Film Fest Gent-dagboek, dag 10: Hypervlaams en toch niet oubollig
De beste Vlaamse film van het festival, een briesende stier die seksisme aanklaagt en een documentaire over kettingzagen: dit was de tiende dag van Film Fest Gent.
Lees alles wat je moet weten over Film Fest Gent 2024 in ons dossier.
De tiende dag van het Gentse filmfestival bereikte ik een belangrijke mijlpaal, want Ik haalde de kaap van veertig bekeken films. Enthousiast veegde ik dus de slapers uit mijn ogen en sleurde ik mezelf opnieuw richting Kinepolis Gent.
Ik begon de dag met alweer mijn laatste Belgische film van het festival. En niet de minste: Waarom Wettelen is het regiedebuut van Dimitri ‘De Helaasheid der Dingen’ Verhulst. Het verhaal begint op de begrafenis van Christine, die een echtgenoot, twee dochters en een vervreemde pleegzoon achterlaat. Net voordat haar graf dicht wordt gesmeten, onderbreekt de notaris om te zeggen dat haar laatste wens was om te worden begraven in Wettelen. Nee, geen typfout. Christine had niets met Wetteren. Wat volgt is een absurde begrafenisstoet langs frikandellentrouwfeesten, failliete circussen en op z’n kop gedraaide familiedynamieken.
Wanneer een romanauteur een film regisseert levert dat zelden goede resultaten op. Literatuur en cinema spreken nu eenmaal een compleet andere taal. Om die reden lagen mijn verwachtingen voor Waarom Wettelen niet bijzonder hoog, maar Verhulst wist me te verrassen. Hij beheerst een droogkomische filmtaal die oprecht grappig is, en in de kern ook nog eens op verrassende manieren weet te raken. Bovendien doet hij in Waarom Wettelen iets compleet wonderbaarlijks. Hij toont het Vlaamse platteland en de daarbij horende cultuur in al hun glorie, zonder te vervallen in tristesse of oubolligheid. Meer absurdisme in ons vaderland!
Van het al dan niet bestaande Wettelen staken we de Franse grens over voor Animale. Hierin maken we kennis met Nejma, die als eerste vrouw in haar gemeenschap mee mag doen aan de gevaarlijke stierenrennen. Daarbij komt ze terecht in een wereld waar mannelijkheid in een van zijn dommere vormen de plak zwaait, waar roekeloos gedrag wordt aangemoedigd en waar vrouwen niet met het nodige respect worden behandeld.
Animale is een film met veel kwaliteiten. Het ruige platteland wordt adembenemend in beeld gebracht, er worden slimme parallellen getrokken tussen de uitbuiting van dieren en de mishandeling van vrouwen, en er zitten lichte doch goed uitgewerkte horrorelementen zijn. Daarnaast worden de briesende stieren indrukwekkend gefilmd, waardoor je je in je cinemazeteltje niet helemaal veilig voelt in hun buurt. Maar bovenal is Animale zelf een briesend beest dat zijn horens diep in de hals van het patriarchaat ramt.
In de volgende film leerde een jonge vrouw gelukkig op minder gruwelijke manier haar plaats in de wereld kennen. Hanami volgt drie momenten uit het leven van Nana, die opgroeit op een Kaapverdisch eiland. Als kind wordt ze plots verlaten door haar moeder, als kleuter zien we haar aan de voet van een vulkaan ronddwarrelen, en als kind tiener keert haar moeder plots terug. Ze ervaart de zee als een soort vijand, de grenzen van haar kleine bestaan waar haar moeder aan is kunnen ontsnappen. Maar gaandeweg neemt ze er vrede mee en leert ze op haar eigen manier van haar leven te houden.
Visueel zag Hanami er vaak beeldig uit. Zowel het vulkanische eiland als de uitgestrekte zee spraken tot de verbeelding. Misschien kwam het doordat ik last had van een middagdipje, maar inhoudelijk vond ik het moeilijker om met de film te connecteren. Hanami probeert een soort droomlogica na te streven, met scènes die eerder associatief in elkaar klikken en enkele magisch-realistische elementen. Op zich een aanpak waar ik van hou, maar doordat ik de interne strubbelingen van Nana nooit helemaal voelde, had de aanpak gemengde resultaten. Maar voor de mooie plaatjes in Hanami zeker het zien waard.
Om de dag af te sluiten pikte ik twee documentaires mee. De eerste kwam van Alexandre O. Philippe, die eerder al odes aan Alien en de connecties tussen David Lynch en The Wizard of Oz bracht. Deze keer stak hij de loftrompet af over The Texas Chainsaw Massacre, de horrorklassieker die dit jaar vijftig kaarsjes uitblaast. Daarvoor nodigde hij enkele superfans van de film uit, waaronder komiek Patton Oswalt, horrorauteur Stephen King en de Japanse cultregisseur Takashi Miike. Alle genodigden gaven hun eigen perspectief op de impact van Leatherface en zijn familie. Sommige uitspraken deden de wenkbrauwen een beetje fronsen, zoals King die de film vergelijkt met de nummers van The Beatles. Maar de meesten wierpen een frisse blik op de film en legden uit waarom hij een halve eeuw later nog steeds doet huiveren. Ik onthoud vooral Miikes uitleg hoe je een filmpubliek liefdevol moet martelen en regisseur Karyn Kusama’s analyse van de kannibalenfamilie als gruwelijke uitwas van het patriarchaat.
Over het patriarchaat gesproken: de tweede en laatste documentaire van de dag was The Teaches of Peaches. Hierin volgen we Peaches, de artieste die je kent van Fuck the Pain Away en andere nummers met minimalistische beats en scabreuze teksten. De documentaire vertrekt vanuit de tour die ze voorbereidt om de twintigste verjaardag van haar debuutalbum te vieren. Aanvankelijk vreesde ik dat het vooral een tourdagboek zou worden, maar gaandeweg werd er gelukkig teruggekeerd naar de begindagen van Peaches’s carrière, de manieren waarop ze van in het begin een feministisch icoon was, en de impact die ze had op de mainstreamcultuur die steeds meer haar richting op schuift. Een boeiende documentaire voor mensen die al fan zijn van Peaches, maar zeker ook voor onwetenden die haar werk nog moeten ontdekken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier