Met Bart Van Loo naar ‘Napoleon’: een Waterloo van gemiste kansen
Wij gingen naar Ridley Scotts Napoleon kijken met Bart Van Loo, auteur van een veelgelezen Bonapartebiografie. Wat zit er niet juist in deze monumentale biopic? Doet dat ertoe? Heeft Ridley Scott een punt als hij historici ‘Get a life’ toebijt?
Een groots epos over de legendarische veroveraar die de Franse Revolutie voortbracht en die met de Code civil het pad effende voor het moderne Europa. Geregisseerd door Ridley Scott, de Sir achter Blade Runner, Alien en Gladiator en House of Gucci. Vertolkt door de grote Joaquin Phoenix, sinds Joker eigenaar van een Oscar en sinds Gladiator een specialist in sadistische keizers. Wie doet dat niet likkebaarden?
Grootste moeilijkheid (in geval van toereikend budget voor zulk een historisch spektakel): kiezen uit de waaier aan sterke verhalen en legendarische veldslagen als Marengo, Austerlitz, Wagram en Waterloo.
Keek ook reikhalzend uit naar de film: Bart Van Loo. De auteur van De Bourgondiërs kan even erudiet en smakelijk vertellen over Napoleon, over wie hij ook een historische turf schreef, waarvan de recente Franse vertaling (met een nieuwe nawoord, dat u deze week in Knack leest) ongetwijfeld even vlot over de toonbank gaat – Van Loo is een van de weinige BV’s bij onze zuiderburen.
Van Loo is fan van The Duellists (1977), een vroege film van Scott die zich ook al in napoleontische tijden afspeelde. Maar Napoleon ontgoochelde hem. De flagrante historische fouten en onzorgvuldigheden vindt hij op zich niet erg, wel betreurt hij de gemiste kansen. ‘De vernieuwde aandacht voor Napoleon is fantastisch. Ik wil iedereen oproepen om naar de film te gaan kijken, maar ik hoop ook dat er vervolgens veel discussie van komt en dat mensen boeken zullen kopen om er het fijne van te weten’, zegt Van Loo.
Je voelt aan alles dat Ridley Scott denkt: ik doe lekker wat ik wil. Mij niet gelaten. Hij mag zoveel veranderen en verzinnen als hij wil.
Het was toch een tikje anders.
Eén kijkbeurt volstond voor een waslijst aan onjuistheden. Nee, Napoleon was niet aanwezig bij de onthoofding van Marie-Antoinette. Nee, Napoleon heeft de piramides niet beschoten – de bewuste Egyptische veldslag vond op een kilometer of acht daarvandaan plaats. Nee, Napoleon keerde niet uit Egypte terug voor Joséphine. Nee, Joséphine zat helemaal niet op hem te wachten toen hij van zijn ballingschap op Elba terugkeerde – ze was al overleden. En nee, Napoleon heeft zijn zoon nooit aan haar getoond nadat hij het huwelijk had laten ontbinden (omdat ze geen kinderen meer kon krijgen).
Niet de Britse ambassadeur maar Charles-Maurice de Talleyrand-Périgord, nochtans een belangrijk personage in de film, merkte op dat het een zonde was dat zo’n groot man als Napoleon geen manieren had. Napoleon is nooit onder schot gehouden tijdens Waterloo, laat staan dat er een kanonskogel door zijn hoed zou zijn gevlogen. (Hij was te ziek om te paard te chargeren, zoals in de film.) De hertog van Wellington heeft Napoleon nooit ontmoet, laat staan dat hij hem persoonlijk op de hoogte heeft gebracht van diens verbanning naar Sint-Helena.
Ook de leeftijden van acteurs en personages deden Van Loo de wenkbrauwen fronsen. Joaquin Phoenix is 49, bijna zo oud als Napoleon toen hij stierf. Er is weinig moeite gedaan om hem in de film er aanvankelijk jonger te laten uitzien. ‘Hij is van bij het begin lijzig, traag, keizerlijk. De jonge Napoleon was slank, pezig, vinnig, geestdriftig en charismatisch maar werd almaar trager, dikker en ronder. Raar dat we die evolutie niet te zien krijgen.’
De 35-jarige Vanessa Kirby speelt Joséphine, Napoleons eerste vrouw en grote geliefde. ‘In werkelijkheid was ze zes jaar ouder dan hij. Scott laat hier dus de kans liggen om het cliché van de oudere machthebber met een jonge frisse vrouw om te draaien. Niet dat ik het een straf vind om naar de fantastische Vanessa Kirby te kijken. Maar toch: een gemiste kans.’ Tsaar Alexander lijkt dan weer een adolescent in de film terwijl hij maar acht jaar jonger was dan Napoleon.
‘Je voelt aan alles dat Scott denkt: ik doe lekker wat ik wil. Mij niet gelaten’, zegt Van Loo. ‘Voor mijn part mag hij zoveel veranderen en verzinnen als hij wil. Dat is helemaal niet zo erg in een speelfilm. Neem nu de scène waarin hij een kanonskogel uit zijn aan flarden geschoten paard peutert en naar zijn broer gooit met de woorden: “Voor moeder.” Dat is niet gebeurd maar het is een prachtige én inhoudelijk sterke scène die zonder veel woorden het belang van de Corsicaanse Bonaparte-clan in de verf zet én het grote belang van zijn moeder. Tien zulke ‘foute’ scènes zouden er net een sterke film van hebben gemaakt.’
Van Loo vindt het eerder grappig dat Scott ‘Get a life’ antwoordt op historici met puristische opmerkingen. ‘Maar ik heb het er wel moeilijk mee dat hij beweert dat de ware toedracht zelden bekend is. Dat is hoogst merkwaardig, want als er één iemand is wiens leven ongelooflijk goed gedocumenteerd is, dan is het Napoleon.’
Wat het ne goeie of was het ne slechte?
Met de ontgoochelende oppervlakkigheid kan Van Loo moeilijker leven. Van Loo legt zich zelf toe op ‘geschiedenisboeken die lezen als een roman maar waarin niets verzonnen is’. Hij had 500 bladzijden nodig voor zijn Napoleon-boek. ‘Alleen voorlezen zou je dertig uur kosten, en ik had al stevige keuzes gemaakt.’ Om maar te zeggen: ‘Heel het leven van Napoleon in één film proberen te gieten, dat is mission: impossible. ’
Over Napoleon zijn in elke wereldtaal vele vuistdikke boeken verschenen. Even vaak is hij in films, romans, schilderijen en kalendermoppen vereeuwigd. Van Loo mist een specifieke insteek en een opwindende vorm bij Scott. ‘In mijn boek kijk ik door het sleutelgat van de Franse Revolutie naar Napoleon. Je vindt al dan niet dat ik in mijn opzet ben geslaagd, maar er is alleszins een duidelijk uitgangspunt. De film lijkt grotendeels opgehangen aan Napoleons relatie met Joséphine en zijn prestaties als veldheer. Dat zorgt voor een eentonige structuur: veldslag, scène met Joséphine, veldslag, scène met Joséphine.’
Nochtans is er aan sterke verhalen, controverse en uiteenlopende visies op deze historische figuur bepaald geen gebrek. ‘Vroeger vroeg men mij of Napoleon echt zo klein was. Vandaag vraagt men: “Van Loo, is Napoleon nu ne goeie of ne slechte?” Daar valt niet eenduidig op te antwoorden. Je kunt geen sluitend moreel-historische balans maken met aan de ene kant miljoenen doden en aan de andere kant de toch wel geniale Code civil. Napoleon is fascinerend ambivalent. In deze tijden van woke en antiwoke moet een beetje scenarist daar toch iets mee kunnen aanvangen. Maar dat gebeurt hier niet.’
Toen Ridley Scott in filmblad Empire Napoleon met Stalin en Hitler vergeleek, leek er iets pittigs op komst. ‘Maar we zien gewoon een veldheer met een soms complex liefdesleven, helemaal geen problematisering van een ambivalente figuur. Enkel op het einde volgt er nog een lijstje met aantal doden. Kortom, je krijgt een Wikipedia-achtige opsomming die weinig uitlegt of uitlicht, en de monumentale Code civil onvermeld laat.’
Een Hippolyte, godbetert!
De francofiele Van Loo vindt de Joséphine-insteek op zich wel interessant. ‘Ik vind het fascinerend dat Napoleon bij zijn terugkeer uit Italië – in de film ingeruild voor Egypte – als de nieuwe Caesar of Alexander de Grote wordt ingehaald, maar dat hij na al het feesten en huldigen aankomt in een leeg huis: zijn Joséphine is er niet. Ze heeft hem godbetert met een Hippolyte bedrogen. In die spiegel ziet Napoleon geen Corsicaan die Fransman is geworden, geen revolutionair, geen door achtereenvolgens Lodewijk XVI en Robespierre gepromoveerde militair die zichzelf nog tot keizer zal kronen. Daar staat hij dan, de nieuwe Caesar, die tegelijk in de liefde een sentimentele loser is. Scott laat van dat alles alleen de aan Joséphine verslingerde Napoleon zien, niet het grotere plaatje.’
Dan is er de onvermijdelijke scène van de kroning. Scott kiest voluit voor een minutieuze reconstructie van Le Sacre de Napoléon, het monumentale schilderij van Jacques-Louis David dat in het Louvre hangt. ‘Beeldschoon maar in wezen blijft het daarbij. Terwijl er zoveel te vertellen valt. Napoleons zussen waren niet blij dat ze de sleep van Joséphine moesten dragen. De paus leek in diepe gebeden verzonken maar was eigenlijk aan het bibberen van de kou. Omdat het zo lang duurde, werd er tijdens de ceremonie tegen de achterkant van de tribunes geplast. Ach, wat ik wil zeggen, is dat Scott door zo breed mogelijk Napoleons leven chronologisch te vertellen voor zichzelf te weinig kansen heeft gecreëerd om speels of kritisch met bepaalde elementen uit dat fascinerende verhaal aan de slag te gaan.’
Minstens zo bekend is een ander werk van David: Napoleon die op een steigerend paard de Alpen oversteekt. ‘In werkelijkheid sukkelde hij, in doeken gewikkeld, op een ezeltje naar boven. Napoleon was niet alleen een militair genie, hij was ook supermodern in het manipuleren van de publieke opinie. Hij was de koning van de propaganda, de keizer van de aantrekkelijke leugen, de godfather van fake news. Op een kleine knipoog na doet de film niets met dat razend interessante en actuele aspect.’
Zelfs Waterloo kon volgens Van Loo beter. ‘Scott brengt de slag prachtig in beeld. Dat kan hij als de beste. De charge met de paarden is fenomenaal. Maar alweer maakt hij vreemde keuzes. Hij laat Napoleon te paard chargeren terwijl de keizer die dag ziek was en last had van zijn blaas én van aambeien. Hij kon dus amper op een paard zitten en zoals gebruikelijk de actie op het hele slagveld overzien. De Caesar van zijn tijd kijkt vanop een stoeltje naar de veldslag die zijn definitieve ondergang wordt: dat is toch een straf beeld? Stel dat je daaraan je hele film ophangt. Maar Scott verkiest een schitterend in beeld gebrachte charge die niet echt gebeurd is en weinig toevoegt aan de eerder getoonde militaire exploten.’
Napoleon
Nu in de bioscoop.
Napoleon – De schaduw van de revolutie
Een herziene en uitgebreide paperbackeditie Bart Van Loos boek ligt nu in de winkel. Het nieuwe nawoord leest u deze week in Knack.
BONAPARTE@THE MOVIES
De krasse Corsicaanse keizer verscheen al honderden keren op het witte doek. Enkele passages die indruk maakten.
Napoléon • Abel Gance, 1927
In dit stille epos, bedoeld als deel één van een zesdelige biopic, schetste filmvisionair Abel Gance niet alleen het levensverhaal van Napoleon Bonaparte – toch tot zijn eerste grote overwinningen –, hij drukte ook een blijvend stempel op de cinematografie door zijn vernieuwende gebruik van split screen, handheld camera’s en een snelle montage, iets waarvoor Gance zijn camera zelfs aan paarden, een voetbal en een guillotinemes bevestigde.
Désirée • Henry Koster, 1954
In deze cinemascopebrede kostuumromance manoeuvreert methodbeest Marlon Brando zich al mokkend en mompelend in het uniform van Napoleon én in de schoot van Jean Simmons, die koopmansdochter Désireé Clary speelt, die verliefd wordt op de jonge generaal maar uiteindelijk toch niet met hem trouwt. Brando’s plasticineneus kreeg ze er gratis bovenop.
War and Peace • King Vidor, 1956
Herbert Lom – u kent hem als inspecteur Dreyfus uit de Pink Panther-films – trekt het uniform van Napoleon aan in deze Tolstojverfilming, met Audrey Hepburn als Nataska Rostova en Henry Fonda als Pierre Bezoechov. Geen Napoleon-biopic in de strikte zin, al vormen diens invasie van Rusland en de Slag bij Borodino de historische achtergrond van het verhaal.
Waterloo • Sergej Bondartsjoek, 1970
In 1969 won Sovjetregisseur Bondartsjoek een Oscar voor zijn bombastische Oorlog en vrede, waarop hij de nodige dollars toegestopt kreeg voor deze Napoleon-biopic. Helaas werd het een Waterloo voor Bondartsjoek, ondanks de medewerking van Orson Welles, Christopher Plummer, Rod Steiger en duizenden soldaten van het Rode Leger. Nog tragischer: het debacle zorgde ervoor dat Stanley Kubricks plannen voor een Napoleon-film met Jack Nicholson in extremis werden geaborteerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier