Film Fest Gent-dagboek, dag 4: Geen subtiliteit? Geen probleem!
Tijdens de vierde dag bewees Film Fest Gent waarom horror wel degelijk een genre is om serieus te nemen, met als hoogtepunt de gehypete bodyhorrorfilm The Substance.
Lees alles wat je moet weten over Film Fest Gent 2024 in ons dossier.
Zombies, akelige tweelingen, gemutileerde en ontploffende lichamen,… De eerste vrijdag van Film Fest Gent was precies op maat van de horrorfanaten ingedeeld. Met andere woorden: dit was de dag waar ik persoonlijk het meest naar uitkeek.
We begonnen er relatief gemoedelijk aan met September Says, een verfilming van Daisy Johnsons roman Sisters. Deze vertelt het verhaal van September en July, twee zussen die ondanks gelijkenissen met de akelige tweeling uit The Shining tien maanden van elkaar geboren zijn. July wordt gepest op school, waardoor September zich heel beschermend opstelt. Nadat dit op school uitmondt in een incident, knijpt het duo er even tussenuit met hun moeder naar het huis van hun grootouders. Daar voelt September langzaam maar zeker haar grip op haar zus verliezen. Vroeger deden ze alles samen: ze beslisten om geen rood eten meer te nuttigen, als de ene zich sneed deed de andere mee… Maar langzaam maar zeker begint July een eigen identiteit te vormen, wat niet naar Septembers zin is.
September Says is geen volbloed horrorfilm, maar de hele speelduur lang schuilt er iets unheimlich in. Het verhaal is een mindfuck dat maar heel langzaam zijn kaarten laat zien. Op het einde vallen de puzzelstukjes echter in elkaar en begint zich een psychologisch diepgaand totaalplaatje te presenteren. Regisseuse Ariane Labed, die na acteerrollen in onder meer The Favourite voor het eerst achter de camera kruipt, laat zien dat ze kundig met sfeer en ongemak kan spelen.
Met de volgende film werd de sfeer in de bioscoopzaal nog een pak akeliger. Des Teufels Bad gaat over Agnes, een achttiende-eeuwse vrouw die in de Oostenrijkse bergen woont. Als bruidscadeau krijgt ze de afgesneden vinger van een vrouw die recent haar baby vermoordde, opdat het haar ook vruchtbaarder zou maken voor haar kersverse echtgenoot Wolf. Dat loopt echter niet zoals gepland. Wolf blijkt een koele minnaar te zijn. Tot overmaat van ramp wordt Agnes geterroriseerd door haar schoonmoeder. In dit geval is dat niet het begin van een flauwe grap, maar van een vrouw die gebukt gaat onder religieuze repressie en de daarbij aansluitende gendernormen. Langzaam maar zeker breekt ze onder de druk, wat in die tijd geïnterpreteerd wordt als de invloed van de duivel.
Ook Des Teufels Bad is een film die een heel lange aanloop neemt voordat hij echt losbarst. Als je tijdens de eerste helft een voorzichtige geeuw niet kan onderdrukken, is dat zelfs te vergeven. Gelukkig is de cinematografie beeldschoon, dus zelfs wanneer je je niet helemaal in Agnes kan inleven, zijn er nog de Oostenrijkse bergen. Achteraf gezien is die lange afloop ook noodzakelijk, want het maakt de tweede helft des te gruwelijker. Langzaam maar zeker word je de gruwel in gestort, en de laatste scènes zullen nog lang op je netvlies gebrand staan. Des Teufels Bad is folk horror in hetzelfde straatje als The VVitch, maar dan zonder bovennatuurlijk element en dus ook zonder uitweg voor het hoofdpersonage.
De vreemde eend van de dag was Nora Fingscheidts The Outrun. Geen horrorelementen in deze film, wel een gevoelige vertolking van Saoirse Ronan als Rona, een 29-jarige vrouw die terugkeert naar de Orkney-eilanden. Nadat ze op deze ietwat saaie plek opgroeide, belandde ze als jongvolwassene in Londen terecht. Daar deed ze wat ze thuis nooit kon doen: zich in het feestleven storten. Ze leerde er heel wat vrienden en een lief kennen, maar deed er ook een alcoholverslaving op die alles weer verwoestte. In de hoop nuchter te blijven, keert ze terug naar haar heimat.
De insteek van The Outrun is eentje die we al in ontelbaar veel films gezien hebben. Dan is het van kapitaal belang om de uitwerking goed te verzorgen. En daar slaagt Finscheidt behoorlijk goed in. Het hoofdpersonage van The Outrun is empatisch uitgewerkt, zonder haar lelijke kantjes te verbergen, waardoor je makkelijk met Rona kan meeleven. Je ziet haar fouten maken, maar je hoopt van harte dat het goed met haar komt. Niet de meest memorabele film van het festival, wel een aangename palate cleanser tussen de horror van de dag.
En die adempauze hadden sommige mensen ongetwijfeld kunnen gebruiken. Wanneer er verschillende mensen uit de zaal wegrennen, wil dat meestal zeggen dat ik de film geweldig vind. Dat was niet anders bij The Substance, sowieso al mijn meest geanticipeerde film van het festival. In deze film speelt Demi Moore de actrice Elisabeth Sparkle. Ooit was ze een van de meest begeerde sterren in Hollywood, maar door haar leeftijd is ze in de vergetelheid geraakt. Totdat Sparkle in aanraking komt met The Substance, een mysterieus medicijn dat door middel van celverdubbeling een jongere, betere, mooiere versie uit haar lichaam doet verschijnen. Het enige wat ze moeten doen is om de zeven dagen via bloedtransfusie van lichaam wisselen, en dan kan er niets fout lopen. Tot het onvermijdelijk toch fout loopt en Sparkle zichzelf vervangen ziet worden door haar jongere zelf. Wat daarna volgt, brengt de nodige rottende lichaamsdelen, etterende wonden en rode bloedspatten op witte badkamertegels met zich mee.
The Substance ziet er beeldschoon uit, met veel glossy maar artificiële interieurs en akelig lange, lege gangen die de holheid van Hollywood symboliseren. Binnen dit decor speelt zich een heerlijke bodyhorrorparabel af die nu al tot de wildste film van het festival gekroond mag worden. Niet dat de film alleen maar om wansmakelijke pret draait. Er zit ook een boodschap achter. The Substance bekritiseert hoe we vrouwen in de entertainmentindustrie behandelen alsof er een houdbaarheidsdatum op zit, waarna ze onherroepelijk vervangen moeten worden door een jongere, aantrekkelijkere garde. Subtiel kan je de uitwerking van die boodschap bezwaarlijk noemen. Maar zeg eens eerlijk: welke bodyhorrorfilm is er ooit beter geworden dankzij subtiliteit?
Bij de volgende film moet ik iets bekennen. Met schaamrood op de wangen moet ik bekennen dat ik (een zelfverklaarde horrorfan) de zombieklassieker Night of the Living Dead nog nooit had gezien. Gelukkig kreeg ik in het kader van het Videodroomluik in de Vooruit de kans om dat gat in mijn cultuur te vullen. En dan nog eens met een prima live soundtrack door de ambient artiest KMRU. Lees hier hoe dat was.
Ik sloot deze huiveringwekkende dag af met een geestige stijloefening. Met Presence waagde Steven Soderbergh – bekend van uiteenlopende films als Ocean’s Thirteen, Erin Brokovich en Sex, Lies and Videotape – zich aan een spookfilm. Weliswaar eentje met een twist: Presence is volledig vanuit het standpunt van de geest gefilmd. Via diens ogen volg je hoe een nieuw gezin intrekt in het huis waar hij spookt en ontdek je gaandeweg de reden waarom onze paranormale vriend er is blijven hangen.
Op zich is Presence een gimmick, maar ik zeg altijd dat er niets mis is met een goed uitgewerkte gimmick. Bovendien keert Soderbergh de klassieke dynamiek van de spookfilm om. Meestal zit je je als kijker af te vragen of je nu al dan niet iets gezien hebt. In Presence krijg je het benauwd wanneer je het gevoel krijgt dat ánderen jou zien. Dat bizarre gevoel is gelukkig genoeg om de korte speelduur van de film boeiend te houden, want hoe het eigenlijk verhaal in elkaar zit heb je al snel duur. Een leuk, onderhoudend experiment, zonder meer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier