James Gray over ‘Armageddon Time’: ‘Wit privilege? Mijn vader zou je gek verklaard hebben’
Armageddon Time, de nieuwe, uitstekende film van de Amerikaanse classicus James Gray krijgt in ons land niet eens een bioscooprelease, maar daarom niet getreurd. ‘Thuis is de popcorn tenminste vers.’
Na een hele reeks prachtfilms met New York als decor en personage – van zijn debuut Little Odessa (1994) over We Own the Night (2007) tot The Immigrant (2013) – zocht James Gray het ineens véél verder. Voor avonturenfilm The Lost City of Z (2016) trok de classicus het Amazonewoud in. In zijn daaropvolgende film, Ad Astra (2019), liet hij Brad Pitt zelfs naar zijn vader speuren in de oneindigheid van het heelal. Maar nu is hij terug op de plek waar het voor hem allemaal begon, in de tijd waar het voor hem allemaal begon: Queens, New York, 1980.
Tegen de mensen met kritiek op mijn werk vanuit hun vermeende moreel correcte positie, zeg ik: fuck you.
In het autobiografisch geïnspireerde Armageddon Time vindt de twaalfjarige bengel Paul het rot dat hij de openbare school moet inruilen voor een bijna niet te betalen privéschool waar Maryanne Trump (zus van, jawel) de elite aanspoort om ambitieus te zijn. Hij wordt daarbij losgescheurd van Johnny, zijn vriend met een gelijkaardige appetijt voor kattenkwaad en gezagsondermijning. Johnny is een van de weinige zwarte kinderen in de buurt en ondervindt voortdurend dat hij niet gelijk wordt behandeld.
De sobere fotografie van cameraman Darius Khondji is andermaal een streling voor het oog, maar Grays intieme jeugdherinneringen schetsen een eerder onzacht beeld van een Amerika dat op ongelijkheid en klasseverschillen steunt. ‘Het is de taak van de kunstenaar om te kijken naar waar het verkeerd gaat en vragen te stellen’, grijnst Gray, die ook nog nooit een goed gesprek uit de weg is gegaan.
Steven Spielberg verwerkt zijn jeugd in The Fabelmans, Paul Thomas Anderson in Licorice Pizza, Sam Mendes in Empire of Light en jij in Armageddon Time. Te veel om toeval te zijn?
James Gray: Ja. Filmregisseurs wanhopen snel. Wij denken altijd dat het onze laatste film wordt. Tijdens de pandemie kwam daar de vrees bovenop dat cinema misschien niet zal blijven bestaan. Dus moet je je verhaal vertellen ‘nu het nog kan’ en je kans grijpen zodra ze zich voordoet. Van Paul Thomas Anderson wéét ik dat hij met dat gevoel zat. Van de anderen vermoed ik het.
Had je zelf nog andere redenen om net nu in je kindertijd te duiken?
Gray: Wat bedoel je met ‘nu’? Als het van regisseurs afhangt, werken ze dag één aan een scenario dat ze dag twee verfilmen en dag drie in de bioscoop vertonen. De realiteit is dat het loodzwaar is om een project van de grond te krijgen. Het scenario voor Armageddon Time heb ik vier jaar geleden al geschreven. Dus vóór de pandemie, George Floyd, Black Lives Matter en de bestorming van het Capitool.
Ik wilde eigenlijk vooral mijn liefde voor cinema terugvinden door me te bevrijden van de complexe technische apparatuur waar ik mee moest worstelen voor Ad Astra en The Lost City of Z.
Bewaar je daar dan slechte herinneringen aan? The Lost City of Z is een meesterwerk.
Gray: Ik ben erg trots op The Lost City of Z. Maar ik ben net niet gestorven tijdens het maken ervan. De problematische productiegeschiedenis van enkele fantastische junglefilms was me bekend maar ik was zo hoogmoedig en arrogant te denken dat ik wel gepland en gedisciplineerd zou werken. Dat was buiten kaaimannen in de Amazone gerekend. En malaria. En andere rampen. Na afloop was ik geradbraakt. Ad Astra maken was nauwelijks minder complex. Ik was eraan toe het in een persoonlijke film opnieuw eens technisch en logistiek eenvoudig te houden en dacht aan de verhalen die ik mijn kinderen voor het slapengaan vertel. Verhalen over mij, mijn vader, mijn moeder, mijn grootouders en de andere dierbaren die er niet meer zijn. Ik wilde er heel graag ééntje op het grote scherm vertellen.
Zo kon je lekker Anthony Hopkins vragen om je grootvader te spelen.
Gray: Net nog vroeg iemand wat ik in hem zag? Rare vraag, toch? Hij is de grootste acteur in de geschiedenis. Of toch minstens top vijf. Bovendien lijkt hij op mijn grootvader. Kijk maar. (toont op zijn smartphone een foto van zijn grootvader)
Mijn relatie met mijn grootvader was complex maar prachtig. Hij was een erg interessante, zachte, lieve stadsmens maar kon ook heel onsentimenteel zijn. In de film zorgt hij voor cognitieve dissonantie. De ene keer moedigt hij Paul aan om een mensch te zijn en op te komen voor waar hij in gelooft. De andere keer is zijn advies: assimileer. Dat is contradictorisch maar mijn grootvader kon dat brengen en Anthony ook.
Wat bewonderde je het meest in je grootvader?
Gray: Mijn ouders hadden het eind jaren zeventig even erg moeilijk om voor eten op tafel te zorgen en dat heeft hen getekend. De dagelijkse strijd om de rekeningen te betalen en toch een beetje hogerop te raken was hun grootste zorg. Mijn broer en mij zeggen dat ze ons graag zagen, was geen prioriteit. Ik ben er zeker van dat ze ons graag zagen maar ze zeiden het nooit. Toen ik naar de privéschool moest, hebben ze niet één keer gevraagd hoe het me daar verging. Dat kan me gehard hebben – ik vecht voor wat ik wil bereiken, ik geef niet snel op – maar destijds leed ik daaronder. Mijn grootvader kon mijn broer en mij wel het gevoel geven dat we gewild en geliefd waren. Dat heeft ons gered. Als ouder maak ik massa’s fouten die mijn kinderen me later terecht zullen aanwrijven maar één ding weten ze: dat ze gewild en geliefd zijn.
Ook in de film hechten de ouders erg veel belang aan de strijd om hogerop te raken.
Gray: Elke samenleving die enigszins succesvol wil zijn, heeft een mythe nodig waar ze collectief in gelooft. Voor de VS is dat de American dream. Die mythe kan niet standhouden als de sociale mobiliteit onder druk staat. En in Amerika staat ze al sinds 1980 onder zware druk. Mensen voelen en beseffen dat hun kansen om hogerop te raken gering zijn en dat zorgt voor heel veel frustratie en tweedracht. Want velen hebben niet het vermogen om het grotere plaatje te zien.
Hoe ziet dat plaatje er dan uit?
Gray: Er is al jaren geen tegengewicht meer voor het kapitalisme, er is zelfs amper kritiek, en dat veroorzaakt een schandalige ongelijkheid. Vroeger verdiende het management zeven keer meer dan de werknemers, vandaag makkelijk zevenhonderd keer meer. Een paar bedrijven hebben alle macht, een paar mensen alle geld. Hoe is het zover kunnen komen? Ik heb ook geen antwoorden, hoor, wel een heleboel vragen. Op school leer je bijna niets dat een beter mens van je maakt. Voor kunst, literatuur en schoonheid is evenmin aandacht. Alles is gericht op geld verdienen, op transacties. Integriteit wordt op geen enkele manier aangemoedigd. Donald Trump is daar het beste voorbeeld van. Alles is voor hem onderhandeling, ‘wat kun jij voor mij doen?’ Dat is geen leven.
Voer je Maryanne Trump, zijn zus, in je film op om de link met vandaag te benadrukken?
Gray: Niets komt uit het niets. Armageddon Time speelt zich af vlak voor Ronald Reagan president werd en die was een Trump in een smoking. De zaadjes zijn toen geplant. Trump, de Amerikaanse Il Duce, was een symptoom, geen oorzaak. Veel landen worstelen met fascistische figuren, niet enkel de VS.
Gaat Armageddon Time ook over wit privilege? Paul en Johnny halen dezelfde stommiteiten uit maar alleen de zwarte Johnny moet boeten.
Gray: Zo is dat. Al heb ik gewoon geprobeerd om zo eerlijk mogelijk te zijn en mezelf of Paul niet beter voor te stellen – Paul is soms hatelijk.
Wat wit privilege betreft: als je mijn vader de begunstigde van privileges had genoemd, zou hij je gek hebben verklaard. Hij zou ook gelijk hebben gehad want hij heeft zich te pletter gewerkt om rond te komen en we waren de enige Joden in de buurt. Tegelijk zou hij ongelijk hebben gehad want hij heeft wel degelijk voordeel gehaald uit bepaalde privileges. Ik garandeer je dat hij dat wel zou hebben ingezien als ik hem geduldig en stap voor stap zou hebben uitgelegd waarom.
Wat hij niet verdient, zijn de vele idioten die vandaag imbeciele uitspraken doen. Genre: ‘Wie niet weet hoe geprivilegieerd hij is, is automatisch een eikel, een klootzak.’ Dat helpt niets of niemand vooruit. We moeten elkaar tegemoet treden met interesse, respect en mededogen.
Stoor je je aan moraalridders?
Gray: Ik pleit voor ethiek maar niet voor het veroordelen van iedereen die iets verkeerds doet of zegt. Op de sociale media wordt er soms weerzinwekkend fel uitgehaald vanuit een vermeende, vastgeroeste morele superioriteit. Ik begrijp dat niet.
Tachtig procent van woke is fantastisch. Een flink zelfbewustzijn, de drive om te vechten voor een betere wereld, dingen grondig bestuderen: geweldig! Maar soms is woke absurd. Het idee bijvoorbeeld dat je je niet op andermans terrein mag begeven. Caravaggio was niet persoonlijk aanwezig bij de verrijzenis van Jezus. Evenmin was hij een sefardische Jood. Waar haalt hij het recht vandaan om zich Jezus’ verhaal toe te eigenen? Absurd! Ook het idee dat een kunstwerk een moreel correcte positie moet innemen, vind ik onzinnig.
Tegen de mensen met kritiek op mijn werk vanuit hun vermeende moreel correcte positie, zeg ik: fuck you. Ik zal nooit al was het maar één seconde beknibbelen op wat ik doe. Fuck de kunstpolitie die zegt wat je wel en niet mag doen. Politie spelen en bepalen wat een ander mag zeggen en maken, is weerzinwekkend.
In België kreeg Armageddon Time geen bioscooprelease. Betreur je dat?
Gray: Ik wist dat niet en vind het verschrikkelijk. Ik sta er niet graag bij stil, uit schrik gedeprimeerd te raken en dan niet meer in staat te zijn om voort te doen. Ik zet oogkleppen op, buig het hoofd en werk verder.
Er gaat niets boven de bioscoopervaring maar of Armageddon Time het grote scherm nodig heeft om te bestaan? Nee. De film is gemaakt voor het grote scherm maar je kunt er uiteraard ook thuis naar kijken. Wist je dat 47 procent van de Amerikanen een thuisbioscoop heeft? Die van mij is fantastisch: ik heb een scherm van drie meter en een uitstekende geluidsinstallatie. Vroeger was ik voor oude films afhankelijk van wat de revivalbioscoop aanbood. Vandaag kies ik zelf wat ik wanneer wil terugzien. En mijn popcorn is tenminste vers.
Je sprak daarnet over de vrees dat cinema misschien niet eeuwig zal blijven bestaan.
Gray: Cinema is de grootste kunstvorm die de mens ooit heeft gecreëerd. Als ik in het Prado voor het Hooiwagendrieluik van Jheronimus Bosch sta, voel ik dat hij verder reikte dan alleen maar een schilderij. Als ik naar Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner luister, voel ik dat hij voorbij opera probeert te raken. Die mannen wilden het gat vullen dat er was toen cinema nog niet bestond. Ze zouden fantastische filmregisseurs geweest zijn. Ik hoop dat cinema er voor altijd is. Maar of dat ook zo zal zijn?
Wat verwacht je?
Gray: Dat men later met evenveel verbazing naar onze manier van filmen zal kijken als wij nu naar de bouw van de Egyptische piramides. Het zal hen verbazen dat we met tweehonderd mensen twee jaar lang aan films van miljoenen dollars werkten. Cinema zal nog bestaan maar het zal in een andere vorm zijn. Met cgi is er nu al enorm veel veranderd. Nu al kun je dit: (praat tegen zijn smartphone) maak mij een beeld met een strand met wit zand, een zonnige hemel met twee wolkjes, een man met zwart en een vrouw met rood haar.
Het wordt anders maar daarom niet beter. Ik denk niet dat er veel gebouwen beter zijn dan de piramides. Er is veel nieuwe architectuur in New York maar het oude Chrysler Building blijft mijn nummer één.
Armageddon Time
Vanaf 22.02 beschikbaar op dvd en blu-ray en in Apple TV, Google Play en Proximus Pickx.
James Gray
Geboren op 14 april 1969 in New York, groeit op in Brooklyn, als kleinzoon van Oekraïens-Joodse immigranten.
Wint in 1994 in Venetië de Zilveren Leeuw met Little Odessa, zijn grimmige debuut over een huurmoordenaar.
Zijn fetisjacteur Joaquin Phoenix schittert in The Yards (2000), We Own the Night (2007), Two Lovers (2008) en The Immigrant (2013).
Mocht al vijf keer meedingen naar de Gouden Palm maar heeft er vooralsnog geen gewonnen.
Zweert bij 35-millimeterpellicule en een classicistische stijl.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier