Gilles Coulier wint Jo Röpcke Award: ‘Ik wil keihard werken aan een film die nóg beter is dan Cargo’
Met de Jo Röpcke Award bekroont dit blad een persoon die een bijzondere bijdrage leverde aan de Vlaamse film. Dit jaar geen tromgeroffel voor de winnaar maar het dof geloei van een scheepshoorn: Gilles Coulier dankt de overwinning aan zijn in zeemansverdriet gedrenkt debuut Cargo.
Met Cargo draaide Gilles Coulier, die eerder al de tv-reeks Bevergem regisseerde, de ruige maar niet ongevoelig vissersfilm die Oostende al veel langer verdiende. Drie broers, twee zeebonken van de bonkigste soort en Wim Willaert, verzuipen nog liever dan hun ongeluk te verwoorden. (Het karaktervolle, prachtig gefilmd drama draait nog altijd in de zalen dus wend uw steven als de bliksem naar de bioscoop.)
Spreken wij met een gelukkig man?
GILLES COULIER: Zéér gelukkig, ik ken dezelfde waarde aan de Jo Röpcke Award toe als aan een Oscar of een Gouden Palm. Het is maar wat je jezelf wijs maakt. (lacht) Serieus: ik beschouw mezelf nog altijd als een beginnend regisseur, dus ik ben zeer vereerd. Misschien is het zelfs een te grote eer.
Je volgt Fien Troch, Felix Van Groeningen, Gust Van den Berghe, Nicolas Provost, Nicolas Karakatsanis, Caroline Strubbe, Bas Devos, Robin Pront en Nico Leunen op. Naar wie kijk jij op? En je mag maar één naam noemen.
COULIER: Al die mensen drukken hun eigen stempel op de film, maar als ik er maar één mag kiezen, dan Fien Troch. Ik vind Home, haar laatste film, een van de beste Vlaamse films ooit.
Jouw Cargo is positief onthaald, maar zitten de zalen vol?
COULIER: We zijn tevreden met de cijfers. Het mag natuurlijk nog wat meer worden. Je kunt op drie manieren tevreden zijn over een film: je kunt blij zijn met de reacties van pers en publiek, je kunt blij zijn met het aantal selecties voor belangrijke festivals en je kunt blij zijn met de opkomst. Op elk van die vlakken boekt Cargo resultaat.
‘Ik ken dezelfde waarde aan de Jo Ru0026#xF6;pcke Award toe als aan een Oscar of een Gouden Palm. Het is maar wat je jezelf wijs maakt.’
De Volkskrant geeft vier sterren aan je ‘bitter verhaal over vis, vaderliefde en broederbanden’. Hoe doet Cargo het in het buitenland?
COULIER: Verrassend genoeg zijn de buitenlandse recensies nog beter, minder gematigd dan in Vlaanderen. De reacties in Nederland of op het filmfestival van San Sebastián deden me ronduit blozen. Ik zit graag in de zaal. Ik zie de mensen graag reageren op de grote en kleine dingen.
Wat nu? Een nieuw Bevergem of een nieuw Cargo?
COULIER: De komende weken schipper ik tussen internationale festivals en de montagecel. Ik ben De dag aan het afwerken, de Woestijnvis-reeks van Jonas Geirnaert en Julie Mahieu. Maar als het je geruststelt: ik wil keihard werken aan een film die nog beter is dan Cargo.
Ik krijg soms de vraag of de druk om te presteren niet te groot is maar ik vind dat net leuk. Ik geloof dat er nog groeimarge is: ik wil een film maken die wél door Cannes geselecteerd wordt, nog meer volk trekt en nog betere recensies krijgt.
‘Je kunt u003cemu003econtentu003c/emu003e zijn dat je zo dicht bij Cannes bent geweest maar ik heb toch serieus gevloekt, hoor.’
Hoe dicht zat Cargo tegen een selectie voor Cannes aan?
COULIER: Tien minuten voor de persconferentie waarop het programma bekendgemaakt zou worden, kreeg ik een telefoontje van Christian Lejeune, de rechterhand van festivaldirecteur Thierry Frémaux. Hij zei: ‘Gilles, panikeer niet, je bent er nu nog niet bij maar we moeten de selectie van Un Certain Regard nog aanvullen en je maakt kans.’ Ik heb dus een week extra op hete kolen gezeten.
Uiteindelijk gaven ze de voorkeur aan een Franse film. Ik hoorde toen aan zijn stem dat Lejeune daar niet gelukkig mee was. Je kunt content zijn dat je er zo dichtbij bent geweest maar ik heb toch serieus gevloekt, hoor. Dat was een serieuze schop tegen mijn ego, maar dat kan ik soms goed gebruiken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier