Op onze laatste dag van Film Fest Gent 2025 sloeg Luca Guadagnino de bal mis met After the Hunt, maar wisten Nuestra Tierra en Omaha wel te overtuigen. En met Têtes Brûlées keken we op de valreep toch nog naar een Belgische film.
Nog sneller dan ik ‘cut!’ kon roepen, was mijn laatste festivaldag alweer aangebroken. Ook aan de eindmeet stond nog een grote naam op me te wachten. Luca Guadagnino, die in 2024 nog een boerenjaar had met zowel Challengers als Queer, liet alweer zijn nieuwe film After the Hunt zien. Hierin vertolkt Julia Roberts de filosofieprofessor Alma Imhoff, die een hoge positie aan de universiteit van Yale bekleedt. Imhoff belandt tussen twee vuren wanneer haar favoriete student Maggie haar collega en goede vriend Hank van aanranding beschuldigt. Langs beide kanten wordt Imhoff om steun gevraagd, en in dat proces komen er ook trauma’s uit haar eigen verleden naar boven borrelen.
Stilistisch gezien was After the Hunt best verdienstelijk. Alles wordt op een kille manier in beeld gebracht, waardoor de psychologische thriller constant een ongemakkelijke ondertoon heeft. Op inhoudelijk vlak was ik er minder over te spreken. En dan heb ik het niet alleen over de nogal clichématige setting, met z’n academici die enkel naar jazz of klassiek luisteren en Foucault bespreken tijdens het avondeten. Het voelde alsof Guadagnino wat hete hangijzers gevraagd had aan een AI-programma dat enkel op artikels van Doorbraak was getraind. Non-binaire voornaamwoorden, genderneutrale toiletten, “woke” studenten en uiteraard het eindeloos saaie geratel over zogezegde cancelcultuur: allemaal passeren ze de revue. En buiten ze te benoemen heeft de film er verder weinig over te zeggen, dus ik kon even goed een krant kopen of twitter openen. Jammer, want onder alle ballast zat een betere film over Roberts’ psychologisch complexe personage verborgen.
Het was een dag vol laatste keren, zo ook mijn laatste documentaire van het festival. Voor Lucrecia Martel was Nuestra Tierra daarentegen een eerste keer, want doorgaans focust deze Argentijnse regisseur zich op fictie. In deze documentaire volgt Martel in haar thuisland het proces rond de moord op Javier Chocobar. In 2009 kwam deze leider van de inheemse Chuschagasta-gemeenschap om het leven tijdens een gewelddadig dispuut van het eigenaarschap van het land waarop de Chuschagasta leven. De moord werd op beeld vastgelegd, maar toch duurde het negen jaar vooraleer de zaak de rechtszaal haalde. Van daaruit zoomt Martel uit en onderzoekt ze hoe inheemse gemeenschappen onder kolonialisme hun land en identiteit verliezen, en hoe de staat zomaar weg kan komen met moord.
In het begin vond ik Nuestra Tierra een wat verwarrende documentaire. Ongetwijfeld lag dat aan mijn gebrek aan kennis rond de inheemse culturen van Argentinië en mijn vermoeidheid na elf dagen filmfestival, maar Martel doet ook weinig moeite om de kijker bij de hand te nemen. Naarmate de documentaire verder zijn gang liep, begon ik de puntjes echter te verbinden en voelde ik Martels woede rond de onrechtvaardige behandeling van de Chuschagasta. Voor de volhouders wordt het uiteindelijk een relevante documentaire die wat meer rechtvaardigheid in de wereld hoopt te helpen.
Met Omaha reisde ik terug naar het land van de fictie. In het begin van deze film zien we hoe een alleenstaande vader zijn kinderen van zes en negen wakker maakt om op onaangekondigde roadtrip te vertrekken. Wat hij er niet bij vermeldt, is dat ze nooit meer terugkeren. Hij is door de deurwaarder namelijk uit zijn huis gezet. Met een schamel autootje en een mager gevulde portefeuille voert hij zijn kroost naar de staat Nebraska. Over wat hij daar precies wil doen, rept hij met geen woord.
Wanneer je twaalf intensieve dagen rondloopt op een festival, wordt het voor de films in de laatste dagen steeds moeilijker om zichzelf te onderscheiden. Omaha had ook gemakkelijk een film kunnen worden dat ik al duizend keer gezien had, eentje waarin een tragische achtergrond wordt gebruikt om kleine momentjes van schoonheid te tonen. Denk aan The Florida Project. Op papier is Omaha exact zo’n verhaal, maar er schuilt een benauwde ondertoon in die doet vermoeden dat het verhaal hier niet sprookjesachtig zou kunnen aflopen, maar dat de harde realiteit van de armoede net rauw in beeld gebracht zal worden. Ondanks zijn late programmatie, zal Omaha dan ook (vooral door de manier waarop het eindigt) bijblijven.
Met mijn allerlaatste film van het festival kon ik nog iets rechtzetten. Ik was er namelijk in geslaagd om heel Film Fest Gent nog geen enkele Belgische film te zien. Met Têtes Brûlées van Maja-Ajmia Yde Zellama bracht ik hier op de valreep nog verandering in. We maken kennis met Eya, een twaalfjarig meisje dat opgroeit in de Marokkaanse gemeenschap in Brussel. Ze heeft een hechte vriendschap met haar oudere broer Younes, maar wanneer die omkomt in een tragisch ongeluk, wordt haar wereld op z’n kop gezet. In de rest van de film krijgen we haar rouwproces, en bij uitbreiding dat van de hele gemeenschap, van dichtbij te zien.
Doorgaans heb ik een voorkeur voor strak gestileerde films. De eerder naturalistische manier waarop Têtes Brûlées in beeld wordt gebracht, is dus niet per se mijn ding. Toch wist deze film me te raken, en vond ik de stilistische keuzes hier zelfs gepast. Têtes Brûlées is immers een film die het rouwproces op een verstilde manier probeert te vatten, zonder veel franjes. Tuurlijk zijn er shots van huilende mensen, maar de film gaat veel meer over het gevoel van ongeloof na een onverwacht verlies. Over de manier waarop zo’n tragedie je gevoelens kan afstompen. Tegelijk zoomt de film in op hoe verschillende mensen elk op hun eigen manier rouwen, en hoe een tragische gebeurtenis mensen dichter bij elkaar kan brengen. Niet per se een opbeurende afsluiter van mijn filmfestival, maar wel een mooie.
En daarmee viel voor mij het doek over Film Fest Gent 2025. Het zal vreemd voelen om vanaf vandaag niet meer m’n wekker te horen afgaan om meteen naar de cinema te trekken. Al is het voor mijn gezondheid wellicht beter dat ik weer wat meer daglicht ga zien.