‘Ik wil leven volgens de idealen van mijn personage’ (Benedict Cumberbatch)
Acteur Benedict Cumberbatch is tegenwoordig te zien als Christopher Tietjens in Parade’s End, een miniserie van VRT, BBC en HBO. Een gesprek.
Benedict Cumberbatch was tot enkele jaren geleden een nobele onbekende in filmland, tot hij in 2010 hoge ogen gooide met zijn briljante vertolking van Sherlock Holmes in de Britse BBC-serie Sherlock. Nu schittert hij als Christopher Tietjens in Parade’s End, een miniserie van VRT, BBC en HBO. Wij konden hem alvast strikken voor een openhartig interview.
In het verleden heb je onder andere Frankenstein en Sherlock Holmes vertolkt. In Parade’s End speel je de rol van Christopher Tietjens en ook deze serie is gebaseerd op een literair werk. Is het als acteur moeilijker of makkelijker om een personage te vertolken dat gebaseerd is op boeken? Het vergemakkelijkt de zaak zonder twijfel omdat je een schat aan informatie krijgt. Dankzij de boeken krijg je een beter idee van het achtergrondverhaal van je personage en zijn persoonlijkheid. In het geval van Sherlock is alles beschreven vanuit het standpunt van John Watson; Watson maakt, net als de lezers, deel uit van het publiek en het publiek beïnvloedt altijd het verhaal. De boeken bevatten zo’n immens gedetailleerde analyse van Sherlocks uiterlijk en zijn persoonlijkheid. Zijn moodswings, zijn temperament, het vuur in zijn ogen, zijn ergernissen… Ieder detail, iedere zenuwtrek, alles is terug te vinden in de werken van Sir Arthur Conan Doyle. Die boeken zijn de blauwdruk voor iedere vertolking van Sherlock Holmes in de filmgeschiedenis. Dit is ook de reden waarom ik persoonlijk erg trouw ben aan het originele verhaal.
Sherlock was altijd al een erg moderne man; hij spendeerde veel tijd in zijn lab, al had hij de technische snufjes niet waar mijn personage wel gebruik van maakt. Ik vond het bijgevolg een logische beslissing om deze Victoriaanse held naar het heden te brengen. Hebben de originele werken van Parade’s End, geschreven door Ford Maddox Ford, je ook bij deze serie geholpen om je personage beter te begrijpen?
Ook bij Parade’s End kreeg ik dankzij de boeken een erg goed inzicht in Christopher Tietjens. Maar Parade’s End is gebaseerd op enkele niet-lineaire, modernistische romans en bijgevolg waren er heel wat literaire fenomenen aanwezig die niet voorkomen in Conan Doyle’s werk. Zo kreeg ik te maken metstreams of consciousness, met scenario’s die worden verteld vanuit verschillende standpunten, met sprongen in de tijd… Maar aan de andere kant de stream of consciousness is een fenomenale manier om in de ziel van een personage te kijken. Een personage vertolken dat gebaseerd is op een roman is dus zeker geen belemmering van mijn creatieve vrijheid; integendeel, het vermenselijkt je personage aanzienlijk. Als acteur is het altijd een hele uitdaging om de kijkers te overtuigen om met je mee te gaan naar de wereld van jouw personage. Het zal je dan ook alleen maar helpen om zoveel mogelijk te weten te komen over je rol.
Vind jij zelf dat er gelijkenissen zijn tussen Sherlock Holmes (Sherlock) en Christopher Tietjens (Parade’s End)? Helemaal niet. Het zijn beide intelligente, sneldenkende personen en allebei krijgen ze dagelijks te maken met middelmatigheid in de wereld rondom hen. In Parade’s End gaat Christopher hier naar het einde toe steeds meer aan onder. Maar ik ben altijd terughoudend om personages te spelen die intelligent, atypisch en zelfs asociaal zijn. En mijn rol in Sherlock was zeker niet de reden waarom ik Christopher mocht vertolken in Parade’s End. Tom Stoppard (die het script voor Parade’s End schreeft, nvdr) en Susanna White (regisseur) wouden me al casten als Tietjens jaren voordat er ook maar sprake was van Sherlock.
Maar in Parade’s End zien we hoe Christopher, net als Sherlock, erg arrogant en betweterig overkomt. Hij bracht zelfs correcties aan in de encyclopedie, iets wat ons meteen doet denken aan Sherlock. Zijn de gelijkenissen tussen de twee dan alleen maar oppervlakkig? Je zou wel enkele gelijkenissen kunnen vinden, maar dan moet je wel erg ver gaan. Tietjens is een man die voor is op zijn tijd en die, net als Sherlock, al erg modern is. Maar aan de andere kant is Christopher ook proto-liberaal en is hij een echte Tory. Hij gelooft steevast in een samenleving die gebaseerd is op een piramidale structuur; in realiteit is dit een excuus voor kapitalisme, vrijhandel en ondernemerschap ten koste van al de rest. Zo’n mensen denken dat er wel voor de gewone werkmens zal worden gezorgd zolang de top van de economie maar sterk is. Dit is wat er nu aan het gebeuren is en het is utter bullshit. Christopher Tietjens merkt dit allemaal op: hij ziet waar het naartoe gaat met de wereld. Hij koestert veel liefde voor zijn soldaten en voor dieren, maar aan de andere kant is hij, net als Sherlock, ook erg pragmatisch.
Bedoel je hiermee dat Sherlock niet in staat is om zo’n liefde te koesteren? Sherlock heeft helemaal geen hart van steen, ondanks wat velen zeggen. Het bewijs daarvan zie je terug in The Reichenbach Fall (de laatste aflevering van Sherlock, nvdr), wanneer Moriarty hem in een houdgreep heeft. Moriarty weet precies de zwakke plek van Sherlock de localiseren: zijn affectie en nood aan anderen om zich heen. Het is niet omdat Sherlock geen kerstkaarten verstuurt dat hij niet in staat is om liefde te voelen. Christopher Tietjens is daarentegen veel sentimenteler; hij heeft het hart op de tong en daarom kan je hem niet met Sherlock kan vergelijken. Ja, hij is een intelligente man en kan binnen enkele minuten een sonnet schrijven. Maar in mijn ogen zijn alle pakkende personages op één of andere manier intelligent.
Voor Sherlock moest je viool leren spelen en voor War Horse moest je leren paardrijden. Was er iets dat je voor Parade’s End onder de knie moet krijgen? Tom Stoppards script. (lacht) Voor zover ik me herinner, heb ik me vooral gefocust op de militaire discipline. De Eerste Wereldoorlog is immers een erg belangrijk aspect in Parade’s End. De serie geeft een obscuur inzicht in de oorlog en dat is wat het zo authentiek maakt. Wanneer de alledaagse bagatellen van de oorlog prominent zijn, weet je dat een boek geschreven is door iemand die het zelf heeft meegemaakt. (Ford Maddox Ford, auteur van Parade’s End, vocht zelf mee in de Eerste Wereldoorlog, nvdr.) Het front is niet geromantiseerd en er wordt meer aandacht besteed aan geweld, ongenadigheid, kleine heroïsche daden, het alledaagse van de oorlog. Die hele Wereldoorlog was absurd en dat leer je als kijker wanneer je in bepaalde scènes de bureaucratie van de oorlog te zien krijgt. Maar ook de kleine, persoonlijke dingen komen terug in Parade’s End, bijvoorbeeld wanneer Christopher Tietjens aan het front is en één van zijn mannen hem een boterham brengt. En die persoonlijke aspecten zijn belangrijk, want die hele oorlog was persoonlijk. Miljoenen mensen lieten het leven omwille van twee mannen die vermoord werden.
Wat is je eigen mening over Tietjens? Christopher Tietjens is een zeer dankbare man. Ook al is hij één van de leiders aan het front, toch geeft oprecht om zijn mannen en dat is waarom ik het zo pijnlijk vond om het boek te lezen. Ik werd meteen verliefd op het personage. Hij is een goede man en ik zou zelf graag volgens zijn normen en waarden leven. Ik ben het eens met veel van zijn uitspraken. Dit komt grotendeels door het briljante script dat Tom Stoppard geschreven heeft. Het is zo rijk aan betekenisvolle inzichten. Toen ik gisteren zelf enkele afleveringen op het grote scherm zag, was ik zelf als kijker nog steeds in de ban van de serie.
Gisteren heb je tijdens de voorstelling zelf de laatste twee afleveringen van Parade’s End kunnen meepikken. Hoe voel je je als je met jezelf geconfronteerd wordt op het witte doek? Het is een erg vreemd gevoel. Ik kan het moeilijk verwerken; het is net alsof je buiten je eigen lichaam treedt. Je zit in je eigen publiek en dat voelt erg bizar aan. Daarnaast ben ik ook erg kritisch over mezelf, bijvoorbeeld over mijn uiterlijk. Dan zit ik daar en het enige wat ik kan denken is: “fuck, waarom zien mijn neusvleugels er zo uit?” (lacht) Op zo’n moment merk je veel dingen bij jezelf op. Maar het voordeel was dan weer dat ik bij Christopher niet ijdel moest zijn. In de boeken wordt hij omschreven als een uitgezakt kussen, als een lompe zak aardappelen met een overschot aan nekvel dat mensen tot bloedens toe willen openrijten. Hij is een vadsige boksbal en daarom was het een opluchting dat ik me geen zorgen moest maken over hoe ik eruitzag. Ik vind het dus ook niet erg als ik plotseling drie kinnen heb of iets dergelijks. (lacht)
Was het een bijzondere ervaring om naar Parade’s End te kijken terwijl je zelf deel uitmaakte van het publiek? Het is altijd leuk wanneer het publiek lacht met jouw grapjes, maar het is ook zenuwslopend. Het was gisteren de eerste keer dat ik de laatste twee afleveringen zag; ik moest de opbouw en het geheel van de episode nog helemaal in me opnemen, maar tegelijkertijd werd ik ook steeds met mezelf geconfronteerd. In Londen was ik aanwezig tijdens een eerste screening van het tweede seizoen van Sherlock. Het publiek was zo enthousiast dat ze op bepaalde momenten de personages toejuichten en spontaan applaudisseerden. Dat gaf me een grote kick. Die voorstelling was fantastisch en ik weet nog dat Mark en Stephen (Gatiss en Moffat, de schrijvers van Sherlock, nvdr) achteraf zeiden: “het gaat nooit meer zo goed zijn.” Het is altijd een opwindend gevoel als je zo lang met iets bezig bent en het dan zijn vruchten afwerpt.
(CJP/Yasmine Schillebeeckx)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier