Ish Ait Hamou in 7 scènes: ‘Ik raakte verdwaald op weg naar Hollywood’

© Anneke D’Hollander

Samen met zijn broer Mounir en enkele van zijn beste vrienden maakt Ish Ait Hamou zijn debuut als regisseur. BXL is een autobiografisch getinte film geworden over het leven van twee broers in de hoofdstad. Maar stel dat het persoonlijke leven van de schrijver-danser-choreograaf zou worden verfilmd, welke scènes mogen dan niet ontbreken?

Scène 1: Vilvoorde by night

‘De film van mijn leven begint in een parkje in Vilvoorde, waar ik met drie vrienden rondhang. Het is de nacht voor ik naar Amerika vertrek. Mijn vlucht is vroeg in de ochtend en we hebben besloten om de hele nacht op te blijven. Het is zomer, het is warm, ik ben zeventien en het voelt als de laatste nacht – al ga ik maar voor een jaar weg. In Laguna Beach, een stadje ten zuiden van LA, zal ik mijn laatste jaar van de humaniora afwerken als uitwisselingsstudent. Maar ik zal niet meer als dezelfde terugkomen, dat voelen we die nacht al.’

‘We dwalen samen door Vilvoorde, de straten zijn leeg, we halen een cola in een nachtwinkel en een dürüm in een pitazaak, en ondertussen praten we over alle mogelijkheden die na mijn vertrek zullen ontstaan. Mijn vertrek kan voor de anderen een motivatie zijn om ook van alles te ondernemen. Een van ons, Fouad, droomt ervan om acteur te worden. Hij wil ook naar Amerika. We willen eigenlijk allemaal naar Amerika, iedereen via zijn eigen weg.’

© Anneke D’Hollander

‘Stilletjesaan komt de zon op. We gaan mijn geboortehuis binnen, mijn valiezen staan klaar, mijn vader zet koffie en op de bank nemen we een laatste foto. Rond mijn nek hangt een mp3-speler met liedjes die ik daar speciaal voor deze reis heb opgezet. Guilty until Proven Innocent van Jay-Z en R.Kelly onder meer.’

‘Mijn vader voert ons naar de luchthaven, ik werp een laatste blik op Vilvoorde, en in de vertrekhal in Zaventem nemen we in stilte afscheid. Voor het eerst zie ik mijn vader huilen. Ik stap door de gate, kijk naar buiten, zie de zon nu helemaal opkomen boven de vliegtuigen die op het tarmac wachten, en plots overvalt me een gevoel van avontuur dat ik nog nooit eerder heb gevoeld. Zoals in Scarface: The world is yours.

In LA verblijft Ish twee dagen in een hotel tot zijn gastouders hem komen halen. Bij hen zal hij een jaar logeren, terwijl hij op de plaatselijke school in Laguna Beach een algemene opleiding volgt. Engels en Amerikaanse geschiedenis, met fitness, dans, theater en Spaans als keuzevakken.

Hollywood heeft hem daarnaartoe gelokt. De films van Martin Scorcese die hij thuis, in het arbeidershuisje in Vilvoorde, samen met zijn twee oudere broers heeft bekeken: GoodfellasCasinoMean Streets. Op een dag zal hij vanuit Laguna Beach dan ook de bus naar Hollywood nemen, maar in het web van invalswegen en buslijnen hopeloos verdwalen. En nog voor hij de iconische witte letters op Mount Lee heeft gezien moet hij naar zijn gastgezin terugkeren.

‘Ik denk: stop nu alsjeblieft, ik wil hier blijven.’

Maar nu zit hij in de auto, op de achterbank, met zijn gastouders en rijdt hij over de Pacific Coast Highway, met rechts van hem de zonovergoten oceaan. ‘Op een bepaald moment komen we aan een prachtige plek, met jongeren die basketbal spelen, het strand en een oude cinema. Ik denk: stop nu alsjeblieft, ik wil hier blijven. En inderdaad, wat verder stoppen we bij een huis tegenover de school, naast een groot Americanfootballveld. Here we are, zegt mijn gastmoeder. Ik ga binnen in mijn gastenverblijf en zie een pooltafel, een tv, een keuken en uit de slaapkamer komt een kerel. Félipe, mijn roommate uit Brazilië.’

Scène 2: *NSYNC op de Pep Rally

We blijven nog even in de Verenigde Staten. Het schooljaar is ondertussen begonnen en Ish slaagt er niet in om contact te maken met de Amerikanen in zijn klas. Behalve Félipe, zijn Braziliaanse roommate, kent hij niemand. ‘Het lukt zelfs niet om me voor te stellen aan de anderen’, zegt Ish. ‘Dat is een heel moeilijke opgave als je zestien, zeventien bent.’

Tot op een dag in oktober de Pep Rally op de agenda staat, een schoolfeest in de gymzaal, waarbij de leerlingen van alle graden ‘iets’ kunnen doen: zingen, acteren, basketballen. Ish schrijft zich in en oefent de avond voor de Pep Rally zijn beste dansmoves in. Al sinds zijn tiende is hij bezeten van het dansen en dus denkt hij: dansen is de beste introductie, zo kan ik eindelijk indruk maken, mezelf zonder te praten zichtbaar maken.

© Anneke D’Hollander

In een volle gymzaal wacht hij zijn beurt af. In de cd-speler heeft hij een nummer van de populaire boysband *NSYNC laten klaarzetten. Pop, net voor het moment dat Justin Timberlake begint te beatboxen. Terwijl Ish in het midden van de zaal gaat staan, zegt de omroeper: ‘We now have an exchange student…From Belgium, Brussels: Ishmael Ait Ha…something.’

Ish ademt diep in en uit, de omroeper drukt op play en in de film van zijn leven is het nu tijd voor een flashback.

Scène 3: De slide van Run DMC

‘Ik ben weer tien en zit midden in een voetbalwedstrijd op de speelplaats van de lagere school in Vilvoorde. We spelen Marokko tegen België en in mijn ploeg speelt een kerel, Younes, bij wie werkelijk alles lukt. Dat frustreert me enorm. Ik ben jong, ik ben nog op zoek naar iets waar ik goed in ben. Een talent hebben, mijn plek vinden, het wordt alleen maar belangrijker in mijn hoofd. Voor studeren heb ik geen aanleg, ik heb geen ambitie om “de intellectueel” te worden. Tot dat moment heb ik altijd gedacht dat ik zou uitblinken in sport, maar nu lukt niets. Na de wedstrijd zit ik samen met Younes in de klas en zijn gemoedsrust heeft een enorme impact op mij. Het lijkt alsof hij zijn leven al heeft uitgedokterd, en ik niet.’

© Anneke D’Hollander

‘Ik ben best wel down. Ik ga naar huis en zet de tv aan. Zappen, zappen, zappen. Tot ik bij MTV beland, op dat moment is dat nog dé muziekzender waar je de hele dag door videoclips kunt zien. Het is de top twintig en brand new op nummer 12 staat een groep die Run DMC heet met het nummer It’s Like That. Ik blijf kijken en kom meteen in een bepaalde sfeer. Voor het eerst in mijn leven zie ik breakdance, jongens tegen meisjes. Alle bewegingen op de vloer lijken superingewikkeld, maar op een bepaald moment komt er een gast in beeld met een pruik op die rechtop begint te sliden tot zijn pruik eraf valt. Die slide! Ik weet niet wat ik meemaak. De hele avond blijf ik wachten tot ze de clip nog een keer tonen en nadat ik hem ’s avonds laat eindelijk nog een keer gezien heb, ga ik naar mijn kamer, die ik deel met mijn zus, en probeer ik die slide uit. In mijn hoofd lukt het en nu voel ik wat ik eerder die dag voelde bij Younes: een perspectief. Dat is het, denk ik. Ik ga dansen.’

Wat later zegt moeder Saida tegen haar zoon van tien: ‘Zeg, weet je wie er net zo graag danst als jij? Fouad, de zoon van een vriendin. Misschien moeten jullie eens afspreken?’ Ook al is Fouad een pak ouder, het klikt meteen. Hij en Ish zullen meer dan tien jaar samen dansen.

Scène 4: De slide van Ish

Terug naar de volle gymzaal in Laguna Beach. Oktober 2004, de Pep Rally.

‘De muziek van *NSYNC begint, ik sta op en doe mijn slide’, zegt Ish. ‘Ik wist dat die het meeste impact zou hebben. Als je een dansshow opzet, heb je twee invalshoeken: eentje waarbij je je tijd neemt om de diepte in te gaan en eentje waarbij je met een knal begint om het publiek te imponeren. Ik kies voor de tweede optie. Mijn slide heb ik ondertussen zo onder controle dat het lijkt alsof ik echt over de vloer zweef. Ik hoor iedereen in de zaal juichen en klappen en ik weet: ik ben binnen. En inderdaad, later komt iedereen vragen wie ik ben en word ik plots uitgenodigd voor alle feestjes. Aan het einde van dat jaar ben ik het zelfs kotsbeu om tijdens feestjes mijn slide te moeten tonen. Maar goed: that’s the price to pay, besef ik.’

‘Aan het einde van dat jaar ben ik het kotsbeu om tijdens feestjes mijn slide te moeten tonen.’

Scène 5: De gemakkelijkste school van Brussel

Een koffiebar in Brussel. Twee jonge mannen zijn druk aan het praten, ze zien er allesbehalve vrolijk uit. Een van hen is Ish. Na zijn jaar in Amerika is hij terug, terug in het niets. Hij woont weer thuis, dwaalt rond, weet niet wat aan te vangen met zijn leven.

Via de middenjury is hij aan een studie begonnen (‘Ik weet zelfs niet meer wat’, zegt hij nu) en ondertussen zoekt hij zijn heil in het dansen. Hij geeft dansles aan jonge studenten en leerde tijdens een wedstrijd in Aalst Yves Ruth kennen, een Brusselse dansleraar. De twee zijn met een crew gestart en trainen steeds vaker samen, in een danszaaltje in Matonge.

© Anneke D’Hollander

Met die Yves zit Ish nu in een koffiebar van de hoofdstad. Het is examentijd. Yves studeert architectuur in Louvain-la-Neuve, Ish moet een examen afleggen voor de middenjury.
‘Waar zijn we eigenlijk mee bezig?’ zegt Yves.

‘Ja, goede vraag’, antwoordt Ish. ‘Ik heb geen flauw idee.’

‘Frère. We gaan naar de zaal. We gaan voor wat we echt willen. Sa mère, l’école.’

Allebei laten ze hun examens vallen en na lang trainen krijgen ze hun eerste baantjes als dansers. De opdrachtgevers worden groter en groter, van VRT tot Adidas, maar Ish’ broer Mounir blijft hameren op het belang van een diploma.

Dus googelt Ish ‘gemakkelijkste school van Brussel’ en schrijft hij zich op de desbetreffende school – ‘ik ga ze niet noemen’ – in voor een opleiding Secretariaat-Talen. Het niveau ligt niet hoog. De lessen Engels vindt hij zelfs zo gemakkelijk dat hij tijdens die uren in stilte boeken mag lezen en aan zijn eigen teksten mag werken.
‘Ik heb altijd graag geschreven en toen de lerares Engels op een dag een van mijn teksten las, motiveerde ze me om daarmee naar buiten te komen. Zij is ook de redacteur van mijn eerste boek geworden, zonder haar was ik wellicht nooit schrijver geworden.’

Scène 6: Eerbetoon aan ouders

Voor een aula gevuld met politici, bedrijfsleiders en academici neemt Ish het woord. Hij krijgt een eredoctoraat van de Universiteit Gent en mag speechen. ‘Dit ereteken werd aan mij gegeven, maar het is voor mij een teken van dankbaarheid aan mijn ouders’, zegt hij – deels in het Frans, zodat zijn ouders hem kunnen verstaan. ‘Ouders die zonder taal, informatie, westerse culturele erfenis, geld en met een rugzak gevuld met pijn en opofferingen hun land hebben verlaten en hier een zaadje hebben geplant dat nog generaties lang zal groeien tot een bijzondere stamboom, waar wij allen, ongeacht wie we zijn, de vruchten van zullen plukken.’

© Anneke D’Hollander

Links in de zaal ziet hij zijn ouders rechtstaan. Moeder Sadia met haar hoofddoek en vader Abderrahman, die meer dan veertig jaar eerder van Marokko via Frankrijk naar België is gekomen en hier zijn hele arbeidersleven in de staalbedrijven van Forges de Clabecq heeft gewerkt. Het applaus overdondert hen. Op het podium valt Ish stil. Even, heel even, zijn alle ogen niet op hem, maar op zijn ouders gericht. Precies zoals hij hoopte toen hij thuis zijn speech inoefende.

‘De Belgische samenleving heeft mensen zoals mijn ouders – Marokkanen, moslims, arbeiders – altijd als eendimensionale karakters bekeken.’

‘Mijn ouders zijn altijd een mysterie gebleven’, zegt hij. ‘Deels voor ons, hun kinderen, en deels voor de buitenwereld. Weinig mensen kennen het verhaal van hun generatie echt. Ik heb het altijd wat moeilijk gevonden dat ik zo veel aandacht kreeg, alsof mijn “succes” was losgekoppeld van mijn ouders. De Belgische samenleving heeft mensen zoals hen – Marokkanen, moslims, arbeiders – altijd als eendimensionale karakters bekeken. Maar zelf heb ik alleen maar een enorme trots gevoeld en ik hou enorm van verhalen, om te vertellen wat veel mensen voelen maar niet zeggen. Om al die redenen heb ik mijn ouders daar zo expliciet bedankt.’

Scéne 7: Twintig jaar later

De eerste draaidag van BXL. Jaren heeft Ish aan zijn eerste film gewerkt, samen met zijn oudere broer Mounir, die ondertussen een carrière als acteur heeft opgebouwd. Na een veel te lang proces van scenario’s schrijven, fondsen zoeken en acteurs casten beginnen de broers te filmen. In een bokszaaltje in een kelder bij metrostation IJzer, hartje Brussel, willen ze de allereerste scène draaien.

Het verhaal van de film is simpel samen te vatten: wanneer Tarek de kans krijgt om zijn droom waar te maken en een vechtsportcarrière uit te bouwen in de VS, neemt zijn leven en dat van zijn jongste broer een onverwachte wending.

© Anneke D’Hollander

Geert Van Rampelberg is er helemaal klaar voor, hij vertolkt de rol van coach. Ish roept zijn hoofdpersonage Tarek binnen: afgetraind en opgepompt, gereed om in de ring te stappen en het gewicht van BXL op zijn brede, gespierde schouders te dragen. ‘Tarek is Fouad, de jeugdvriend met wie ik jaren heb gedanst en die er ook bij was die laatste nacht voor mijn vertrek naar Amerika’, zegt Ish. ‘Hij is daarna ook echt acteur geworden en woont al vijftien jaar in de States. Ik kijk eerst naar hem en dan naar mijn broer, die druk instructies aan het geven is, en denk: dit is best wel bijzonder. Toen ik zeventien was, waren we aan het dromen over al onze mogelijkheden en twintig jaar later staan we hier samen een film te maken. Kort, vijftien seconden hoogstens, sta ik daar bij stil, hoe gek het leven kan lopen. Alles komt heel even samen. En dan beginnen de stress en drukte van de filmset weer.’

Ish krijgt een klopje op zijn schouder. De man achter hem is tevreden. Het is Yves Ruth, coproducent van de film.

Aftiteling

BXL loopt vanaf volgende week in de zalen.

‘Niets van wat in de film te zien is, heb ik letterlijk zo meegemaakt’, zegt Ish. ‘Het gaat meer om de thematieken die overeenkomen dan om de pure anekdotiek.’

De film van zijn leven, lacht hij, heeft sterke bijrollen. ‘De mensen die ik op mijn pad heb ontmoet, laten de cursor volledig van links naar rechts gaan.’

Niemand weet of MTV nog bestaat.

‘Binnenkort ruil ik mijn smartphone in voor een dumbphone – dat wordt mijn nieuwe reis naar het onbekende.’

Younes, de talentvolle voetballer uit zijn klas, heeft Ish al lang niet meer gezien. Hij heeft geen idee wat er van hem is geworden.

De dag voor ons gesprek kreeg hij via Instagram toevallig wel een bericht van Félipe, zijn Braziliaanse roommate in LA.

Vader Abderrahman en moeder Saida hebben BXL nog niet gezien. ‘Maar man, wat een leven hebben zij geleid’, zegt Ish nog. ‘Dat is echt een trilogie, zoals The Godfather.’

Een reis naar het onbekende, zoals toen naar LA, heeft hij al lang niet meer ondernomen. ‘Of wacht’, zegt hij wanneer we de Vilvoordse koffiebar verlaten. ‘Ik ben van plan om binnenkort mijn smartphone in te ruilen voor een dumbphone. Ik móét echt, want ik ben verslaafd. En dat lijkt me wel een avontuur. Ja, dat is het: dat wordt mijn nieuwe reis naar het onbekende.’

BXL

Vanaf 22.01 in de bioscoop.

Ish Ait Hamou

Geboren in 1987.

Woont in Vilvoorde met zijn vrouw en hun drie kinderen.

Werkte eerst als danser en choreograaf.

Werd in Vlaanderen bekend via het VTM-programma So You Think You Can Dance.

Debuteerde als schrijver met Hard hart en bracht ondertussen zes boeken uit.

Kreeg in maart 2024 een eredoctoraat van de UGent voor zijn maatschappelijke verdienste.

Regisseert samen met zijn broer Mounir BXL, zijn eerste langspeelfilm.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content