Film Fest Gent-dagboek, dag 3: een hilarische stresstrip die ‘Uncut Gems’ kan evenaren
De mensen die dit jaar de Gouden Palm uitreikten hadden gelijk over Sean Bakers Anora.
Lees alles wat je moet weten over Film Fest Gent 2024 in ons dossier.
Nu is het filmfestival officieel van start gegaan. Er gaan niet langer alleen persvoorstellingen door, maar iedereen is welkom. Dat merkte ik deze ochtend meteen omdat ik aan de ingang van de Kinepolis niet begroet werd door een handvol collega’s en filmstudenten, maar me een baan moest wurmen door een hoop lagereschoolkinderen in fluojassen die een schoolvoorstelling kwamen bezoeken. Ook dat is een goede manier om me wakker te schudden tegen de eerste film van de dag.
Al had ik het niet zo heel erg gevonden als ik nog een beetje lag in te dommelen. De debuutfilm van de broers Ish en Monar Ait Hamou wekte in het beste geval gemengde gevoelens in me op. Nochtans zou BXL me op papier moeten boeien. Hoewel ik zelf niet in onze hoofdstad woon, kom ik er heel vaak en zou ik het mijn favoriete stad van ons land durven noemen. Daarnaast snijdt de film een hoop belangrijke thema’s aan, zoals racistische politieagenten, lege brooddozen, overleven als moslim na de aanslagen in Brussel en kinderen die geen onderwijs in hun moedertaal kunnen krijgen.
Het probleem is dat al deze onderwerpen precies via een soort checklist worden afgegaan, zonder echt in de diepte te gaan. De racistische quotes over Brussel waarmee de film opent – van Donald Trumps ‘hellhole’-quote tot Rousseaus opmerkingen dat hij zich in Molenbeek niet in België voelt – zetten meteen de toon qua subtiliteit. Bovendien is er, naast enkele mooie skylines van Brussel, weinig aandacht voor beeldige shots, waardoor het al snel als een maatschappelijk pamflet gaat aanvoelen in plaats van als een film. Voeg daar nog eens het meest melodramatische einde aan toe dat ik dit filmfestival al gezien heb, en je krijgt een behoorlijk suffe opener van de dag.
Daarna kreeg ik gelukkig een charmantere film voor de kiezen. In A Real Pain schittert Jesse Eisenberg – later dit festival te zien als Bigfoot in het maffe Sasquatch Sunset – zowel voor als achter de camera. Hij speelt David, een Joodse Amerikaan die nogal neurotisch in elkaar zit en zich niet altijd kiplekker voelt in sociale situaties. Zijn neef Benjamin zit helemaal anders in elkaar. Hij is impulsief, legt zijn hart op de tong en zorgt door zijn ongefilterde gedrag soms voor ongemakkelijke interacties. Samen ondernemen ze een reis naar Polen om hun Holocaustverleden te herdenken en om de oorspronkelijke woonst van hun recent overleden grootmoeder te bezoeken.
De echte pijn uit de titel verwijst uiteraard naar de gruwels die de twee neven gaan bezoeken, maar nog meer dan dat gaat het over de botsing tussen de twee verschillende karakters. Hoewel ze allebei zielsveel van elkaar houden, weet de gestructureerde David geen weg met zijn wat richtingloze neef. Benjamin betreurt dan weer dat David een veel killer, gevoellozer iemand is geworden dan vroeger. Eisenberg weet veel ongemakkelijke humor te vinden in hun botsingen, maar uiteindelijk maakt hij van A Real Pain een ontwapenend portret van hoe moeilijk en hoe mooi familiebanden kunnen zijn.
Dat ik fan was van Anora was minder verrassend. Danzij films als Red Rocket en Tangerine was ik sowieso al fan van Sean Bakers werk. Daarnaast was dit de film waarmee Baker dit jaar de Palme d’Or won op het filmfestival van Cannes, dus de verwachtingen lagen hoog. Gelukkig stelde Anora vanaf het begin niet teleur. De film begint als een typische Baker. Het titelpersonage is een erotische danser dat in haar club de rijkeluiszoon van een Russische miljardair kennen. Eerst begint ze er tegen betaling een relatie mee, later lijkt de vonk oprecht over te slaan en besluiten de twee tijdens een impulsieve nacht in Las Vegas te trouwen. Dit deel van de film baadt in melancholische neonlichten die zelfs een stripclub poëtisch doen ogen, en Baker weet het gevoel van wilde, naïeve verliefdheid mooi te schetsen.
Blijf echter niet te comfortabel in de zweem hangen. Op een bepaald moment slaat de boel onvermijdelijk om en verandert Anora van toon. Op een bepaald moment komt het weinig verrassende nieuws dat de ouders van Anora’s kersverse echtgenoot er niet mee gediend zijn dat hun zoon met een prostituee is gevlucht. Wanneer die op de vlucht slaat, gaan Anora en een stel Russische boeven samen op zoek om hem terug te vinden. Wat volgt is minder poëtisch, maar eerder een hilarische stresstrip die aan Uncut Gems deed denken. Een soort Uncut Gems met een zacht hartje weliswaar, want uiteindelijk krijg je vooral medelijden met het titelpersonage. Met gemak de beste film die ik dit festival al zag.
Misschien komt het doordat ik nog in de high van Anora zat, maar ik wist niet zo goed wat ik daarna met East of Noon moest aanvangen. Deze zwart-witfilm speelt zich af in een soort parallelle wereld waar bijna niemand de zee heeft gezien, waar verbeelding niet bestaat en waar de jeugd in opstand komt met zelfgemaakte instrumenten. Sommige losse scènes prikkelden de verbeelding, maar het geheel flitste twee uur voor mijn ogen als een allegorie waar ik de betekenis niet van begreep. Ik herinner me vooral veel scènes van mensen die sensueel over suikerklontjes wrijven.
Om die teleurstelling door te spoelen, trok ik naar de Vooruit voor een andere notoir moeilijk te begrijpen film. Het was immers de eerste avond van Videodroom, het Film Fest-luik van Kunstencentrum Viernulvier waarbij cultfilms live een nieuwe soundtrack krijgen dankzij allerhande muzikanten. Als opener stond Donnie Darko op het menu, met muziek van het saxofoonkwartet Bl!ndman. Hoe dat was, kan je hier lezen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier