Nog niet zo gek, die drijvende psychiatrie in de film ‘Sur l’Adamant’
Niet de meest ronkende naam, maar Nicolas Philibert is een documentairemaker voor wie u misschien ook eens naar de bioscoop moet gaan. Met Sur l’Adamant won hij onlangs in Berlijn geheel terecht de Gouden Beer.
Mogelijk hébt u ook al een film gezien van deze documentairemaker, die in Frankrijk zeer hoog aangeschreven staat: in Être et avoir (2002) volgde hij een schooljaar lang schoolkinderen en hun onderwijzer in de Auvergne. De film zat in de officiële selectie van Cannes, maar zelfs regisseur Nicolas Philibert stond ervan te kijken dat maar liefst twee miljoen Fransen werden bekoord door de klas van meester Georges. Ook in het buitenland scoorde de film uitzonderlijk goed voor een documentaire. Het British Film Institute nam Être et avoir op in zijn lijst van 50 films die je voor je veertiende gezien moet hebben.
Ik film geen mensen die zich al schreeuwend op de grond gooien. Is het oké om iemand daar maanden later, wanneer het al lang weer beter gaat, mee te confronteren?
Maar Philibert had toen al een lange staat van dienst: hij had onder meer als eerste uitvoerig in de coulissen van het Louvre gefilmd, hij had enige faam in het alpinistenwereldje met tv-documentaires over de virtuoze klimmer Christophe Profit, hij had getoond hoe rijk gebarentaal is in zijn film Le pays des sourds (1992), hij had het reilen en zeilen in een psychiatrische kliniek gevolgd (La moindre des choses, 1997)… Er is niet zo veel Frans chauvinisme nodig om de ervaren vakman in één adem te noemen met een wereldtopper als Frederick Wiseman. Geroemd is hij al vaak genoeg, dat hij met de Gouden Beer ook eens een echt grote trofee binnenrijft, het werd tijd.
In zijn winnende film Sur l’Adamant, die eind deze maand in de zalen komt, vertoeft hij op de Seine. Hij richt er zijn camera heerlijk ongedwongen op een drijvend dagcentrum voor Parijzenaars met psychische aandoeningen, L’Adamant. Patiënten en verzorgers tekenen, dansen, musiceren en discussiëren er, al dan niet bij een kop koffie.
‘Die boot is bij mijn weten uniek’, vertelt Philibert ons. ‘Maar psychiatrie op mensenmaat is dat gelukkig niet. In Frankrijk en België zijn er nog plekken die in een menswaardige psychiatrie geloven. Helaas dreigen ze platgewalst te worden door budgettaire beperkingen, politieke dictaten, marktdenken, foute managementtheorieën en verpletterende structuren. Het verzet daartegen verdient onze aandacht.’
Gefeliciteerd met je Gouden Beer. Ben je er blij mee of denk je stiekem dat je al lang niets meer te bewijzen hebt?
Nicolas Philibert: Die Gouden Beer is een goede zaak voor mij, een erkenning van het werk dat ik al jaren verzet. Maar ik ben vooral blij met de mooie erkenning voor een soort cinema dat te gemakkelijk over het hoofd wordt gezien: de artisanale bioscoopdocumentaire. Dit bevestigt dat ook dat volwaardige cinema is. En ook voor de psychiatrie is het een goede zaak. Zo’n prijs brengt meer toeschouwers op de been. De sector heeft extra aandacht en warmte hard nodig. Slecht beleid heeft de sector fragieler dan ooit gemaakt. En dat in een tijd dat net veel meer mensen psychische noden hebben.
Je toont een dagcentrum dat duidelijk goed werk verricht. Heb je bewust geen wantoestanden getoond?
Philibert: Ja. Het gaat slecht met de psychiatrie. Er valt véél aan te klagen. Ik kies ervoor om dat niet te doen. Ik ben een koele minnaar van militante films die het denken verengen tot slogans en dicteren wat je als kijker moet denken. Liever toon ik dat een menselijke psychiatrie wél mogelijk is. L’Adamant is helemaal geen utopie. L’Adamant bestáát.
Waar sta je wel voor?
Philibert: Mijn film nodigt uit om wat tijd door te brengen op L’Adamant: een fascinerende, mooie plek op het water met mensen uit de psychiatrie die ons verbazend veel bijleren over hen, over ons, mensen. Een onbeschofterik zou vragen: ‘Zijn we hier bij de zotten?’ We zijn vooral onder soms zot intelligente, lucide of vriendelijke mensen die beschadigd zijn door het leven of genetisch pech hebben gehad en psychisch lijden. Sommigen zijn grappig, sommigen zeer gecultiveerd, sommigen luid, sommigen stil. Er is van alles en dat stel ik met veel trots voor. Zo breek je het schadelijke, onjuiste, stigmatiserende clichébeeld van psychiatrische patiënten die gevaarlijk en gewelddadig zijn.
Is dat een erezaak voor jou, mensen in hun waardigheid laten?
Philibert: Ik vind dat erg belangrijk. Ik film geen mensen die zich tijdens een crisis al schreeuwend op de grond gooien. Filmen is de mensen in de tijd en in de ruimte opsluiten. Als ik jou nu film, dan leg ik vast hoe je hier en nu bent. Is het fair om je te filmen terwijl je even kapot bent, niet voor rede vatbaar of agressief? Is het oké om jou daar maanden later, wanneer het al lang weer beter met je gaat, mee te confronteren? Ik doe dat niet. Ik hou niet van cinema die ten koste van de gefilmde personen gaat. Ik pas voor het cliché van zwaar versufte patiënten die rondjes draaien op de koer.
Ik had geen agenda, geen scenario, geen idee van wat het verhaal kon worden. Ik liet me meevoeren door wat de dag bracht. De mensen op de boot vertelden mij wat ik daar kwam doen. Niet omgekeerd. Ik verzamelde wat zij me wilden geven. Wie niet gefilmd wilde worden, werd niet gefilmd. Ik vind het een zeer normale houding om liever niet gefilmd te worden. Ik zou zelf ook niet altijd toehappen. Wie niets wil vertellen, vertelt niets. Wil je vandaag iets vertellen voor de camera en morgen niet meer, ook goed.
Op welke impact hoop je met je film?
Philibert: Ik word na vertoningen voortdurend aangesproken door mensen uit de psychiatrie. Meestal vertellen ze me dat ze ontmoedigd waren en op hun tandvlees zaten maar dat de film hun zelfvertrouwen heeft aangezwengeld en hen weer moed heeft gegeven om te strijden voor een menselijke psychiatrie. Van zulke getuigenissen krijg ik elke keer opnieuw weer kippenvel.
Sur l’Adamant
Vanaf 31.05 in de bioscoop.
Nicolas Philibert
Geboren op 10 januari 1951 in Nancy, groeit op in Grenoble, waar hij filosofie studeert.
Legt zich vanaf La ville Louvre (1990) toe op bioscoopdocumentaires.
Être et avoir (2002), een documentaire over een dorpsschool in de Auvergne, wordt geselecteerd voor Cannes en scoort ook fenomenaal aan de bioscoopkassa.
Wint in Berlijn de Gouden Beer met Sur l’Adamant (2023).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier