Met ‘Knor’ wilde Mascha Halberstad een warme familiefilm met een beetje venijn maken

© National
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Nét op tijd voor de Krokusvakantie arriveert Knor in de zalen, een Nederlandse stop-motionfilm met het hart op de juiste plaats.

Knor, een verfilming van een kinderboek, is het verhaal van Babs, een negenjarig meisje dat voor haar verjaardag een big cadeau krijgt van haar opa. Ze probeert hem zindelijk te krijgen, in de hoop dat Knor van haar ouders mag blijven, maar haar opa koestert stiekem andere plannen. Hij wil meedoen aan Koning Worst, een worstenwedstrijd van de Vereniging voor Vleeswaren van Verse Varkens.

U voelt waar dit naartoe gaat.

Een kinderfilm dus, maar eentje die ook bij volwassenen iets teweeg blijkt te brengen. Knor was de grote winnaar op de recentste Nederlandse filmprijzen met drie Gouden Kalveren, waaronder dat voor beste film. Twintig landen kochten de film al aan, waaronder ons land, waar Maaike Cafmeyer, Jan Bijvoet en Jelle De Beule de Vlaamse stemmen verzorgden.

Van de knipogen naar E.T. en Mad Max tot de rafelige stop-motionpracht: het is niet ver zoeken naar de charme van Knor. Iets waar regisseur Mascha Halberstad (49) voor veel tussen zit, een autodidact die zowel de Ketnetreeks Vos en Haas als een videoclip van The Prodigy (Wild Frontier) op haar IMDb heeft staan.

Ik was een van die mensen die écht niet wist dat ‘poepen’ bij jullie iets helemaal anders betekent.’ Mascha Halberstad

De film is gebaseerd op De wraak van Knor van Tosca Menten. Waarom net dat boek?

Mascha Halberstad: Toen mijn producente een langspeelfilm ter sprake bracht, dacht ik in eerste instantie aan De Griezels van Roald Dahl, hét boek van mijn jeugd, maar dat bleek al snel onmogelijk. En dus ben ik op goed geluk een kinderboekenwinkel hier in Arnhem binnengestapt en heb ik letterlijk gevraagd: ‘Hallo, ik wil graag een speelfilm maken van een Roald Dahl-achtig boek. Hebben jullie zoiets?’ Het eerste boek dat ik in mijn handen kreeg, was De wraak van Knor. Bij de eerste pagina wist ik al: dit is het. Het varkentje, de worstenwedstrijd, de poep, de gemene opa: ik zag het helemaal voor me.

Waarna je eerst nog je eigen filmstudio moest bouwen.

Halberstad: Klopt. Knor is de eerste stop-motionlangspeler die in Nederland gemaakt is. Er was zo goed als niets waar we op konden terugvallen. We hebben in Arnhem een oude, verrotte autogarage gekocht en omgebouwd tot een stop-motionstudio van 650 vierkante meter. Een beetje zoals Aardman, de Britse studio achter Shaun the Sheep, maar dan kleiner. Knor was een werk van lange adem: het heeft acht jaar geduurd voor de film er was.

Geduld is een schone deugd in de stop-motionwereld. Ik las dat jullie vijf seconden film per dag konden maken.

Halberstad: Per animator, ja. Aan het eind van een week hadden we gemiddeld 75 seconden film. En dat is nog best veel: bij Aardman leveren de animatoren één seconde per dag af.

Hoe moet ik me een stop-motiondraaidag voorstellen?

Halberstad: Heel veel pincettenwerk. De siliconen poppetjes zijn kleiner dan je zou denken, maar 10 of 15 centimeter groot. Kleiner ook dan gewoonlijk in de stop-motionwereld, maar zo werk ik het liefst. Bij kleine poppetjes zie je de stoffen en texturen beter – de tactiliteit, zeg maar. Maar dat betekent ook dat de animatoren voor elke foto – en er zijn er 50.000 gemaakt – de mondjes en wenkbrauwen met een pincet moeten wisselen of aanpassen. In het begin is dat pielen, maar na twee en een half jaar word je er handig in.

Gek genoeg ben ik een heel ongeduldig persoon, maar voor stop-motion werkt dat prima. De opnames zijn best druk: terwijl de ene set uitgelicht wordt, wordt de volgende al klaargezet. Je bent op acht borden tegelijk aan het schaken en voortdurend aan het knutselen en bijpassen. En ondertussen voelt het een beetje als god spelen: op de tafel zie je de poppetjes tot leven gewekt worden.

Over knutselen gesproken: hoe maak je stop-motionkaka?

Halberstad: Met een soort zachte siliconen, dezelfde als waar de wenkbrauwen van gemaakt worden, en wat druppeltjes water. Werkt perfect. (lacht)

Het valt op dat Knor niet bepaald een brave kinderfilm met een nette moraal is.

Halberstad: Dat was wat me ook in het boek aansprak: er zit venijn in. Dat mis ik soms in familiefilms: kinderen kunnen meer hebben dan de meeste mensen vandaag lijken te denken.

Ik ben opgegroeid in het tijdperk van VPRO en Villa Achterwerk, toen tv-makers best ver gingen in hun stoute absurdisme. Maar misschien is dat een specifiek Nederlandse traditie, merk ik nu. Nu de film ook in het buitenland wordt opgepikt, hoor ik dat ze het daar best heftig vinden – zeker in de Angelsaksische landen: ‘Wat? De kinderen worden vastgebonden door hun opa?’

Heb je de Vlaamse versie gezien?

Halberstad: Zeker. Ik heb de stemmen geregisseerd. Het voelde gek toen ik eraan begon: jullie konden toch gewoon de Nederlandse versie kijken, dacht ik. Pas toen we bezig waren, snapte ik het: Vlaams is een andere taal. Ik was bijvoorbeeld een van die mensen die écht niet wist dat ‘poepen’ bij jullie iets helemaal anders betekent. Daar was ik een spuit elf in.

Maar het is ook gewoon een cultuurverschil. De Nederlandse Margreet, de moeder van Babs, is een heel hysterisch personage, maar dat werkte niet in het Vlaams. Jullie zijn zo niet. (lacht) Maaike Cafmeyer heeft er een volledig ander personage van moeten maken.

Wat is een spuitelf?

Halberstad: Nee, een spuit elf. Twee woorden. Iemand die dingen als laatste door heeft. Kennen jullie dat ook niet?

Knor

Op 18.02 op het JEF Festival, in Lumière, Antwerpen ((in aanwezigheid van Mascha Halberstad), jeffestival.be

Op 18.02 (in aanwezigheid van Halberstad) en 23.02 op Anima in Flagey, Brussel, animafestival.be

Vanaf 22.02 elders in de bioscoop.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content