In ‘Rebel’ laten Adil en Bilall Syriëstrijders een musicalnummer zingen (en uiteraard werkt dat)

© Yaqine Hamzaoui
Kristof Dalle Journalist

‘Na elke aanslag kregen we allemaal de vraag waar we zaten. Waarom we ons niet meteen ervan distantieerden. Gingen betogen. Rebel is ons antwoord.’

‘Eerst een verre kennis.

‘Dan een buur.

‘Daarna ook een vriend.

‘Ze vertrokken plots in sneltempo.’

Bilall Fallah zag in 2012 met stijgende verbazing hoe zijn thuisstad Vilvoorde plots het epicentrum van de aspirant-Syriëstrijders werd. ‘Ze vertrokken met het idee dat ze er gingen strijden tegen een bloeddorstige dictator, zoals sommige Belgen dit jaar naar Oekraïne trokken. Om te helpen. Maar velen van hen zijn daarna geradicaliseerd.’

‘Het kwam zeer dichtbij, voor ons beiden’, knikt Adil El Arbi. ‘Confronterend. Het profiel van die jongens was niet per se zo anders als dat van ons. Daarom vonden we het zo belangrijk om dit verhaal te vertellen, in al zijn complexiteit. We zijn niet de eersten, maar we misten het perspectief van een moslim.’

Na Image (2014), Black (2015), Patser (2018), Bad Boys for Life (2020), de Streamz-reeks Grond (2021) en hun MCU-superheldenentree Ms. Marvel (2022) ging het regisseursduo eindelijk aan de slag met het thema dat al tien jaar in hun hoofd rondstuiterde. Rebel zoomt in op Kamal (Aboubakr Bensaihi, eerder te zien in Black), een Molenbeekse rapper en deeltijdse dealer. Wanneer moeder Leila (Lubna Azabal) hem de deur wijst, trekt hij al gauw naar Syrië om er met gelijke delen idealisme, opportunisme en jeugdige overmoed de troepen van Assad te bestrijden. Wanneer zijn jongere broertje Nassim (Amir El Arbi, broer van) Kamals gezicht enkele maanden later voor het eerst terugziet, is het in een executievideo van de Islamitische Staat. Pistool in de hand. Adil & Bilall volgen zowel Kamal, de zachtjesaan radicaliserende Nassim als de getergde Leila.

‘Man radicaliseert hier, vertrekt naar Syrië en doet daar vreselijke dingen: dat verhaaltje hebben we ondertussen wel gezien, nee?’
‘Man radicaliseert hier, vertrekt naar Syrië en doet daar vreselijke dingen: dat verhaaltje hebben we ondertussen wel gezien, nee?’ © Yaqine Hamzaoui

Vorig jaar draaiden ze Rebel zowel in Molenbeek als in Jordanië. Na de opnames van Ms. Marvel, en vóór die van Batgirl, de bigbudget-DC-superheldenfilm die Warner Bros. begin augustus in postproductie alsnog annuleerde.

We hebben daardoor wel de term funeral screening geleerd.

Bilall Fallah: Wij helaas ook.

Is die screening van de onafgewerkte versie voor acteurs en medewerkers al doorgegaan?

Fallah: Ik denk het wel. Maar wij waren niet echt op de hoogte.

Adil El Arbi: Nu goed, we zaten in België. Dus ‘effe passeren’ zat er toch niet in.

Fallah: Ik weet ook niet welke versie ze daar vertoond hebben. Na een kleine eerste visie hebben we een tweede versie gemaakt, maar die hadden we nog niet aan iemand kunnen tonen.

Hopen jullie nog op een #ReleaseTheSnyderCut-momentje voor Batgirl? Om de kosten te mogen afschrijven moet Warner de film naar verluidt vernietigen, niet gewoon archiveren.

El Arbi:(knikt) Alsof die gewoon nooit heeft bestaan. Ik zie Warner niet op die beslissing terugkeren. Maar mocht dat toch gebeuren, dan gaan ze ons wel wat tijd moeten geven. We hadden nog enkele draaidagen nodig. En de special effects moesten nog toegevoegd worden.

Zack Snyder heeft ook vier jaar moeten wachten om zijn versie van Justice League uit te brengen.

El Arbi:(grinnikt) Wel ja, laat ons over vier jaar nog eens zien.

Jullie begonnen in 2014 al te schrijven aan wat uiteindelijk Rebel zou worden. Ondertussen is er veel gebeurd. Hoe ging die versie?

El Arbi: Dat was gewoon een andere film, over een man die naar Syrië trok in de hoop een volk te beschermen. We raakten wel fundamentalisme en radicalisering aan, maar er was toen bijvoorbeeld nog geen sprake van terrorisme in Brussel of Parijs.

Fallah: We hadden destijds ook nog geen zicht op het bureaucratische, klinische apparaat dat IS was. En er waren nog geen beelden van kindsoldaten.

El Arbi: Het is goed dat we er uiteindelijk langer over hebben gedaan. Anders was Rebel eerder een momentopname in plaats van een tijdsdocument geworden. Zelfs al betekende dat dat we het scenario constant moesten herwerken, om de realiteit bij te benen.

© Yaqine Hamzaoui

De eerste versie van de film duurde nog vier uur. Uiteindelijk werd het iets meer dan twee uur. Hebben jullie jezelf niet een beetje in de eigen voet geschoten door per se drie perspectieven te willen volgen?

El Arbi: Ja, maar als je de ambitie hebt om het verhaal van de afgelopen tien jaar te vertellen, kun je niet anders. We wilden zowel het verhaal van een man die met goede bedoelingen daarheen trekt als dat van een jongere die zachtjesaan geïndoctrineerd wordt én een moeder die achterblijft. We wilden alles. Of toch zo veel mogelijk.

Bij wijlen barst Kamal in dans en rap uit. Je verwacht geen musicalnummers in een oorlogsepos of een familiedrama, maar het werkt vreemd genoeg zeer goed. En die muzikale epiloog deed denken aan de Childish Gambino-clip van This Is America, nee?

El Arbi:(knikt) We speelden al langer met het idee om met dans en muziek te werken, maar toen we This Is America zagen, dachten we allebei: dit is exact wat we wilden doen! Je kunt zo snel veel emotie en achtergrond kwijt in een paar minuten.

Niemand die daar ooit vragen bij heeft gesteld?

Fallah: Voor ons was het evident. Voor de producenten, euh… Iets minder. Ze vonden het idee wel cool, maar we hebben hen toch moeten geruststellen. ‘Dit gaat werken! Geloof ons.’ Al moet ik toegeven dat ik zelf ook maar tijdens de montage écht zeker was.

Rebel is met een tiende van het budget van Bad Boys for Life gemaakt, maar je krijgt heel wat vrijheid in ruil. Goeie ruil?

El Arbi: Er was inderdaad veel meer creatieve vrijheid. We konden veel meer experimenteren dan we in de VS hadden gekund.

Fallah: Dit is onze beste film tot nu toe. Het summum van onze capaciteiten als regisseur.

Het is zeker ook jullie best gedoseerde film.

El Arbi: We zijn echt op dieet gegaan. (lacht) Al vonden sommigen dat we nog harder op dieet moesten gaan.

IS-mechanieker Ibrahim (Saïd Boumazoughe) mag al eens Bazart citeren – ‘Liever snel naar de hel’, enzovoort – maar zelfs met de galgenhumor zijn jullie spaarzaam.

Fallah: In Patser is humor een drijvende kracht, akkoord, maar in Black zat de humor toch ook al onderhuids?

El Arbi: In het scenario zat geen druppel humor of surrealisme. ‘Straf, maar ook wel heel erg zwaar’, klonk het dan ook na de eerste lezingen. Uiteindelijk hebben we pas op de set hier en daar wat lichtheid toegevoegd.

Jullie gingen praten met ouders van Syriëstrijders en met het OCAD en bestudeerden ook het beeldmateriaal. De horrorfilmpjes van executies incluis.

Fallah:(knikt) De analyse van die beelden was misschien wel het moeilijkste aan deze film. Voor mij althans. Adil kon er iets beter tegen.

El Arbi: Ik heb alles bekeken. Dat is soms gruwelijk, maar voor een filmmaker ook zeer interessant. En een stukje geschiedenis. Je leert welke technieken ze gebruiken, hoe ze nederlagen monteren als overwinningen, hoe ze klinische, sociopatische beelden inzetten in hun oorlog. Vaak zijn dat heel lange video’s. Soms tot een uur. En dan plots hoor je iemand in het Antwerps roepen.

Je noemde het ‘een gevaarlijke film. Zoals een maffiafilm.’ Niet iedereen zal blij zijn met jullie schets van IS – maar het is nu ook geen Gomorra van Roberto Saviano, toch?

El Arbi: Saviano dook echt wel heel diep in de Napolitaanse Camorra. Wij geven eerder een algemenere behind the scenes van extremisme.

Fallah: Het blijft gevaarlijk – in wezen is dit ook een soort van maffia – maar het helpt dat we de film nu pas maken. We zitten er niet meer middenin.

© Yaqine Hamzaoui

Met dat in het achterhoofd: hoe lastig was het om jullie acteurs te overtuigen?

El Arbi: Iedereen was meteen mee. We deelden allemaal het idee dat wij, moslims, dat belangrijke verhaal nu maar eens moesten vertellen. We zijn allemaal het slachtoffer geworden van extremisme en terreur. We hebben allemaal mensen zien vertrekken. En we kregen na elke aanslag allemaal de vraag waar we zaten. Waarom we ons niet meteen distantieerden. Waarom we niet meteen gingen betogen. Kijk, dit is ons antwoord.

Hoe moeten we dat antwoord interpreteren? Met Kamal kozen jullie een hoofdpersonage dat te verschonen valt. Een Syriëstrijder die zich haast stommelings bij IS heeft aangesloten, mededogen heeft waar anderen dat niet hebben, geweld mijdt en niks dan beleefd is tegen de vrouw die men voor hem gekocht heeft.

El Arbi: Dat andere standaardverhaaltje hebben we ondertussen wel al gezien, nee? Man radicaliseert hier, vertrekt naar Syrië en doet daar vreselijke dingen. Dat is accuraat, in vele gevallen. Maar sommigen trokken erheen met goede bedoelingen, tot ze ten prooi vielen aan de IS-maffia en de chaos van de oorlog.

Fallah: Zo’n genuanceerd verhaal, in fifty shades of grey, was nog niet verteld.

Jullie noemden Incendies (2011) van Denis Villeneuve als grote inspiratiebron. Op welke manier?

El Arbi: Fantastische film. We filmden ook op dezelfde locatie (Jordanië, nvdr.) met dezelfde crew en met dezelfde actrice (Lubna Azabal, nvdr.). Ook die film ging over een deel van de Arabische geschiedenis – de Libanese, al werd dat nooit letterlijk zo benoemd – en werd verteld als een moderne parabel. Denk aan Lawrence of Arabia. Of Duizend-en-een-nacht. Die vibe wilden wij ook.

Maar net zo goed zijn we beïnvloed door Platoon en Born on the Fourth of July van Oliver Stone. Denk aan Tom Cruise’ personage Ron Kovic in die laatste, en hoe graag die in Vietnam wil gaan vechten voor zijn land, om uiteindelijk gedesillusioneerd terug thuis te komen. Zowel naties als religies kunnen je voorhouden dat je een held kunt zijn, belangrijk kunt worden. En dan kom je plots in de realiteit.

Fallah: Mensen die psychologisch zwakker staan of in een identiteitscrisis zitten, zijn vatbaar voor die belofte. ‘Je maakt deel uit van een groep. We geven je een doel en een identiteit.’ Voor wie al zoekend is en weinig te verliezen heeft, kan zo’n avontuur aanlokkelijk zijn. Sommigen van die jonge gasten zijn gewoon vertrokken na een onnozele liefdesbreuk. Twee weken en een cursus ‘Islam for Dummies’ later waren ze al geradicaliseerd.

El Arbi: In het jaar dat wij wat op de dool waren op filmschool Luca, kregen we plots de kans om een docu te filmen in Gaza. Waarom niet, dachten ook wij. Hier zijn we toch niet goed bezig. En als ze ons bombarderen, fiksen we tenminste een goed shot. Let’s go!

Fallah: Vooral het idee dat we daar iets belangrijk konden gaan doen – oorlogsjournalistiek – sprak ons aan. Thuis deden we toch niks dat de moeite waard was.

Zijn jullie uiteindelijk in Gaza geraakt?

El Arbi: Nee. Wij dachten dat we stalen ballen hadden, tot we ons rapport kregen. (lacht) Keigoede punten. ‘Oké, Bilall, blijkbaar hebben we wél iets te verliezen. Toch maar thuisblijven?’

Rebel geeft ook kritiek op de manier waarop België met zijn Syriëstrijders is omgegaan. En met zij die thuisbleven. Wanneer Leila de autoriteiten afdweilt omdat ze haar jongste zoon ziet radicaliseren, krijgt ze overal te horen dat ze niks kunnen doen en ze maar in dialoog moet proberen te gaan.

Fallah:(haalt de schouders op) Zo stelden de autoriteiten zich destijds ook op.

El Arbi: Er was geen systeem. België had dit ook nog nooit op die schaal meegemaakt. Good riddance, dacht men in 2012. Die mannen hebben waarschijnlijk toch een strafblad: als ze heldje willen gaan spelen in Syrië, moeten ze dat vooral doen.

What’s next? 2000? Naar Straks doet het geen pijn meer van Dirk Bracke.

El Arbi: Dat wordt na Image onze allerkleinste film. Het scenario is nog niet af, maar als we binnenkort ergens 25 draaidagen vinden: let’s do it!

Patser II zit ondertussen ook aan de vijftigste rewrite, neem ik aan? Gezien de immer evoluerende situatie in Antwerpen.

El Arbi:Patser II was nooit zo bedoeld, maar ondertussen wordt dat ook een tijdsdocument. (lacht) Er gebeurt zo veel shit tegelijk. Dat zal misschien voor 2024 zijn. Om eerlijk te zijn hebben we even geen idee wat de volgende set wordt. En dat is helemaal oké. En als er morgen toch een supergoed scenario uit de VS komt, dan gaan we dat gewoon doen, hè.

Mag Warner nog bellen?

El Arbi: We zijn een en al oor. (lacht)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Rebel

Vanaf 5/10 in de bioscoop.

Adil & Bilall

Adil El Arbi (°Edegem, 1988) en Bilall Fallah (°Vilvoorde, 1986) studeerden samen aan Luca School of Arts in Brussel. Sindsdien vormen ze een ondeelbaar regieduo.

Debuteren in 2014 met Image. In 2015 volgt Black. Beide films spelen zich goeddeels in Molenbeek af.

Leveren met Patser (2018) een hollywoodiaans energiebommetje over de Antwerpse drugsoorlog af.

Regisseren afleveringen van de reeksen Snowfall (2017) en Ms. Marvel (2022), met de eerste moslimasuperheld.

Domineren met Bad Boys for Life de box office in 2020.

Rebel, hun vijfde langspeler, is in Cannes gepresenteerd tijdens de Séances de Minuit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content