Oliver Laxe over zijn ravefilm ‘Sirât’: ‘Raven is louterend’

Beeld uit Sirât van Oliver Laxe

Voor een rave voorbij de extase hoeft u niet naar de plaatselijke danstempel maar wel naar de cinema, voor het zinderende Sirât. Cannes-lieveling Oliver Laxe bouwt een metafysisch feestje in de woestijn. ‘Waarom zou je willen filmen in een dansende menigte vol gedrogeerden?’

Een boom van een vent die met zijn lange manen en volle baard iets wegheeft van Jason Momoa uit Aquaman – zo ziet Oliver Laxe eruit. Zijn vierde film, het in Cannes bekroonde Sirât, is een oorverdovende, oogverblindende, ego’s verbrijzelende reis voorbij het einde van de nacht. De symbiose van beeld (de woestijn op haar bruutst) en klank (subwoofers beproevende techno) stuurt op trance aan. Op een zogenoemde free party in Marokko zoekt een Spanjaard met zijn zoon naar zijn vermiste dochter. Wanneer het feest door de politie opgebroken wordt, volgt hij twee vrachtwagens ravers die alsmaar dieper de woestijn intrekken, naar wat als het einde van de wereld aanvoelt.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Kunst, cinema en dromen gaan allemaal over het verleggen van grenzen. Ik zoek ze bewust op, fysiek en spiritueel. Daar word je wel een beetje gek van. Het is een soort waanzin. Maar ik kan niet anders. Psychologisch ben ik roekeloos’, grijnst de grote, vriendelijke reus. De titel van zijn film is ontleend aan de flinterdunne brug die volgens de islam de hel met de hemel verbindt.

Heb je dat roekeloze altijd al in je gehad?

Oliver Laxe: Ja. Al mijn films zijn gedurfd, ze drukken uit hoe ik het leven zie. Voor Mimosas trotseerde ik de woestijn en de bergen van het zuiden van Marokko. Voor mijn vorige film, Fire Will Come,  volgde ik een opleiding tot brandweerman om midden in vuurzeeën te kunnen filmen. Ik ben een beeldjunkie. Voor beelden die tot ons doordringen, wil ik alles geven. Ik wil geen berekening, ik wil de controle verliezen. Ik wil dat de film het op een bepaald moment van mij overneemt. Alleen zo kan je je ego overstijgen. Je moet weten: ik heb psychotherapie gestudeerd. Ik ken mezelf en mijn neuroses goed. Een cineast confronteert zijn demonen voortdurend.

‘Ik ben een beeldjunkie. Ik wil alles geven voor beelden die tot ons doordringen.’

Sta je dichtbij de wereld van free party’s?

Laxe: Ik ben in zee gegaan met een aantal collectieven binnen de free party-beweging: zij trekken rond om de echte ravecultuur voort te zetten. Op Sergi López na komen alle acteurs ook uit de ravewereld. Om ze te vinden trok ik van het ene feest naar het andere. En voor de film hebben we zelf ook een echte raveparty uit de grond gestampt. Dat brengt veel stress, chaos en problemen met zich mee. Maar alleen zo zie je de echte gekte. Het enige spijtige is dat er maar duizend man opdaagde in plaats van de verhoopte drie- tot vierduizend.

Is dat dan nog dansen voor het plezier? Voor sommigen in de film lijkt het bijna een existentiële noodzaak.

Laxe: Ik maakte het tijdens de opnames zelf ook mee. Ons feest duurde drie dagen maar we filmden maar anderhalve dag. Ik danste mee en pas toen ik plots in de verte een camera zag staan, herinnerde ik mij dat ik een film aan het draaien was. Ik was helemaal van slag. Het voelde alsof ik een monster had gecreëerd dat ik niet meer onder controle had. Ik ben een berg opgelopen en huilde om mijn eigen waanzin. Het feest ging onverminderd voort. Ik ervoer, niet voor het eerst, de essentie van de ravecultuur. Huil, schreeuw, jammer, val en treur zo veel wil, maar blijf dansen. De beat trok zich beneden weer op gang, het gaf me de moed om op te staan en verder te dansen. Raven is louterend: het verbindt je met je kwetsbaarheid en je blessures en geeft je energie.

‘Het voelde alsof ik een monster had gecreëerd dat ik niet meer onder controle had.’

Je noemt jezelf een beeldjunkie. Welke beelden liggen aan de oorsprong van Sirât?

Laxe: De trein met open wagons die zich door de woestijn slingert. Vrachtwagens die door de woestijn scheuren. Sterke beelden komen uit het onderbewustzijn: het jouwe, maar ook het collectieve. De kunst is om ze levend te houden. Films nemen zo veel tijd in beslag dat de beelden vaak al dood zijn nog voor je ze filmt. Dat tracht ik te voorkomen door het niet te analyseren. Als het zich opdringt, blijf ervan af. Eerlijk waar: ik wist lang niet waarom ik Sirât wilde maken. Waarom zou je willen filmen in een dansende menigte vol gedrogeerden? Was ik soms uit op sensatie?

Was je uit op sensatie?

Laxe: Nee, we maken een portret van de mens van vandaag. Een mens die snakt naar transcendentie en verandering, maar daar simpelweg niet toe in staat is. Ik vind dat mooi en aangrijpend. De contradictorische interpretaties van mijn film fascineren me mateloos. De ene vindt Sirât een onderdompeling in pure wanhoop. De andere ziet er een uitnodiging in om te blijven hopen.

De film wordt gaandeweg gitzwart, maar jij gelooft niet in het einde van de wereld. Toch?

Laxe: Ik ben een soefist (mystieke stroming in de islam, nvdr.). We beleven een donkere, destabiliserende tijd. Maar ik zou in geen andere tijd willen leven. Ik behoor tot een generatie die voor een groot deel verlost is van geloof in eeuwige vooruitgang. Ik acht de mens zelfs met de beste bedoelingen niet in staat om zelf voor de nodige veranderingen te zorgen in cruciale domeinen zoals het klimaat, de uitputting van de natuurlijke rijkdommen of de wereldpolitiek. Ik geloof dat het leven de mens voor het blok zal zetten. We zullen geen andere keuze hebben dan te veranderen als we willen overleven.

Ik geloof ook dat alles voor een reden gebeurt. Elk blaadje dat van een boom naar beneden dwarrelt, dwarrelt met een reden naar beneden. In de film bereiken mensen de bodem, het ergst denkbare, maar ze overleven en ze zijn misschien zelfs gelouterd. Een breekpunt kan ons weer in beweging krijgen. In de goede richting. Onze samenlevingen zijn vreselijk bang voor de dood. We gunnen de dood geen plaats meer. Maar ze is inherent aan het leven en geen eindpunt.

Ben je beledigd als ik opwerp dat Sirât ook iets wegheeft van Mad Max, Sorcerer en Le salaire de la peur? Spektakel. Vrachtwagens. Avontuur in een mythisch landschap.

Laxe: Natuurlijk niet, ik ben daar zelfs blij mee. De link is er. We werken met archetypes en de woestijn leent zich tot mythische vertellingen. Ik waardeer cinema als een mix van hoge en populaire cultuur. Sirât zit boordevol verwijzingen naar cinema. Ik hoop dat ik er een groot publiek mee aanspreek. Ik wil geen hermetische films maken voor een nichepubliek. Het verschil met Mad Max is dat er meer plaats is voor spiritualiteit en mystiek en dat de context niet postapocalyptisch is maar net pre-apocalyptisch.

Een geweldig verkoopargument is het samengaan van beat en beeld. Hoeveel inbreng had elektronica-muzikant Kangding Ray?

Laxe: Ik wilde dat de muziek beeld werd en het beeld muziek. Ik denk ook muzikaal als ik sequenties uitwerk. De samenwerking met David Letellier (echte naam van Kangding Ray, nvdr.) ging diep. Cruciaal was dat de muziek mee evolueert met de film en net als de landschappen desintegreert. We beginnen heel energiek: trash, duister, aards, met veel kicks en een psychedelisch laagje. Maar het evolueert naar iets tribaals, iets abstracts, etherisch en esoterisch. Het idee was om op het einde op te gaan in sacrale muziek. Elektronische muziek kan die overspanning aan. Ik weet weinig over de fysica van geluidsgeloven maar je voelt toch dat alleen al de trillingen van elektronische muziek een mens beïnvloeden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Je ziet het ongelofelijk groots.

Laxe: Ja. Ik ben zelf verslingerd aan de metafysische cinema van een Andrej Tarkovski, Robert Bresson, Apichatpong Weerasethakul of David Lynch. Ik ben een filmmaker die op een bescheiden manier het mysterie van de wereld wil oproepen. Zoeken naar de bron waar alles vandaan komt. Muziek speelt daar een heel grote rol in. David en ik hebben elkaar opgepept: laten we proberen te evoceren hoe het universum klinkt. Hoe engelen klinken. Vandaar de arpeggio’s of het shot van de camera die in de luidsprekers kruipt. De kijker hoeft dat niet per se te begrijpen maar ik wil inderdaad het mysterie van het leven ontdekken, én het mysterie van zo’n zwarte houten kist rond een subwoofer. Of is dat hetzelfde?

Sirât

Nu in de bioscoop.

Oliver Laxe

Geboren in Parijs in 1982, zoon van Spaanse emigranten.

Vestigt zich na zijn studies in Tanger, Marokko en woont ook een tijd in een palmoase.

Heeft al vier films gemaakt, valt met elk ervan in de prijzen in Cannes.

Wint met Sirât in 2024 de juryprijs in Cannes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise