, want dat leidt te vaak tot stommiteiten. Als ik ooit nog een film op bestelling regisseer, dan wil ik de garantie dat ik volledig mijn zin mag doen.
In Adoration speelt Charlotte Vandermeersch samen met Peter Van den Begin een koppel boottoeristen. Toen haar partner Felix van Groeningen er aan Beautiful Boy werkte, woonde ook zij een tijd in de VS. Ervaringen uitgewisseld?
Du Welz: Charlotte was kort voor de opnames van Adoration bevallen. Ze had vooraf gevraagd of ik er bezwaar tegen had dat ze haar zoontje meenam naar de set. We hebben er dan maar een koppel boottoeristen mét een pasgeboren baby van gemaakt. Formidabel, toch?
Met Felix van Groeningen had ik een goed gesprek op het festival van Namen. Ik denk dat hij de meest getalenteerde van mijn generatie is. Films als The Broken Circle Breakdown raken me. Hij regisseerde Beautiful Boy voor de productiefirma van Brad Pitt, en we kwamen tot dezelfde conclusie: we hebben de Amerikanen niet nodig. In de VS kun je fantastische films maken, maar waarom zou je gatlikken om dat te kunnen doen? Ik ben daar alleszins van verlost. Ik heb mijn Amerikaanse avontuur gehad. Ik zou doodongelukkig worden indien ik nog een film zou moeten maken waarin ik mezelf niet kwijt kan. Dat wil ik echt nooit meer doen.
Adoration
Vanaf 15/1 in de bioscoop.
Retrospectieve + Carte Blanche
Nog tot 18/2 in studio Agnès Varda, Cinematek, Brussel.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier