Gent Jazz: de Forrest Gump in Herbie Hancock
De doorstart van Gent Jazz na het faillissement werd een half mirakel, met sterke concerten en 40.000 bezoekers. Al had het slot voor ons anders gemogen.
Ook dag 10 van Gent Jazz 2.0 trok bijzonder veel volk naar De Bijloke. Dat had alles met afsluiter Herbie Hancock (** ½) te maken. De legendarische pianist is zoals de doos met chocolaatjes van Forrest Gump: ‘You never know what you’re gonna get.’
Anders gezegd: wanneer de pianist aan de vleugel gaat zitten, kan het de mooiste avond van je leven worden. Als hij zijn collectie synths en zijn Keytar meebrengt, hangt alles van de goden af.
Op De Bijloke bracht hij beide mee. U voelt onze innerlijke tweestrijd.
Lang verhaal kort: met Lionel Loueke (gitaar), Terence Blanchard (trompet), James Genus (bas) en Jaylen Petinaud (drums) had Hancock een monsterband rond zich, en de mannen kregen alle ruimte om zich te etaleren. Alles ging hoog en wijd, van de Overture via Wayne Shorters Footprints tot Actual Proof van Headhunters enzoverder, met een bionische Hancock die op zijn 83e nog in topvorm verkeert.
En toch. Toch hoopten wij op een goedgemikte blikseminslag op de stroomgenerator, opdat de stroom van synthkitsch (óók op de gitaar en de trompet) zou ophouden, al was het maar voor even.
Helaas.
Maar goed: een paar duizend mensen alsnog de avond van hun leven. Het is hun gegund.
Klassieker en tegelijk veel avontuurlijker was het concert van het Brussels Jazz Orchestra (BJO) met Aka Moon (*** ½). Het BJO viert zijn 30e verjaardag, het trio staat al een jaar verder, en de onderlinge banden zijn hecht. Dat mocht al eens gevierd worden, met een berg composities van Aka Moon gearrangeerd voor bigband.
Zoals presentatrice Lies Steppe het perfect verwoordde: ‘Zo romantisch hoorde je Aka Moon nog nooit, zo trance hoorde je het BJO nog nooit.’
Opener The Why and the How, speciaal voor de gelegenheid geschreven door Aka-frontman Fabrizio Cassol, had last van horror vacui. Aan bravoure geen gebrek, maar je zou het ook koude drukte kunnen noemen. Wél fascinerend was de rol van de jonge Portugese accordeonist Joao Barradas, die in dit segment zijn midi-instrument als een Fender Rhodes liet klinken.
Van dan af ging het alleen crescendo. Peace was een hommage aan gitarist compagnon de voyage Pierre Vandormael, Scofield bracht een vurige drum battle tussen Toni Vitacolonna en Stéphane Galland – de swinger en de technicus wisten elkaar uitstekend aan te vullen.
Het slotnummer Galileo Galilei uit de begindagen van Aka Moon bracht na al het hersenwerk de verhoopte ontspanning op het podium: je voelde het podium uitademen, de stress was weggeblazen. Je smachtte naar een vervolg, maar toen weerklonk de schoolbel. Dit concert had een extra halfuur verdiend.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier