Had u nog iets verwacht van Wim Wenders?
En plots, op zijn oude dag, heeft de maker van Paris, Texas en Buena Vista Social Club twéé prachtfilms tegelijk in de zalen. Eentje over een magnifieke kunstenaar, eentje over even magnifieke toiletten.
Wim Wenders voelt zich een dinosaurus, zo vertelde hij vorige maand op het Festival Lumière in Lyon, dat hem in navolging Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, Jane Fonda en Tim Burton een oeuvreprijs toekende.
Het gevoel is begrijpbaar. Een halve eeuw geleden was Ernst Wilhelm Wenders samen Werner Herzog en Rainer Werner Fassbinder de motor van de neue Welle, de beweging die de Duitse cinema uit het slop trok. Zijn bekendste film, de met een Gouden Palm bekroonde, door muziek van Ry Cooder en de prachtige beelden van Robby Müller voortgestuwde roadmovie Paris, Texas (1984), wordt weldra veertig. Daarna waren er nog wel wapenfeiten zoals Der Himmel über Berlin (1987), Buena Vista Social Club (1999), de muziekdocumentaire die de wereld aan het chan-channen kreeg, of Pina (2011), dat je met 3D in legendarische dansvoorstellingen van Pina Bausch onderdompelde. Maar daarnaast knaagde ook meer dan één in vormexperimenten, pretentie en intellectualisme verzuipende film aan zijn reputatie.
Nooit eerder vertoond: in Tokio hebben de grootste en beste architecten, elk naar eigen smaak en inzichten, het ideale openbare toilet ontworpen.
Tot dit jaar.
In de bioscopen is het plots kiezen uit twee klappers van de ondertussen 78-jarige regisseur. De documentaire Anselm – Das Rauschen der Zeit confronteert je in ontzagwekkende 3D met de monumentale werken van Anselm Kiefer, de grote Duitse kunstenaar die gulzig en groots verwijst naar geschiedenis, mythologie, literatuur en de tragiek van het nazisme. Het drama Perfect Days is in zijn eenvoud dan weer een briljante ode aan een toiletreiniger uit Tokio die zweert bij routine en stralend propere wc’s en het geluk vindt in een goed boek, een cassette met muziek van Patti Smith, Lou Reed of Nina Simone of een analoge foto van een zonnestraal die wonderschoon door het bladerdak van een boom dringt.
Het is nooit te laat om je grote vorm terug te vinden.
Nooit gedacht dat er in openbare toiletten filmpoëzie te rapen viel.
Wim Wenders: Dat is omdat je nog nooit op een van de toiletten uit Perfect Days hebt gezeten.
Het zien er inderdaad juweeltjes uit. Hoe ben je daarbij uitgekomen?
Wenders: Ik had heimwee naar Japan. Ik heb het land zo vaak bezocht dat ik de tel kwijt ben geraakt maar nu was ik er in geen tien jaar geweest. En toen viel een uitnodiging uit Tokio in de bus. Of ik een kijkje wilde komen nemen. Geheel vrijblijvend. Als het me inspireerde voor een documentaire of fotoreeks, prima. Zoniet, ook goed. Het bleek over vijftien kleine architecturale meesterwerken te gaan. Nooit eerder vertoond: de grootste en beste architecten hadden, elk naar eigen smaak en inzichten, het volgens hen ideale openbare toilet ontworpen. Tempels van toiletten.
Een niet te weerstaan aanbod.
Wenders: Zo dacht ik er ook over. Tokio was zich na de pandemie aan het heroprichten. In mijn eigen stad Berlijn was die wederopstanding geen groot feest. In Rome en Parijs evenmin. De steden leken er slechter aan toe dan voor de pandemie. De parken lagen er triestig bij en de sociale cohesie ontbrak. Gemeenschapsgevoel, gedeelde sociale verantwoordelijkheid en de zorg voor publieke goederen leken de pandemie niet of amper overleefd te hebben. Niets daarvan in Tokio. Daar zag ik wel gemeenschapszin.
Die bewuste toiletten zijn ware tempels maar daar is het me niet om te doen. Het gaat me om het grote belang dat de Japanse samenleving aan gemeenschappelijk goed hecht. Japanners laten openbare toiletten verbazingwekkend netjes achter. Zelfs de daklozen. Ik kon het nauwelijks geloven. Hirayama, het ongewone, utopische en poëtische hoofdpersonage van Perfect Days, is de belichaming van dat idee.
Hirayama luistert naar Perfect Day van Lou Reed, een bekend maar vaak misbegrepen nummer met een grote tristesse. Is hij wel zo gelukkig als je laat uitschijnen? Is hij bijvoorbeeld niet eenzaam?
Wenders: Er zit zeker een bepaalde droefheid en eenzaamheid in Hirayama. Maar eenzaamheid bestaat in soorten: er is de wanhopige en er is de vervulde eenzaamheid. Hirayama woont alleen maar hij is niet alleen. Hij heeft voeling met de dingen. Hij ziet en voelt veel en geniet van de kleine dingen. Hij heeft geen hoogtechnologisch geluidssysteem nodig om van zijn muziek te genieten. Cassettes zijn goed genoeg. Hij heeft geen eerste editie van een boek nodig, hij is blij met de paperbacks die hij voor een dollar op de kop tikt. Op zijn vrije dag koopt hij één boek en dat volstaat voor een hele week. Hij heeft er geen drie nodig. Hij heeft genoeg aan zijn oude Olympuscamera uit de late jaren negentig die hij blindelings kan herladen. Elke week koopt hij één nieuw filmrolletje. Hij heeft wat hij nodig heeft en niets meer. In een samenleving waarin we allemaal van alles zo veel hebben dat we niet meer weten wat we nog willen, valt zo iemand op.
Hoe word je zo?
Wenders: Die vraag stelde mijn hoofdrolspeler Koji Yakusho ook. In Japan staan zakenlui onder onmenselijke druk. Ze kloppen heel lange dagen, drinken te veel, zorgen niet voor hun gezin en hebben geen controle over hun leven – ik ken er een paar en het is pijnlijk om zien. Hirayama was ooit een van hen. Op een dag wordt hij wakker in het luizigste hotel en wil hij een einde aan zijn waardeloze leven maken. Maar dan verschijnen op de kamermuur de eerste zonnestralen van de dag. Ze zijn door het bladerdak van een lelijke boom gebroken. De reflectie van de bewegende takken is een wonderlijk spektakel. Japan heeft daar een woord voor: komorebi. Van pure ontroering en voor het eerst sinds lang huilt hij. Hij beslist een ander mens te worden: een man die met weinig gelukkig is en het kleine eert op het gevaar af zelf onzichtbaar te worden. De zakenlui in het toilet zien hem niet staan. Voor velen in de samenleving is hij onzichtbaar. In die zin lijkt hij een beetje op mijn engelen in Der Himmel über Berlin.
Hirayama poetst die toiletten alsof zijn leven ervan afhangt. Voor lastige hoekjes ontwerpt hij speciaal gerief. Wat een toewijding.
Wenders: Hij wil het perfect doen. Dan pas is hij gelukkig. Hij belichaamt de Japanse traditie om wat je doet perfect te doen. Het mag niet nog beter kunnen.
Voor elke ambachtsman is dat een prachtige uitdaging. Helaas sterven veel ambachten uit. Dat weet ik omdat mijn vrouw filmpjes maakt over de laatsten die nog een bepaald ambacht beoefenen. Een goeie vriend van me maakt vulpennen uit eeuwenoud hout. In Hamburg heeft hij een zeker cliënteel. Maar in Japan is hij onthaald als een cultheld. Japanners reizen nu naar Hamburg om zo’n vulpen te kunnen kopen. Het respect voor het ambacht en de productie van unieke voorwerpen blijft er enorm.
Het festival van Cannes riep Koji Yakusho eerder dit jaar uit tot beste acteur. Hoe overtuigde je een van de grote acteurs van Japan om een toiletreiniger te spelen?
Wenders: Ik wilde mijn eigen kijk niet opdringen. Ik wilde niet dat de film overkwam als de droom van een Europeaan. Ik heb het scenario samen met Takuma Takasaki geschreven. Ik ken zijn boeken en gedichten en beschouw hem inmiddels als mijn Japanse tweelingbroer. Ik dacht dat hij een grap maakte toen hij Koji Yakusho voorstelde. Het leek te mooi om waar te zijn. Hij is een van mijn favoriete nog levende acteurs. Ik heb Shall We Dance? (1996) wel drie keer bekeken om zijn dansbewegingen te bestuderen. Ik zag hem in Babel (2006) van Alejandro González Iñárritu, ik ken zijn rollen als samoerai of agent. Takuma bleek hem persoonlijk te kennen.
Heb je er zelf een verklaring voor dat net Perfect Days zo in de smaak valt, na een paar mindere ervaringen?
Wenders: Ik ben op mijn best als ik ergens in word gegooid. Ik geloof in spontane films met een duidelijk doel. Die zijn vaak beter dan producties met een scenario dat tien keer is herschreven op bevel van allerlei comités. Perfect Days is heel spontaan ontstaan. Ik kreeg volledig carte blanche. Takuma en ik schreven het scenario in drie weken tijd in Berlijn. We hebben er amper zestien dagen aan gefilmd. Nooit eerder in mijn leven draaide ik in zestien dagen een langspeelfilm. Maar het kon niet anders. Ik moest terug naar Europa om de montage van Anselm af te werken en Koji Yakusho hing de daaropvolgende vijf maanden vast aan een grote samoeraifilm. We werkten heel snel én erg goed.
Ik heb deze ervaring al eens gehad. Ik was nog nooit in mijn leven op Cuba geweest, filmde vanaf de eerste dag van mijn verblijf en daar is dan het bijzonder succesvolle Buena Vista Social Club uit voortgekomen. Ik werk graag binnen beperkingen. Ik vind het niet erg dat er weinig geld en weinig tijd is. Ik verkies dat zelfs. Geef me een fortuin en ik zou niet weten welke film ik zou moeten maken. Ik zou vriendelijk verzoeken om me 90 procent weer af te nemen.
Niet alleen Perfect Days is een schot in de roos. Anselm – Das Rauschen der Zeit is een indrukwekkende film over een indrukwekkende kunstenaar.
Wenders: Dankjewel. Die documentaire is dertig jaar in de maak geweest. Anselm Kiefer en ik raakten innig bevriend tijdens zijn tentoonstelling in de Berlijnse Neue Nationalgalerie in 1991. Bijna elke avond brachten we samen door. Hij had het geheime verlangen films te maken maar werd schilder. Ik wilde eigenlijk schilderen maar het werd filmregisseur. Met een handdruk bezegelden we het plan om samen een film te maken.
Maar de reacties van de Duitsers op zijn kunst choqueerden Anselm. In Amerika was hij uitgeroepen tot de grootste levende kunstenaar, in zijn vaderland vonden ze hem shit. Met ware verachting werden er gemene dingen over zijn werk geschreven. Een paar maanden na die tentoonstelling verliet hij het land en zagen elkaar maar af en toe meer. In 2019 belde hij me met de vraag om hem in Barjac (de Zuid-Franse plek waar Kiefer heen trok toen hij Duitsland verliet, nvdr.) op te zoeken. De eerst nacht daar heb ik hem gezegd: ‘Anselm, het is nu of nooit, niet?’ ‘Exact de reden waarom ik je heb gebeld’, antwoordde hij.
De 3D maakt van Anselm een bijzondere ervaring. Je bent al jaren een pleitbezorger van die techniek maar wordt niet gevolgd.
Wenders: 3D botst op betreurenswaardige vooroordelen. Mijn lievelingsbioscopen zijn boos op me geweest. Omdat ik zo enthousiast verkondigde dat 3D de toekomst van cinema was, investeerden ze in dure 3D-apparatuur. Mijn dansfilm Pina hebben ze lang op de affiche gehad. Maar vervolgens bleven interessante 3D-films uit. Na een paar mindere ervaringen haakte de kijker af. Toen ik voor een intieme speelfilm in 3D, Every Thing Will Be Fine (2015), acteurs zocht, zeiden sommige agenten: ‘3D is geen serieus medium, 3D is junk. Daar doet mijn cliënt niet aan mee.’ Echt zonde. Door de toevoeging van diepte zie je vier keer zo veel in 3D. Dat is een uitdaging want elke regiefout en elke fout van de acteur wordt zo opgeblazen. Maar voor Anselm is het ideaal dat je alles tot in het kleinste detail ziet. Je kunt zijn wereld pas waarderen als je erin wordt ondergedompeld. In een catalogus stelt zijn werk niets voor, maar als je ervoor of ertussen staat, schrik je van de grootte, de diepte, de allure. Zijn kunstlandschap in Barjac is waanzinnig (Kiefer turnde er een 35 hectare groot domein om tot een gesamtkunstwerk, nvdr.). Dankzij 3D kan ik ervoor zorgen dat je niet naar zijn wereld kijkt maar er middenin staat.
Perfect Days
Nu in de bioscoop.
Anselm – Das Rauschen der Zeit
Nog steeds in de bioscoop.
Wim Wenders
Geboren op 15 augustus 1945 in Düsseldorf.
Samen met Werner Herzog en Rainer Werner Fassbinder een boegbeeld van de neue Welle in de Duitse cinema.
Bekwaamt zich na Die Angst des Tormanns beim Elfmeter (1971) in roadmovies.
Wint met Paris, Texas (1984) de Gouden Palm.
Ontketent met Buena Vista Social Club (1999) een Cubaanse-muziekhype en vindt met Pina (2011) de dansfilm opnieuw uit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier