‘Grand Tour’-regisseur Miguel Gomes stond op het punt om te trouwen: ‘En toen las ik een boek’
Als er een bolletjestrui bestond voor cinefiele filmavonturiers, dan had Miguel Gomes daar al een hele collectie van. En opnieuw verrast de Portugese beeldenmagiër, deze keer met Grand Tour, waarmee hij in Cannes de beste regisseur van het festival werd.
Is het acute bindingsangst, koudwatervrees of medelijden met zijn aanstaande? Edward, ambtenaar van het Britse Rijk, kiest op de dag van zijn huwelijk het hazepad en laat het Birma van 1917, het huidige Myanmar, achter zich. Verloofde Molly ziet er de lol van in en zet de achtervolging in – een jarenlang avontuur dat haar niet voor het altaar brengt maar wel in Vietnam, de Filippijnen, Japan, China en Tibet. Het lijkt de basis van een romantische komedie maar het is de verhaallijn van een van de inventiefste arthousefilms van de afgelopen tijd: Grand Tour.
Het festival van Cannes was onder de indruk van de poëtische combinatie van moderne straatbeelden en nostalgische, in de studio gecreëerde zwart-wittableaus. Het riep Miguel Gomes uit tot beste regisseur. Dat bevestigt wat cinefielen al lang wisten: de Portugese beeldenmagiër, die in 2012 doorbrak met de koloniale koortsdroom Tabu, is een van de meest eigenzinnige stemmen in de Europese auteurscinema.
‘Ik kreeg het idee toen ik zelf op het punt stond om te trouwen’, zegt Gomes. ‘Dat blijft een grote en op een bepaalde manier ook enge beslissing. Tegelijk was ik in de ban van The Gentleman in the Parlour, een boek waarin W. Somerset Maugham uitgebreid verslag uitbrengt van zijn oosterse reizen. Hij beschrijft plaatsen, situaties, tempels, markten en dat soort klassieke dingen. Maar hij wijdt ook uit over de mensen die hij ontmoet. En zo gaat het plots twee pagina’s lang over een Brit in Birma die in paniek raakte toen zijn verloofde uit Londen overkwam om te trouwen en wegrende. Waarna zij de achtervolging in zette. Het klinkt als een flauwe grap over laffe mannen en koppige vrouwen. Maar het idee van een bruid die haar wereld achterlaat en een bruidegom die wegloopt voor de bruid, dat prikkelde mijn verbeelding. Meer verhaal heb ik niet nodig.’
Gomes trouwde zelf wel en draagt Grand Tour op aan zijn vrouw. Tekenend voor zijn eigenzinnigheid: de scenaristen mochten mee op een grote rondreis door Zuidoost-Azië, zijn acteurs bleven in Portugal. ‘In cinema zijn de twee uitersten van het spectrum: de documentaire en studiowerk of Hollywood. Lumière of Méliès. Robert Flaherty of Josef von Sternberg. Maar ik wil het allebei. Ik geef de kijker de kans om van het documentaire naar het gefantaseerde te reizen en weer terug.’
Moderne cinema besteedt te veel geld en moeite aan het overtuigen van de kijker dat die écht naar een historische reconstructie zit te kijken.
Tijdens een grand tour door Zuidoost-Azië filmde Gomes een archief bijeen van beelden en geluiden die hij kon verwerken in zijn film. Maar zijn acteurs filmde hij in de zelf uitgewerkte decors van een studio in Portugal. ‘We hebben alles in een studio opgenomen. We hebben daar onze eigen parallelwereld gecreëerd, een soort “vals” Azië van 1918. Moderne cinema besteedt te veel geld en moeite aan het overtuigen van de kijker dat die écht naar een historische reconstructie zit te kijken. Dat hoeft voor mij niet. In het eerste deel van de twintigste eeuw was het voor de kijker trouwens totaal géén probleem om te geloven in de wereld die de film hem voorschotelde, hoe onwerkelijk die er soms ook uitzag. Dat lijkt mij veel gezonder. Ik probeer een eigen ruimte te creëren waarin zowel de moderne wereld als de fictieve geschiedenissfeer samenkomen.’
Voor Gomes is een film niet zomaar een kunstwerk dat op zichzelf staat. ‘Een film ontstaat pas wanneer hij een reactie uitlokt bij de kijker. Een film komt pas écht tot leven wanneer andere mensen er vragen bij hebben.’ De kijker is dus vrij om zijn eigen interpretatie te geven, zonder dat Gomes zelf sturing wil geven. ‘Kijkers mogen de film bekijken zoals ze willen, ervan denken wat ze willen en ermee doen wat ze willen. Gelukkig moet ik me daar niet mee moeien.’
‘Het is een groot privilege om te werken in een land zonder fatsoenlijke filmindustrie.’
Zijn eerdere werk raakte ook al koloniale thema’s aan maar zonder daar politieke analyses of zedenlessen van te maken. ‘Ik heb een hekel aan films die in mijn oor schreeuwen. Vooral mainstream cinema durft verschrikkelijk autoritair op te dringen wat ik ergens van moet denken of hoe ik me daar bij moet voelen. Vreselijk.’
Gesteld op zijn creatieve vrijheid, prijst de regisseur zich gelukkig met zijn Portugese thuishaven. ‘Het is een groot privilege om te werken in een land zonder fatsoenlijke filmindustrie’, grijnst hij. ‘De Portugese filmmarkt is zo klein dat niemand verwacht dat een film geld opbrengt. Dus is er ook minder gezeik over de vraag of je film wel mainstream genoeg is. Er is minder druk om met sterren te werken, je moet minder compromissen sluiten. Ik weet niet of die situatie nu goed of slecht is voor Portugal. Maar ik vaar er wel bij, ik krijg de ruimte om te experimenteren.’
Grand Tour
Nu in de bioscoop.
Miguel Gomes
Geboren in 1972 in Lissabon.
Begon zijn carrière als filmcriticus, groeide uit tot een van de meest eigenzinnige stemmen in de Europese auteurscinema.
Brak door in het arthousecircuit met Tabu (2012) en bevestigde met het drieluik Arabian Nights (2015).
Geïnspireerd door de stille films van estheten Josef von Sternberg en FW Murnau.
Werd in 2024 door het festival van Cannes bekroond tot beste regisseur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier