Herlees hier ons interview met Jane Campion, beste regisseur op de Oscars van 2022
De ruige én bloedmooie western The Power of the Dog is pure cinema die dampt van het testosteron. Jane Campion, de eerste regisseuse die ooit de Gouden Palm won, heeft daarin een eng alfamannetje in het vizier. En het lijkt op Benedict Cumberbatch.
The Power of the Dog is de eerste langspeelfilm van Jane Campion in twaalf jaar. De Nieuw-Zeelandse regisseuse won in 1993 in Cannes de Gouden Palm voor The Piano, met Holly Hunter, Harvey Keitel en Sam Neill in de hoofdrollen. Door de jaren imponeerde ze ook met prachtfilms als The Portrait of a Lady (1996) en Bright Star (2009). Recenter gooide ze hoge ogen met de twee miniseries van Top of the Lake (2013 en 2017).
Straffe cinema maken heeft ze daardoor duidelijk niet verleerd. In The Power of the Dog, waarvoor ze afgelopen zomer in Venetië tot beste regisseur werd gekroond, troont Campion je mee naar een ranch in het ruige Montana van honderd jaar geleden, het eigendom van de broers Phil en George Burbank. Een wreed machtsspel ontspoort dramatisch wanneer George Rose Gordon (Kirsten Dunst) huwt, een weduwe en de moeder van de weinig viriele tiener Peter (Kodi Smit-McPhee). Phil is razend en lijkt er een verontrustend plezier in te scheppen om ieders leven tot een hel te maken. George wordt vertolkt door Jesse Plemons, allicht nog steeds het bekendst als Todd Alquist uit Breaking Bad. Verrassender is wie zijn gezicht leent aan de hardvochtige alfacowboy Phil, die zijn verstikkende macho-ethos en gedateerde visie op mannelijkheid opdringt: de oer-Britse Benedict Cumberbatch.
Ik heb niets tegen machismo. Maar voor mij stopt het zodra ze je proberen te domineren. De alfaman die iemand onder hem nodig heeft om zich goed te voelen? Yikes.
Dat klinkt alsof Campion zich aan het oer-Amerikaanse westerngenre en de mythologie van the land of the free – of aan een deconstructie daarvan – waagt. Maar met haar wreed, machistisch machtsspel én volste vertrouwen in pure, intens fysieke, van testosteron dampende cinema leunt ze dichter aan bij ongrijpbare meesterwerken als There Will Be Blood en The Master van Paul Thomas Anderson.
Het antwoord op de vraag hoe ze na de tragische, complexe heldinnen uit An Angel at My Table (1990), The Piano, Bright Star en Top of the Lake uitkwam bij getormenteerde cowboys, kent de rasfilmster die tegen wil en dank uitgroeide tot de matrone van het vrouwelijke regiegild naar eigen zeggen zelf niet. ‘Ik kies mijn onderwerpen niet, mijn onderwerpen kiezen mij’, vertelt ze met een gulle lach. ‘Ik zocht niet met opzet naar een film met een mannelijke protagonist. Ik las puur voor het plezier The Power of the Dog(de roman uit 1967 van Thomas Savage waarop de film gebaseerd is, nvdr.) en dat boek had tentakels tot in mijn psyche. Niet alleen de thematiek achtervolgde me, ook het personage van Phil Burbank bleef maar door mijn hoofd spoken. Op een gegeven moment heb ik mijn agent gevraagd om te achterhalen wie de rechten op het boek bezat.’
Vanwaar die fascinatie voor Cumberbatch’ personage? Phil is bepaald geen lieverd.
Jane Campion: Je bedoelt dat hij een misogyne, homofobe alfaman is? (lacht)
Een engerd die je niet verkettert zoals de tijdgeest soms lijkt te eisen. Masculiniteit, machismo en seksualiteit zijn lang geen nieuwe thema’s voor jou maar voor het eerst focus je voornamelijk op mannelijke protagonisten.
Campion: Dat is zo, ja. Wat wil je dat ik daarover zeg? (lacht) Ik doe soms dingen die ook mij een mysterie zijn. Het verhaal van die complexe man intrigeert me, en dat volstaat. Zo ben ik. Ik hoef geen politiek correct verhaal te vertellen. Ik leg mezelf niets op en ik laat mezelf niets opleggen. Wel vond ik het in mijn carrière aanvankelijk vanzelfsprekend en noodzakelijk om de verhalen van vrouwen te vertellen, aangezien die amper verteld werden.
In een prachtig nawoord in de roman vertelt Annie Proulx, volgens mij de beste auteur van kortverhalen ter wereld (zoals Brokeback Mountain , nvdr.), dat schrijver Thomas Savage zelf in het mythische Montana leefde. Hij had al de alfacapaciteiten die er van mannen werden verwacht, hij werkte op ranches en kon wilde paarden temmen, maar hij moest zijn geaardheid verbergen. In die tijd was homoseksualiteit nog illegaal. Ik voel daarmee mee.
Het is mijn job om in de hoofden van de personages te kruipen. Phil Burbank was een uitdaging, maar de tederheid die ik voor elke mens voel, voel ik ook voor hem. Ook hij zou kunnen liefhebben, ook hij heeft verlangens maar hij moet zijn ware aard onderdrukken en verstopt zich achter de façade van de alfaman.
Hoe kwam je voor die in het verleden levende, autoritaire cowboy in hemelsnaam terecht bij Benedict Cumberbatch, de fijnbesnaarde Brit uit Dr. Strange en The Imitation Game?
Campion: Je kiest een acteur die je bewondert, in wiens capaciteiten je gelooft en die bereid is om diep in het personage te duiken. Ben en ik zijn het avontuur aangegaan en hielden daarbij elkaars hand vast. Aan zijn acteercapaciteiten kun je niet twijfelen en hij heeft de energie en het charisma om de ruimte volledig te vullen. Maar zijn personage heeft ook veel skills. Ben heeft zijn handen vuil moeten maken om te leren wat een rancher zoal kan. Van touwen hanteren tot stieren castreren. De grootste uitdaging was tot op het bot gaan van een dermate beschadigd personage en achterhalen waarom hij zo wreed is. Om diep in de psyche van dat personage te duiken hebben we iets nieuws geprobeerd: dream work, waarbij je via dromen en droomanalyse doordringt tot het onderbewuste. Ik heb het met acteercoach Kim Gillingham uitgeprobeerd en vond de resultaten zo inspirerend en interessant dat ik haar aan Ben heb voorgesteld. Ook hij vond die methode ongelofelijk boeiend.
Zou je The Power of the Dog een western noemen? De film heeft tegelijk iets van een psychodrama, een familiekroniek en zelfs van een thriller.
Campion: Dat begrijp ik. Ik voel een connectie met de western. De meeste westerns zijn evenwel geschreven door mensen die romantisch doen over het Wilde Westen. Maar eigenlijk was dat voor gevoelige mensen een erg brutale plek om te leven. Savage beschrijft dat met verve. Hij voegt een nieuwe laag aan het genre toe. Hij toont een Westen waar de mannen zich achter hun mannelijkheid verbergen.
Is machismo per definitie iets negatiefs?
Campion: Nee. Ik heb niets tegen machismo. Een vrouw kan gerust genieten van het drama dat die macho’s creëren. Ik denk dat de verschillen tussen mannen en vrouwen soms wat overdreven worden, zeker wat liefde en seksualiteit betreft.
Maar voor mij stopt het zodra ze proberen je te domineren, zodra het om macht en machtsmisbruik gaat. Mensen verdrukken, anderen beletten om zich vrij uit te drukken, dat doe je niet. Niemand wil gedomineerd worden. De alfaman die altijd aan de top wil staan en iemand onder hem nodig heeft om zich goed te voelen? Yikes.
Zitten er zaken in de film die dicht bij jou staan?
Campion: Ja, ook ik ben nog een cowboy geweest. (lachje) Ik had als kind een paard en de fantasiewereld van de cowboys sprak me aan. Ik ben gek op cowboys. De cowboyfilms die ik als kind zag, zijn een invloed. Het was dus plezant om The Power of the Dog te researchen. Ik schrok toen ik zag hoe de cowboys er in de jaren 1920 werkelijk uitzagen. Het verschil met de stoere cowboys uit de westerns van Hollywood is enorm. Ze droegen geen hemden en leren broeken maar vooral wollen kleren. Associeer jij wollen truien met westerns? Met hun schapenhuiden zagen die kerels er eerder als saters uit: half man, half dier. Ik vond het fijn om zo nog iets nieuws te kunnen laten zien.
Elke relatie is onderhandelen, geven en nemen, ook emotioneel en seksueel. Dat komt in al je werk aan bod, van The Piano tot Top of the Lake.
Campion: Klopt. Elke mens zit in andere fases van zelfontdekking en de ontdekking van zijn of haar plek in de wereld. Daarom is respect voor elkaar zo belangrijk. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet iemand mag opvoeren die wél domineert, die anderen misbruikt, zoals Phil Burbank. Het verhaal legt bloot waarom. Eigenlijk is Phil een angstige persoon.
Ik kén geen ideale wereld én ik ben daar niet in geïnteresseerd. Volgens mij is de wereld eeuwig in beweging en zal het nooit beter zijn dan vandaag. De mens is de mens. Hij of zij doet zowel fantastische als verschrikkelijke dingen. Dat zal eeuwig zo blijven. Wat niet wil zeggen dat je niet moet proberen om degenen die uit zijn op verschrikkelijke dingen zo weinig mogelijk macht te geven.
Je geeft de natuur en respect voor de natuur een grote rol in je films. Ben je bezorgd om de klimaatopwarming?
Campion: Er gebeurt iets, zoveel is duidelijk, maar ik heb daar te weinig verstand van om erover te praten. De mens is niet goed in vooruitdenken. Hij doet dat bijna niet. Misschien omdat hij bang is voor zijn nakend einde. Het interessante aan de huidige pandemie is dat we hebben gezien dat we de wereld wel instant stil kunnen leggen. Blijkbaar kan de mens wel geloven dat hij een virus kan oplopen en sterven. Ik hoop dat we de klimaatopwarming even ernstig nemen. Maar onze capaciteit om de problemen te ontkennen is ongelofelijk groot.
Het beste wat ik kan doen, is nu de schouders onder iets goeds en liefs zetten. Ik wil een pop-upfilmschool openen. Zoals veel landen kampt Nieuw-Zeeland met een verschrikkelijke achteruitgang van het onderwijssysteem. Mensen moeten enórm veel betalen voor een goeie opleiding. Alleen met uitzonderlijk rijke ouders kun je nog naar de filmschool. Van die wereld hou ik niet. Daar wil ik iets aan doen.
Kun je tegen kritiek?
Campion: Ik ben mijn eigen, zeer actieve en behoorlijke wrede criticus. Er wordt maar weinig over me gezegd dat ik niet zelf al heb bedacht. Ik hou de pers in het oog om een algemene indruk te krijgen – houden ze meer of minder van je nieuwe film dan anders? Specifieke kritiek vermijd ik liever. Die blijft in je zitten als een schrapnel die je er enkel via jarenlange therapie weer uit krijgt. Laat dus maar. Wrede commentaar aanvaard ik alleen van mijn dochter of partner.
Maar film is geen hobby. Hard zijn voor jezelf is normaal. Om de sterkst mogelijke film te maken moet je je werk voortdurend bekritiseren. Dat is niet voor de zwakkelingen. Dat is altijd een beproeving, soms een wrede.
The Power of the Dog is een Netflix-titel maar is cinematografisch zo verbluffend dat het jammer ware geweest als hij niet in de bioscopen te bewonderen viel.
Campion: Dat zou inderdaad triestig zijn. (met een diepe zucht) Het is een complexe kwestie. The Power of the Dog is een erg dure productie. Netflix legde het geld op tafel. De keuze was eenvoudig: de film niet maken of met Netflix in zee gaan. Ik heb exact wat ik voor ogen had kunnen maken. Vergis je niet, ook bij Netflix zitten mensen die zielsveel van film houden en tot een rijkere culturele wereld willen bijdragen. Ze zijn de De’ Medici’s van deze tijd. Ik heb zulke lieden altijd opgezocht. Er gaan altijd mensen zijn die het spannend vinden om artiesten te helpen die fraai werk afleveren en niet enkel readymades voor een gemakzuchtig publiek. The Piano was destijds gefinancierd door Ciby 2000, het productiehuis van Francis Bouygues, een Franse betonbaron en wegenbouwer. Enorm geraakt door een film van Bertolucci had hij besloten om tot het einde van zijn dagen al zijn geld uit te geven aan bijzondere films en regisseurs (zoals Pedro Almodóvar, David Lynch, Robert Altman en Mike Leigh, nvdr.). Ik heb altijd al mijn best gedaan om dat soort opportuniteiten te spotten.
Heb je voor de bioscooprelease gestreden?
Campion: Dat was niet nodig. Alfonso Cuarón heeft met Roma de weg geëffend. Hij heeft met Netflix gediscussieerd tot zijn wonderbaarlijke film een bioscooprelease kreeg. Hij kon hen aan het verstand brengen hoe belangrijk wij het vinden dat het publiek de film in zijn volheid in de bioscoop kan ervaren.
Ik geloof in het naast elkaar bestaan van bioscoopvertoningen en streaming. Netflix speelt uiteindelijk ook maar gewoon in op een wens van het publiek om alles onmiddellijk thuis te bekijken. Tijdens de bijna twee jaar lange pandemie was een bioscooprelease zo goed als onmogelijk en was haast iedereen blij met Netflix en de andere streamers. Maar ik kan me van alle belangrijke films in mijn leven herinneren in welke cinema ik ze heb gezien en welke kleren ik toen droeg. Je opkleden, naar de bioscoop trekken en samen in optimale omstandigheden een uniek moment beleven is een heel andere ervaring dan thuis al kokend met een half oog naar een klein scherm kijken.
Vorig jaar vertelde je ons dat je de vragen beu was over het feit dat je de enige vrouwelijke regisseur was die ooit de Gouden Palm heeft gewonnen. Je bent ondertussen meer dan op je wenken bediend. Deze zomer won Julia Ducournau met Titane de Gouden Palm, de Oscars voor beste film en beste regisseur gingen naar Nomadland en Chloé Zhao, in Venetië won jij de prijs voor beste regie en ging de Gouden Leeuw naar L’événement van Audrey Diwan.
Campion: Het is mijn taak niet om dat te becommentariëren, maar ik geniet er wel van. (lacht) Het huidige klimaat is mij en de andere dames in de arena gunstig gezind. Voor mij is het niet langer belangrijk om enkel verhalen vanuit een vrouwelijk perspectief te vertellen. Of met een heldin. Kirsten Dunst grapte: ‘O, moet ik er nu net de eerste film van Jane Campion uitkiezen waarin de vrouw níét de hoofdrol speelt.’
Dus je merkt verandering.
Campion: Alle vrouwelijke regisseurs die ik ken, willen in de eerste plaats als een creatieve persoon worden gezien. Zoals wijlen Agnès Varda al zei: het is vervelend om een vrouwelijke regisseur genoemd te worden, we spreken toch ook nooit over mannelijke regisseurs. Al komt die dag er misschien nog wel aan. (lacht) In de kunsten zou iemands geslacht niet mogen tellen. Maar het zou idioot zijn om de eeuwenlange verdrukking van vrouwen te vergeten. Daarom trek ik me gelijkheid en diversiteit zo aan. Als je bedenkt dat de helft van de wereldbevolking lang is verhinderd om zich creatief uit te drukken, dan besef je misschien hoe opwindend het is om dat te voelen veranderen. Daar bestaat geen betere manier voor dan vrouwen die verbazingwekkend werk maken, en dat is aan het gebeuren dankzij regisseuses als Alice Rohrwacher of de heerlijk onverbloemde Julia Ducournau, een fabelachtige nieuwe stem. Toen ik Titane zag, herkende ik de energie.
Een filmregisseur moet het hard genoeg willen?
Campion: Zéker. Ik ben extreem vastberaden. Door in iets te vertrouwen maak je het waar. Als energiek kind had ik een een heerlijke tijd. Daarna werd ik een ongelukkige tiener met het gevoel niet in de wereld te passen. Als vrouw meende ik geen kans te maken in de filmsector. Maar ik was geobsedeerd door film. Ik ging naar de kunstacademie, maar ik gaf me niet volledig, ik had vooral romantische ideeën over het kunstenaarschap. En toen bedacht ik me dat ik alles anders ging doen: ik stak niet langer al mijn energie in ‘geloven’ in mijn potentieel maar in mijn werk, eerst kunst dan films. Op mijn 24e was ik voor het eerst weer gelukkig. ‘Niet proberen’ was het enige waar ik nog bang voor was. Film werd een obsessie, het enige wat ik wilde doen. Mijn vrienden vonden me saai want ik wilde alleen maar over films praten. Elk wakend moment bekeek ik een film, las ik over films of dacht ik na over film.
Als je iets wilt doen, mag je niet bij de pakken blijven zitten. Dat leerde ik van mijn toenmalige vriend, die modefotograaf wilde worden. Elke dag deed hij hetzelfde: foto’s bestuderen en zelf fotograferen. Je moet niet dromen van film, je moet actie ondernemen. Dankzij mijn vriendje zag ik wat de eerste stap was: er gewoon aan beginnen, proberen, proberen, proberen en het niet erg vinden dat je eroplos knoeit, want daar leer je van.
Op de filmschool zat ik tussen 75 andere mensen die even graag films wilden maken. Word je nederig van. Piekeren heeft geen zin. Ik redeneerde: ‘Ik weet niet of ik goed zal worden maar ik weet wel dat ik het heel hard zal proberen. Als niemand mijn kortfilms goed vindt, dan zal ik ten minste alles uit de kast hebben gehaald en dan doe ik wel iets anders. Bloemen kweken of zo.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
The Power of the Dog
Vanaf 17/11 in de bioscoop. Vanaf 1/12 ook op Netflix.
EN TOEN WERD HET JANE BIJNA TE VEEL
Jane Campion is één en al no nonsense. De Nieuw-Zeelandse regisseuse is niet makkelijk uit haar lood te slaan. Maar vorige maand, toen ze in Lyon de Prix Lumière in ontvangst nam, werd het haar bijna te veel. Niet omdat het Festival Lumière haar als een rockster inhaalde, en evenmin omdat Clint Eastwood, Wong Kar-wai, de broers Dardenne en haar grote voorbeeld Francis Ford Coppola haar voorgingen met die onderscheiding. Het waren de getuigenissen van twee jonge collega’s die op haar gemoed werkten. ‘Cara Jane, je hebt onze levens veranderd, jij bent onze maestra!’ betoogde Alice Rohrwacher, die zich met Le meraviglie en Lazzaro felice tot speerpunt van de Italiaanse auteurscinema heeft opgewerkt. Daarna trok Julia Ducournau alle registers open. De Française won deze zomer de Gouden Palm met haar Titane en verloste Campion zo eindelijk van het predikaat de enige regisseuse met een Gouden Palm te zijn. ‘Aan jou denken hielp me om op het podium niet te verdrinken in de golf van emoties’, zei Ducournau. ‘Ik probeerde me in jou te verplaatsen, in de immense fierheid van de cineaste maar ook in de eenzaamheid van de eerste vrouw. Achtentwintig jaar later – achtentwintig! – moest ik die eenzaamheid dankzij jou niet voelen. Ik had zelfs de luxe om aan alle vrouwen te denken die nog zullen volgen. Jij hebt het ons geleerd: vrouw worden is vechten om vrij te zijn en het te blijven. Je films begeleiden me al jarenlang.’
Slechts met een grapje kon Campion haar emoties bedwingen. ‘Ik ben een Nieuw-Zeelandse, wij doen niet aan emoties. Ze gaan me arresteren bij mijn thuiskomst. Maar cinema heeft mij een leven gegeven en het ráákt me dat ik via mijn films blijkbaar iets heb kunnen teruggeven.’
Jane Campion
Geboren in 1954 in Wellington, Nieuw-Zeeland in een artistiek gezin.
Studeert antropologie in Wellington en daarna schilderkunst en film in Sydney, Australië.
Dochter Alice Englert (°1994) is actrice. Haar zoontje Jasper (°1993) sterft kort na de geboorte.
Wint eigenlijk al in 1986 een ‘Gouden Palm’, die voor de beste kortfilm, met Peel.
In 1993 verovert ze de Gouden Palm voor The Piano. Met het scenario van die film wint ze ook een Oscar.
Regisseert Nicole Kidman in The Portrait of a Lady (1996) en Harvey Keitel en Kate Winslet in het gekraakte Holy Smoke (1998).
Andere toppers An Angel at My Table (1990), over outsider-schrijfster Janet Frame; Bright Star (2009), een biopic over dichter John Keats, en de tv-serie Top of the Lake (2013 en 2017) met Elisabeth Moss in de hoofdrol.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier