Marie Vinck: ‘Je hoort wel vaker van mensen die crashen. Plots begreep ik dat gevoel’
Vanaf deze week schittert Marie Vinck ook op VRT 1 in Rough Diamonds. Het gaat overigens goed met haar. Weer goed met haar.
Marie Vinck kan soms maanden of langer uit de media blijven. Daar is ze an sich niet rouwig om. Maar beticht haar niet van luiheid. ‘Bij Ritueel (een film van Hans Herbots uit 2022 waarin zij de hoofdrol speelde, nvdr.) sprak men in de pers over “de comeback van Marie Vinck”. Welke comeback? Ik ben al die jaren bezig gebleven, weliswaar meer in de luwte.’
Al is ook die luwte relatief. Verschillende producties van theatergezelschap FC Bergman – dat ze met haar partner Stef Aerts en collega-acteurs Joé Agemans en Thomas Verstraeten runt – reizen de wereld rond. Dit jaar nog speelde het Antwerpse collectief The Sheep Song in Australië. In juni nam FC Bergman de prestigieuze Zilveren Leeuw voor theater in ontvangst op de Biënnale van Venetië.
Voor het eerst in jaren is Marie Vinck opnieuw op televisie te zien. In het voorjaar ging Rough Diamonds al in première op Netflix, vanaf zondag loopt de reeks ook op VRT 1. Rough Diamonds speelt zich af in de ultraorthodoxe Joodse gemeenschap en Antwerpse diamantenwijk. Vinck blinkt uit in de rol van ‘tragisch figuur’ Gila Wolfson. ‘Ze is totaal verscheurd tussen haar geloof, haar gemeenschap en haar verliefdheid. Ze verliest haar man, loopt een oude liefde tegen het lijf en raakt in een complexe situatie verwikkeld.’
Wat maakt dat je voor het eerst sinds 2018 weer een tv-productie had toegezegd?
Marie Vinck: Toen ik nog maar de vraag kreeg om auditie te doen voor een Joodse vrouw die Jiddisch spreekt, hoopte ik al dat ik de rol zou krijgen. Ik heb lang in de Joodse buurt aan het Antwerpse stadspark gewoond. Wat er zich binnen die gemeenschap afspeelt, sprak altijd enorm tot mijn verbeelding.
Officieel ben ik niet Joods, maar mijn beide grootvaders waren dat wel. Ik voel daarom een onverklaarbare band met de Joodse gemeenschap, al kan ik niet beweren dat ik toegang had of heb tot hun wereld. Als ik een te kort rokje draag, krijg ik alleen maar verwijtende blikken.
We hadden wel een fijne orthodoxe Joodse buurman met wie ik af en toe praatte – dat was uitzonderlijk. Hij had tien kinderen en vroeg geregeld: ‘Wanneer begin jij eraan? Op je vijftig?’ Hij zei het altijd op een humoristische toon, maar je voelde wel dat hij onze levenswijze bekritiseerde.
Hoe wandel je nu door de Joodse buurt?
Vinck: Met meer begrip en bewondering. Het is fascinerend hoe je zo kunt leven. Al kijk ik ook wel met ontzetting naar hoe onderdrukkend dat geloof is. Ik ben er in elk geval niet religieuzer op geworden. (lachje) Door er meer over te weten heb ik beseft dat religie een afschuwelijk iets kan zijn. In de joodse gemeenschap zijn de regels ontzettend overheersend en dwingend. Het dagelijkse leven wordt erdoor gestuurd, en je wordt bijna gedwongen om continu te zondigen en omweggetjes te vinden. Dat zeggen de joodse mensen zelf ook. ‘Omdat het systeem zo ingewikkeld is, zijn wij heel goed in het slim omzeilen van de regels.’ Het heeft dus ook iets hypocriets, op een vreemde manier.
Als lid van de artistieke directie van Toneelhuis buig je je geregeld over diversiteitskwesties. In een interview zei je: ‘Ik ben helemaal mee met het idee: “Wij kúnnen de pijn van mensen van kleur niet begrijpen, en moeten daar rekening mee houden.”’ Welke bedenkingen maakte je toen je gevraagd werd om als niet-Joodse in het Jiddisch te acteren?
Vinck: Ik heb daar op voorhand weinig bij stilgestaan. Na afloop wel, omdat ik inderdaad steeds vaker hoor: ‘Kun je dat nog wel maken?’ Ik vind dat een moeilijke kwestie. Diversiteit in theater en film ís superbelangrijk, maar enkel nog mogen spelen wat je kent en al de rest niet meer? Dat legt voor mij zo’n beperking op spelen en op wat verbeelding is dat ik mij daar eigenlijk niet aan wil houden.
In kunst moet nog steeds alles mogen. Spelen gaat echt over je inleven in iets wat je niet bent. Dus als dat niet meer kan, blijft er heel weinig over. Ik ontmoette recent een jonge acteur die uit een reeks was gestapt omdat hij een homoseksueel moest vertolken. ‘Ik ben dat niet, dus ik mag dat niet spelen’, redeneerde hij. Ik was echt in shock. Wat is dan nog het nut van acteurs? Bestaat dat dan nog, spelen? Je probeert met heel je inlevingsvermogen je personage zo goed mogelijk te benaderen en dat is net het mooie ervan. Dat creëert ook verbondenheid of het maakt ook dat je je probeert in te leven in mensen of gemeenschappen en werelden die je niet kent.
‘Is er bij Rough Diamonds geen sprake van culturele toe-eigening?’ las ik ergens.
Vinck: Waarschijnlijk wel, ja. Al is het in het geval van orthodoxe joden moeilijk – bijna onmogelijk – om acteurs te vinden. Acteren is eigenlijk not done. Er waren wel een aantal Joodse mensen die meespeelden, maar die waren zeer vrijdenkend.
Bij wijze van research ontmoetten jullie enkele orthodoxe joden. Hadden zij een oordeel klaar?
Vinck: We hebben met enkele gezinnen gepraat en zijn in een paar synagogen op bezoek geweest. Het was blijkbaar een zoektocht om mensen te vinden die bereid waren om te helpen. Ik heb zelf Jiddische les gekregen van een man. Op een bepaald moment kwam zijn vrouw thuis – ze bliksemde mij dood. ‘De les is gedaan, je moet nú vertrekken’, zei de man paniekerig. Hij is nadien door de hele familie scheef bekeken omdat hij lesgaf aan een niet-Joodse vrouw. Je mag als man geen vrouw in de ogen kijken, laat staan dat je alleen met een vreemde vrouw in je huis mag zijn.
Sinds haar rol in Rough Diamonds denkt Marie Vinck nog vaak aan de sabbat, de wekelijkse rustdag in het jodendom. ‘Eén dag per week niet op je telefoon zitten moet zo heilzaam zijn voor een mens’, mijmert ze. ‘Ik zou beter willen zijn in niksen.’
Voor het eerst in jaren heeft de actrice en theatermaakster wel écht vakantie gehad. ‘Op drie dagen na hebben we deze zomer niks gedaan.’ Het was nodig. De maanden ervoor had FC Bergman een opera gemaakt in Genève, waren er optredens in Australië en boksten ze de filmische expo Ne mobliez mie in elkaar, die nog tot 5 november in het kasteel van Gaasbeek loopt. In de tussentijd buldert ten huize Vinck-Aerts ook de zesjarige Gloria rond.
Sinds enkele weken gaat Gloria naar school. ‘Nu ze schoolplichtig is, vrees ik dat het leven – of alleszins de combinatie werk-gezin – moeilijker zal worden. We hebben Gloria naar veel plekken meegenomen, maar ik merk nu al dat ze gelukkig wordt van de regelmaat.’
‘We zijn verplicht onze ambitie te temperen’, hoor ik je bijna zeggen.
Vinck: Sinds het begin van FC Bergman was het onze gemeenschappelijke droom om de wereld te veroveren. Als je nu het nieuws krijgt dat Taiwan geïnteresseerd is in een voorstelling, denk je eerst: ‘Wat? Zalig!’ En meteen daarna: ‘Hoe gaan we dat regelen met Gloria?’ Dus ja, een kind hebben is een rem op je ambitie, maar tegelijkertijd is Gloria de enige persoon voor wie ik alles zou laten vallen. Dus het voelt niet als een straf.
Gloria snakt naar structuur, maar jij misschien ook? 2022 was naar verluidt zwaar.
Vinck: Het seizoen 2021-2022 was inderdaad moeilijk. Stef en ik hebben samen De Toverberg van Thomas Mann voor Internationaal Theater Amsterdam bewerkt. Er liep van alles mis – weinig daarvan had met ons te maken. Maar weet je wat het ook was? Wanneer je met z’n vieren een voorstelling maakt, kun je niet verder zonder de anderen. Maar met twee, als koppel, zijn er geen grenzen. Dan kun je ’s ochtends, ’s middags én ’s nachts werken. Je denkt ook dat het zo hoort. Dat was enorm slopend.
Stef en ik liepen allebei heel wankel. We namen te veel hooi op onze vork en Gloria was nog heel klein. Een gezin combineren met werk… (denkt na) Ik had de hele tijd het gevoel dat ik op alle gebieden tekortschoot. Stef kon mij niet backen maar ik hem evenmin. Het ging gewoon niet goed met ons. We hadden allebei het gevoel dat onze lichamen het begaven.
Was dat schrikken?
Vinck: Heel hard. Je hoort in deze sector wel vaker verhalen van mensen die crashen. Dat was al die tijd een ver-van-mijn-bedshow, en plots begreep ik dat gevoel. Sindsdien weet ik hoe moeilijk het is om tijdig in te grijpen. We hebben dat goed aangepakt, hoor. We hebben twee projecten afgezegd en meer gerust.
Vanaf de lente van 2022 ging het weer goed met ons. Ik had de opnames van Rough Diamonds afgerond, Stef begon aan de film Wil. ‘Ik ga dood neervallen op de set’, zei hij. ‘Iedereen verwacht dat ik die film draag en dat gaat mij niet lukken.’ Maar Wil was gek genoeg zijn redding. Het was enorm verfrissend om elk nog eens een eigen project te hebben. We waren weer een koppel en geen collega’s. De afstand heeft onze relatie veel zuurstof gegeven.
Waar Vincks elegante cadans een tijdlang zoek was, dartelt ze nu gewoon weer door de Antwerpse straten. Ze is veertig geworden (‘Heb je het tegen mij?’) en FC Bergman bestaat vijftien jaar (‘We hebben onze verjaardag gemist en dus niet gevierd’). In november speelt de theatergroep met de Zilveren Leeuw een nieuwe voorstelling, Ne mobliez mie, gebaseerd op de gelijknamige expo in Gaasbeek. Binnenkort hernemen ze ook The Sheep Song en iets later de opera Les pêcheurs de perles. 2023 was niet zomaar een jaar. ‘Het was een héél leuk jaar’, benadrukt Vinck. ‘Een scharniermoment voor FC Bergman.’
Veertig worden. Houdt dat cijfer je bezig?
Vinck: Als ik je dat woord nog maar hoor uitspreken… (gruwelt) Allee zeg, ik ben veertig! Waar zijn de voorbije tien jaar naartoe? Voor je het weet, word je vijftig, hè. Ik ben sinds kort meer met de dood en de vergankelijkheid van het leven bezig.
Hoe uit zich dat?
Vinck: Stef heeft dat al zijn hele leven. Die kan soms wakker schieten, in paniek, denkend dat hij aan het sterven is. Sinds ik moeder ben, herken ik die angst. Ik voel het niet fysiek, maar ik kan mij in mijn gedachten wel laten gaan. ‘Binnenkort zit het leven erop. Wat moet ik nog doen?’ Misschien is het gewoon een banale midlifecrisis en hoort dat erbij? (lacht)
Je hebt naar eigen zeggen lang ‘rationeel in het leven gestaan, fatalistisch zelfs’. Hoe is het met de doemdenker in Marie Vinck gesteld?
Vinck: (lacht hard) Ik ben met de jaren een vrolijker mens geworden, vind ik. Tot mijn vijfentwintig identificeerde ik mij als iemand die niet in de liefde geloofde. Hoe moet ik het zeggen? Ik was nogal zwartgallig. Ik ben naïever geworden, dankzij Stef, dankzij FC Bergman, dankzij het ouderschap. Meer ruimte maken voor verwondering brengt mij simpelweg meer vreugde. Ik geloof ook meer in de goedheid van de mens.
Een fatalist zou geen kind op de wereld zetten, werp ik op. Ik had een filmpje heb gevonden waarop haar dochter Gloria op een Australisch podium een choreografie van The Sheep Song naspeelt. Marie Vinck stráált wanneer ik haar dat vertel. ‘Onze kleedster heeft dat gefilmd. Ik vond het heel schoon en ontroerend om te zien hoe magisch dat moment voor Gloria was.’
Wat antwoordt Gloria wanneer iemand haar vraagt wat ze later wil worden?
Vinck: Actrice. Helaas. Ach, we zien wel. Misschien verandert dat nog, maar op dit moment ligt haar besluit vast. Het is ook wel leuk, hoor. Ze heeft bijvoorbeeld de expo in het kasteel van Gaasbeek gezien en die heeft zich op haar netvlies gebrand. Ze weet nog alles van dat uurtje aan beelden. Soms is het eerste wat ze ’s ochtends vraagt: ‘Mama, die meneer, de beul die een helm draagt… Waarom ben jij dat? En hoe kan dat dan?’ Dan moet je op kinderniveau uitleggen waarom je dramaturgisch bepaalde keuzes maakt.
Het is heel gezellig om daar aan tafel met ons drieën discussies met haar over te voeren. Waarom dit en waarom dat? Zij probeert met haar kinderbreintje te begrijpen wat wij maken. Dat dwingt je op een andere manier na te denken over je eigen werk. Al is het is natuurlijk ook confronterend dat als we rond de werktafel zitten met FC Bergman er steeds meer Disneyreferenties gebruikt worden. (lacht)
Waarom zeg je eigenlijk ‘helaas’?
Vinck: Het is een onzeker bestaan, hè. Ik ben ongelooflijk dankbaar voor het parcours dat ik tot nu toe heb afgelegd, maar ik besef ook heel goed hoe uitzonderlijk het is dat ik zoveel werk heb. Ik kus elke dag mijn handen dat ik mijn boterham verdien met wat ik zo graag doe.
Stiekem wilde ik astronoom worden. Ik zou het wel leuk vinden mocht Gloria iets compleet anders doen dan Stef en ik. Maar kijk, ik wilde ook iets anders worden, en ik ben uiteindelijk toch in het vaarwater van mijn moeder beland. Het bloed kruipt waar het niet kan gaan, zeker?
Rough Diamonds
Vanaf zondag 29.10 op VRT 1, integraal op VRT Max en Netflix.
Ne mobliez mie
Vanaf 30.11, Bourla, Antwerpen, toneelhuis.be
The Sheep Song
15-16.12, CC De Factorij, Zaventem. Vanaf 01.05 opnieuw in de Bourla, Antwerpen. Alle info: toneelhuis.be
Les pêcheurs de perles
15.12.2023 – 23.01.2024, Opera Antwerpen, https://www.operaballet.be/nl
Marie Vinck
Geboren op 3 januari 1983 in Antwerpen.
Dochter van actrice en filmmaakster Hilde Van Mieghem en artiestenmanager Kris Vinck.
Breekt door met haar hoofdrol in De kus (2004), geregisseerd door haar moeder.
Acteert in series en films als De Rodenburgs, Ritueel, Loft en Adem.
Richt na haar studies aan het Herman Teirlinck Instituut het collectief FC Bergman op, samen met acteurs Stef Aerts, Matteo Simoni, Bart Hollanders, Joé Agemans en Thomas Verstraeten.
Heeft met FC Bergman gespeeld in Genève, New York en Adelaide en de Zilveren Leeuw voor theater gewonnen in Venetië.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier