Film Fest Gent 2025, dag 8: Alle begrip voor de namiddagse snurker in de zaal

Beeld uit 'Resurrection'
Tobias Cobbaert

Kelly Reichardt pakte minimalisme juist aan in The Mastermind, terwijl de film Last Night I Conquered the City of Thebes er wat in doorschoot en eerder slaapverwekkend werd. Gelukkig was er nog Resurrection, Bi Gans maximalistische ode aan de filmkunst.

Op Film Fest Gent beginnen sommige dagen met tragische films over oorlog, andere gelukkig met luchtiger werk over een kunstoverval. In The Mastermind van Kelly Reichardt maken we kennis met James Mooney, een meubelmaker die zonder opdrachten zit. Tegen zijn familie houdt hij de schijn op dat de zaken gesmeerd lopen, maar in realiteit plant hij met een paar vrienden zijn eerste diefstal in een museum. Aangezien niemand in het complot echt ervaring heeft met misdaad, loopt het uiteraard allemaal niet als gepland, waarna we de omzwervingen van de voorvtvluchtige James volgen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

The Mastermind is een film met twee gezichten. De eerste helft is een soort Ocean’s Eleven gone wrong, met veel grappige momenten en een ontspannen sfeertje. De jazzy soundtrack, met drums die uit Birdman lijken te komen, geeft het allemaal de uitstraling van een leuk avontuurtje. Halverwege slaat de atmosfeer echter om, wanneer James op de vlucht slaat voor de politie. We zien hem onderdak zoeken bij vrienden, maar niemand wil hem te lang over de vloer hebben uit angst om zelf in de problemen te komen. Langzaam maar zeker begint er meer melancholie over de film te sluimeren. Het leven van een voortvluchtige blijkt helemaal niet romantisch te zijn, en het avontuurtje van James kent grote gevolgen. In de tweede helft is de minimalistische hand van Reichardt duidelijk te herkennen, en dit deel tilt de film naar een hoger niveau, maar nu ben ik er ook van overtuigd dat ze een luchtige crimefilm zou kunnen draaien.

Van minimalisme ging ik naar puur maximalisme. In Resurrection neemt de Chinese regisseur Bi Gan, die enkele jaren geleden indruk maakte met Long Day’s Journey Into Night, je mee naar een wereld waar de mensheid het eeuwige leven heeft gevonden. De truc is simpel: gewoon stoppen met dromen, want daarvan brand je op. Sommige mensen weigeren, en sterven liever dan nooit meer te dromen. Zij worden ‘fantasmers’ genoemd, en in Resurrection volgen we zo iemand doorheen vijf verschillende momenten in de 20e eeuw. Elk verhaal is anders gestileerd en vertelt het verhaal van mensen die allemaal op verschillende manieren ergens van dromen – om hun illusies al dan niet doorprikt te zien worden. Met Resurrection brengt Bi Gan een grootse ode aan het menselijke vermogen om te fantaseren, maar ook aan cinema, de kunstvorm die ons toelaat om een paar uur collectief te dromen in de bioscoop.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Films over film hebben vaak iets masturbatoir. Dat bewees Richard Linklater enkele dagen geleden op het filmfestival nog met zijn lauwe Godard-ode Nouvelle Vague. Bi Gan pakt het gelukkig een pak vitaler aan. Hij vertelt je niet hoe fantastisch film is, maar laat je het zelf ervaren door alles uit de kast te trekken wat het medium te bieden heeft. Van elegant gechoreografeerde long takes over prachtig vormgegeven decors tot kleuren die van het scherm spatten: Resurrection is op elk moment een streling voor het oor. Voeg daar het dromerige ritme en de poëtische sfeer aan toe, zonder dat de antwoorden je binnen gelepeld worden, en je hebt en film die je doet geloven hoe geweldig deze kunstvorm is.

Over dromers gesproken: de film Last Night I Conquered the City of Thebes begon met een bende fantasten. Een groep jonge mannen trekt naar de ruïnes van een Romeinse badplaats, waar ze doen alsof ze zelf ook ten strijde gaan trekken. In het warme water keuvelen ze over de dingen des levens. Langzaam beginnen verschillende tijdsperiodes in elkaar over te lopen, waardoor we ook daadwerkelijke Romeinen die zichzelf op de oorlog voorbereiden zien baden. Door de gesprekken van de verschillende periodes naast elkaar te zetten, krijgen we een beeld van universele problemen: het verlies van vrienden en het daarbij gepaarde verdriet.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Last Night I Conquered the City of Thebes behoort to een specifiek type indiefilms waar ik geen bepaald grote fan van ben. Ze bestaan uit ellenlange statische shots waarin personages op een nogal droge manier hun dialogen opvoeren. Waar er af en toe weet er wel eens een flard van de gesprekken me weet te raken omdat ze iets gevats opmerken, zit ik me het grootste deel van de tijd af te vragen waarom de filmmakers niet gewoon een boek of theaterstuk schrijven. Bij het begin werd de film aangekondigd als een ‘waaraan je jezelf moet overgeven’, maar ik had vooral begrip voor de man die zichzelf overgaf aan de slaap en om 15 uur lag te snurken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise