
‘Hard Truths’-regisseur Mike Leigh denkt niet aan stoppen: ‘Als je kunt creëren, moet je creëren’
Met Hard Truths doet Mike Leigh nog eens wat hij het beste kan: de rauwe realiteit van gewone mensen schetsen met humor en compassie. De Britse kitchen-sinkmaestro over drama op straat, stelen van kapitalisten en andere harde waarheden.
Wie Mike Leigh zegt, denkt meteen aan wrange humor, vlijmscherpe observaties en personages die even tragisch als aandoenlijk zijn. En op zijn 82e mag de Britse meester van de kitchen-sinkcinema dan iets minder goed te been zijn, als chroniqueur van de arbeidersklasse heeft hij nog niets aan punch ingeboet. Het bewijs heet Hard Truths, Leighs eerste film die zich in het hier en nu afspeelt sinds Another Year (2010). Na de historische omzwervingen van Mr. Turner (2014) en Peterloo (2018) keert de voormalige Gouden Palm- én Gouden Leeuwlaureaat terug naar zijn kenmerkende, subtiel ontregelende sociaal-realisme: het soort bitterzoete ballades waarin levens van gewone mensen niet plotmatig worden uitgestippeld, maar organisch groeien – desnoods ook scheef – in gesprekken, blikken en de scherpe randjes van alledaagse interacties.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het verhaal, dat Leigh zoals steeds uitwerkte in lange improvisatiesessies met zijn acteurs, draait om Pansy (een intense Marianne Jean-Baptiste), een verbitterde huisvrouw die zich heeft teruggetrokken in haar klinisch onderhouden huis waar zelfs haar timide man en volwassen zoon zich ongenode gasten voelen. Haar tegenpool is haar jongere zus Chantelle (Michele Austin), een ruimhartige kapster die wél troost vindt in de mensen om haar heen. De zussen delen een lange familiegeschiedenis, maar hun wegen en levensvisie liggen mijlenver uiteen. Terwijl Chantelle het leven volop omarmt, bijt Pansy zich vast in wrok en verwijten, tot een depressie dreigt. Voor haarzelf, maar ook voor wie dagelijks met haar driftbuien moet dealen.
Met meedogenloze precisie observeert Leigh – samen met generatiegenoot Ken Loach al jaren het sociale geweten van de Britse cinema – hoe hun werelden clashen, hoe voorstedelijke huizen zowel veilige nesten als verstikkende gevangenissen kunnen zijn, en hoe kleine gebaren – een lach, een afkeurende blik, een achteloos weggegooide bananenschil – de geladen dynamiek tussen familieleden blootleggen. Wie dacht dat Leigh op zijn gezegende leeftijd de camera aan de haak zou hangen na het (onterechte) floppen van Peterloo – zijn politiek gechargeerde kostuumepos over de gelijknamige arbeidersopstand uit 1819 – heeft het mis. En gelukkig maar.
‘Ik ga door zolang ik kan’, klinkt Leigh gedecideerd, al moest hij eind oktober vorig jaar wel noodgedwongen afscheid nemen van Dick Pope, zijn loyale cameraman met wie hij onvergetelijke uppercuts draaide als High Hopes (1988), Naked (1993), Secrets & Lies (1996), Vera Drake (2004) en nu dus ook Hard Truths. ‘Heeft leeftijd invloed op mijn films? Nee. Op mijn mobiliteit? Absoluut. Ik heb een spierziekte. Dat maakt sommige dingen moeilijker. Maar ik heb jonge mensen om me heen die me helpen.’
Hard Truths is je eerste film sinds de brexit en de coronacrisis, die ervoor zorgde dat de opnames meermaals moesten worden uitgesteld. Heeft dat impact gehad op je kijk op de dingen?
Mike Leigh: Ik heb tijdens het maken van deze film nooit specifiek gedacht: dit is post-brexit of post-pandemie. Mijn films gaan over mensen. En de problemen van mensen veranderen niet door een referendum of een virus. Dat er in de film af en toe iets actueels doorschemert – het overdreven schoonmaken bijvoorbeeld – lijkt me logisch, maar triviaal. De details van het dagelijks leven veranderen nu eenmaal. In mijn vorige films zag je nauwelijks mensen met mobiele telefoons. Nu zijn ze overal. Maar dat betekent niet dat de film over smartphones gaat. (grijnst)
Waar vind je je onderwerpen eigenlijk?
Leigh: Overal. Ik maak vaak lange wandelingen door Londen en kan geen straat doorlopen zonder potentiële films te zien. Ik ben geen regisseur die zoekt naar buitengewone plotwendingen of spectaculaire plottwists. Ik maak films over mensen. Over het leven zelf. Dat vind je overal.
Nu je over je wandelingen begint: hoewel ik niet eens zo vaak in Londen kom, heb ik je al twee keer op straat zien lopen, maar ik durfde je nooit aan te spreken.
Leigh: Twee keer? Spooky. Je bent toch geen stalker? (lacht) Wel, dit is Londen. Overal waar je kijkt, zie je mensen die in een van mijn films zouden kunnen zitten. Dat is hoe ik werk: ik observeer, luister, neem details in me op. Misschien speel je wel mee in een van mijn films, zonder dat je het wist.
Waar vond je Pansy, het chronisch zeurende maar toch aandoenlijke hoofdpersonage van Hard Truths? Was zij een samenraapsel van meerdere mensen die je ontmoette?
Leigh: Ja. We baseren onze personages altijd op echte mensen. Mijn hoofdactrice, Marianne Jean-Baptiste, die ook al meespeelde in Secrets & Lies en mee de muziek schreef voor Career Girls, heeft met minstens vijf mensen gesproken die model stonden voor Pansy. Maar ik heb haar er waarschijnlijk honderd gegeven om over na te denken.
Je twee vorige films – de schildersbiopic Mr. Turner en het post-napoleontische epos Peterloo – speelden zich af in de vroege negentiende eeuw. Waarom keer je nu terug naar een hedendaagse setting?
Leigh: Dat is een vraag zonder interessant antwoord. Mijn natuurlijke habitat is films over mensen. Of die nu in het heden of in het verleden leven, maakt niet uit. Mr. Turner en Peterloo waren fantastisch om te maken, maar ze vereisen een andere aanpak, veel voorbereiding, sets, kostuums. Nu was het tijd om terug te keren naar iets directers, iets rauwers. Maar daar zit geen groot strategisch plan achter. Zo slim ben ik niet. Ik had gewoon zin om weer een film te maken over het heden. Simpel. En het was ook praktisch: ik werk zonder script, zonder garantie op financiering, en hedendaagse films zijn goedkoper.
Zijn streamingdiensten dan geen optie als de traditionele filmfinanciering opdroogt? Veel van je collega’s doen het.
Leigh: (fel) Nee! Streamers willen controle over alles – ze willen weten waar het over gaat, wie erin meespeelt, hoe het zal eindigen. Mijn motto is: geen script, geen casting, bemoei je er niet mee. Dat maakt financiering natuurlijk lastig. Maar toch lukt het. Met veel geduld en nog meer frustratie.
‘Streamingdiensten willen controle over alles. Mijn motto is: geen script, geen casting, bemoei je er niet mee.’
Hard Truths draait rond een zwarte working-classfamilie. Was dat een bewuste keuze?
Leigh: Ik zie dat niet als een keuze, in de zin van een politiek statement. In mijn carrière heb ik films gemaakt over arbeiders, aristocraten, Ierse nationalisten, protestanten, Joodse families, Griekse migranten in Australië – ik ben altijd geïnteresseerd geweest in verschillende sociale lagen. Dit keer lag de focus op een zwarte Britse familie, net zoals in Secrets & Lies, maar het had evengoed een andere groep kunnen zijn. Het belangrijkste is dat de personages levensecht zijn en niet gereduceerd worden tot clichés.
In Amerika kunnen dergelijke dingen gevoelig liggen, zeker in deze woke tijden. Hoe werd de film daar ontvangen?
Leigh: Tot nu toe is er geen ophef geweest. We hebben de film vertoond op het New York Film Festival en daar werd hij gewoon bekeken als een Mike Leigh-film, niet als een ‘witte regisseur maakt film over zwarte familie’-situatie. Natuurlijk weet je nooit hoe het publiek elders reageert, maar als iemand problemen heeft met een 82-jarige witte regisseur die een film maakt over een zwarte familie, dan is dat hun probleem, niet het mijne.
‘Als iemand problemen heeft met een 82-jarige witte regisseur die een film maakt over een zwarte familie, dan is dat hun probleem, niet het mijne.’
Iets anders: je bent al jaren het boegbeeld van de sociaal-realistische cinema. Maar je hebt ooit ook commercials gemaakt. Je was jong en had het geld nodig?
Leigh: (lacht) Ja, in de jaren tachtig en negentig was dat. Ik heb onder andere reclame gemaakt voor cornflakes van Kellogg’s, ovenfriet van McCain en een wasmiddel waarvan ik de naam niet eens meer weet. Dat was puur voor het geld. Ken Loach zei ooit tegen me: ‘Neem het geld van de kapitalisten en voed je kinderen.’ En dat heb ik gedaan. Maar het was niks voor mij. Ik had nul artistieke vrijheid.
Nu je zelf over Loach begint: jij en Ken zijn inmiddels krasse tachtigers. Zie je opvolging voor jullie soort sociale cinema?
Leigh: Nee, en dat baart me zorgen. Toen ik en Ken begonnen, in de jaren zeventig, hadden we vrijheid. De BBC gaf ons een budget en bemoeide zich nergens mee. Dat bestaat niet meer. Natuurlijk zijn er nog regisseurs die zich bezighouden met sociale thema’s – Andrea Arnold, Clio Bernard – maar de manier waarop wij konden werken, die is verdwenen.
‘In de jaren zeventig hadden we vrijheid. De BBC gaf ons een budget en bemoeide zich nergens mee. Dat bestaat niet meer.’
En wat vind je van filmmakers als Quentin Tarantino, die recent nog de vrees uitte dat cinema binnen het huidige commerciële klimaat op sterven na dood is?
Leigh: Tarantino maakt goede films. Maar veel hedendaagse cinema is film over film, pastiche. Ik hou van cinema over mensen.
Je carrière omspant inmiddels zes decennia. Weet je nog wat je als kind richting film dreef?
Leigh: (knikt) Als kind tekende ik altijd. Karikaturen van familieleden, buren, leraren. Mijn vader, die dokter was, verbood het op een gegeven moment, hij was bang dat ik mensen zou beledigen. Maar ik kon niet stoppen. Ik observeerde mensen, hun houding, hun uitdrukkingen. Dat werd mijn manier om de wereld te begrijpen. Toen ik opgroeide in Salford, vlak bij Manchester, was film nooit iets wat vanzelfsprekend was. We hadden Hollywoodfilms en Britse films, meer niet. Pas toen ik in Londen studeerde, ontdekte ik de rest van de wereldcinema. Toen ik in 1960 als student arriveerde, nam iemand me in mijn eerste week mee naar een filmfestival. De eerste buitenlandse film die ik zag, was Het zevende zegel van Ingmar Bergman. Een ridder die schaakt met de dood? Ik was totaal omvergeblazen. Het voelde alsof er ineens een heel nieuw universum openging. Vanaf dat moment wist ik: dit is wat ik met mijn leven wil doen. Ik heb verder nooit nagedacht over waar die drang vandaan komt. Het is er gewoon. En als je kunt creëren, moet je creëren.
Ingmar Bergman zei ooit: ‘Theater is mijn loyale echtgenote. Cinema mijn opwindende minnares.’ Geldt dat ook voor jou, aangezien je in de jaren zestig in het toneel begon?
Leigh: Nee, ik laat zulke slimme aforismen liever over aan meneer Bergman. Met alle respect en waardering voor zijn werk, maar dat is waarschijnlijk het soort seksistische bullocks dat ik persoonlijk nooit zou zeggen. (grijnst)
Gelukkig hoort Bergman het niet. Je hebt in je carrière vaak met dezelfde mensen gewerkt: acteurs Marianne Jean-Baptiste, Lesley Manville, Timothy Spall, Sally Hawkins. Je vaste cameraman Dick Pope. Je huiscomponist Gary Yershon. Wat zijn de voordelen van zo’n vaste kliek?
Leigh: Het is een voortdurende, evoluerende relatie. Dick heeft al mijn films sinds – wat was het, Life Is Sweet in 1990 – geschoten. We hebben een taal, een verstandhouding. Het gaat niet alleen om ‘daar is de actie, richt de camera’, maar om de esthetiek van de film, de spirit, hoe het eruitziet, hoe het aanvoelt. En voor de camera? Met bepaalde acteurs werk ik inderdaad steeds opnieuw. De meeste in Hard Truths zijn wel nieuwkomers. Alleen Marianne en Michelle, en een paar mensen in kleine rollen, had ik al eens eerder gecast. Maar dat is eigenlijk een academische discussie. Zodra je in het proces zit, vergeet je die dingen.
Over het proces gesproken: je geeft je acteurs nooit een script en werkt al improviserend aan de dialogen. Was het leuk om al die scherpe discussies te schrijven?
Leigh: Heerlijk. (lacht) We hebben een geweldige tijd beleefd. Het is gas geven. Er volop voor gaan. Geef nog maar een espresso en ik schrijf er zo nog een paar.
Het koffieapparaat roept al. Dank voor dit gesprek.
Leigh: Met plezier. Nog een ding: als je me ooit nog eens op straat ziet lopen in Londen, spreek me dan gerust aan. Ik bijt niet. Of toch niet altijd. (lacht)
Hard Truths
Vanaf 26.03 in de bioscoop.
Getty
Mike Leigh
Geboren in 1943 in Salford, Noord-Engeland, als zoon van een huisarts. Groeit op in een Joodse familie.
Studeert aan de Royal Academy of Dramatic Art en de London Film School, waar hij zijn passie voor sociaal-realistische cinema ontdekt.
Begint in de jaren zestig als theaterschrijver en -regisseur.
Wint de Gouden Palm in Cannes met Secrets & Lies (1996) en de Gouden Leeuw van Venetië met Vera Drake (2004). Andere bekende films zijn Life Is Sweet (1990), Naked (1993), Another Year (2010) en Mr. Turner (2014).
Staat bekend om zijn intensieve improvisatietechnieken en zijn scherpe observaties, vaak gefocust op de Britse arbeidersklasse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier