En de Gouden Palm gaat in elk geval níét naar… Ruben Östlund
Met Triangle of Sadness won hij vorig jaar zijn tweede Gouden Palm, dit jaar mag Ruben Östlund als juryvoorzitter zijn eigen opvolger bekronen.
De Zweed is het jongste lid van de exclusieve club van tweevoudige Gouden Palm-winnaars – met onder meer Michael Haneke, Ken Loach, Francis Ford Coppola en de broers Dardenne. Meer nog, hij rijfde die prijzen binnen met zijn twee recentste film: vijf jaar voor zijn venijnige klassenstrijdsatire Triangle of Sadness won hij zijn eerste Gouden Palm met The Square, waarin hij de kunstmens als mensaap op de hak nam. Onderweg van Göteborg naar het festival van Cannes houdt Östlund in Brussel halt voor een (nu al uitverkochte) avond in Bozar en een retrospectieve in Cinematek.
Glamour hoort bij Cannes. Je kunt vinden dat jij níét volgens die spelregels moet spelen. Maar dan maak je het jezelf bijna onmogelijk.
Elke filmregisseur droomt van de Gouden Palm, jij won hem al twee keer: wat moet je daarvoor doen?
Ruben Östlund: Je zult altijd een beetje geluk nodig hebben. Een cruciaal gegeven is de samenstelling van de jury én hoe ze werkt en daar heb je geen vat op. Niet alleen heb je iemand nodig die bereid is om voor jouw film te vechten, hij of zij moet het ook nog eens sluw aanpakken.
Verder ben je naar mijn aanvoelen in het voordeel als je film een band heeft met wat er vandaag in de wereld leeft. Persoonlijk hecht ik ook veel belang aan de collectieve ervaring. Een goeie film bekijk je samen en smeekt om besproken te worden. Vergeet daarnaast niet dat het filmfestival van Cannes een kwaliteitsstempel is. Je werk kan maar beter van vakmanschap getuigen.
Een laatste puntje: zorg voor iemand die met jou over de rode loper wandelt, een acteur of iemand anders die de glamour voor zijn of haar rekening neemt. Dat kan belachelijk lijken maar glamour hoort bij Cannes.
Betreur je dat, dat het niet uitsluitend om de film zelf draait?
Östlund: Je kunt de idealist uithangen en vinden dat jij níét volgens de bestaande spelregels moet spelen. Maar dan maak je het jezelf bijna onmogelijk. Doe dat niet! Ik druk het mijn studenten op de filmschool elk jaar op het hart. Jarenlang worden hen ideeën ingeprent over goddelijke, creatieve genialiteit – voorzover ze die zelf al niet hadden. Maar het is een waanidee dat je kunt leven op je eenzame planeet die losstaat van de wereld, de tijdgeest en de wereldgebeurtenissen om vervolgens neder te dalen met een ‘puur’ meesterwerk. Zo werkt het niet. Het is wél belangrijk om zorgvuldig na te denken. Welke kunst en welke inhoud genereren aandacht? Wat wil je over de mensen en de wereld zeggen? Wat zijn je intenties?
Wat zijn jouw intenties?
Östlund: Ik ben op verschillende aspecten verzot. Ik film nog steeds met dezelfde nieuwsgierigheid en enthousiasme als toen ik als twintiger stuntende skiërs filmde. Pure vreugde is een motivatie. Maar inhoud is ook belangrijk voor mij. De drang om iets in beweging te zetten, om de mensen anders naar mens en maatschappij te laten kijken en tot debat aan te sporen. De docenten op de filmschool hamerden er destijds op dat films maken een politieke daad is, ook als je iets heel persoonlijks maakt. Velen hadden een sterke connectie met de jaren zestig, zowel met de politieke strijd als met de revolutionaire filmbewegingen zoals de nouvelle vague van Godard en Truffaut. Dat heeft me sterk beïnvloed. Mijn achtergrond speelt daar ook in mee. Mijn ouders waren allebei leerkrachten en behoorden tot die linkse jaren-zestigbeweging. Politieke discussies waren thuis de normaalste zaak.
Filmjury’s zijn een sociaal experiment op zich. Groepsdruk en rollenspel, twee van je stokpaardjes, spelen vast een grote rol. Ben je zinnens je inzichten in groepsdynamiek schaamteloos te misbruiken voor jouw favoriet?
Östlund: De sociale dynamiek in zo’n jury is inderdaad complex. Hoe je jouw favoriete film bij de anderen introduceert, is van groot belang. Je moet de anderen kunnen inschatten. Zitten ze op dezelfde lijn? Kun je ze meekrijgen? Het is een barslecht idee om jouw keuze op te dringen zonder rekening te houden met hun gevoelens, voorkeuren en ideeën.
Je doet Brussel aan voor je naar Cannes afzakt. Bozar noemt je op zijn website een controversiële regisseur.
Östlund: Ik zie mezelf niet langer als een controversiële filmregisseur. (lachje) In mijn jonge jaren begreep ik dat provocatie aandacht oplevert en dus kan helpen om je op de radar te zetten. Ik vind het niet gek dat jonge filmregisseurs op die manier een voet tussen de deur proberen te krijgen. Veel regisseurs naar wie ik als student opkeek en die ik nog steeds bewonder, durven de kijker met controversiële content tot reflectie te dwingen. Een juiste dosis provocatie kan een trigger zijn om na te denken.
Triangle of Sadness won vorig jaar de Gouden Palm, deed het goed aan de kassa en kreeg Oscarnominaties voor beste regie, beste film en beste scenario. En dat alles ondanks de minutenlange orgie van kots en andere lichaamssappen. Hoe verklaar je dat succes?
Östlund: Sinds Turist (uit 2014, waarin een familievader bij een lawine liever zijn eigen vel lijkt te willen redden dan zijn gezin, nvdr.) ben ik een nieuwe richting ingeslagen. In films als Play (2011) ging ik erg ver in de esthetiek en de vorm. Sommige vertoningen waren echt verschrikkelijk. Iemand knipte verveeld met zijn vingers, iemand weigerde naar het scherm te kijken. Ik heb mezelf nadien in vraag gesteld. Waarom zo’n filmtaal? Wilde ik poseren als een Belangrijke Filmregisseur?
Ik ben geïnspireerd door de Europese cinema van de jaren zestig, zeventig en tachtig, toen er ook voor auteursfilms nog een economische factor meespeelde. Dat is nu veel minder het geval. Zodra je voor een arthousefilm geld van de staat krijgt, zit je goed. Dan kan je economisch niets meer gebeuren. We zijn dus niet verplicht het publiek te bereiken. Ik vind dat een probleem.
Een probleem waar je naar handelt?
Östlund: De goeie band die de Amerikaanse cinema met het publiek heeft, is een inspiratie. Al blijf ik intellectueel trouw aan wat ik belangrijk vind en dat sluit eerder bij de Europese cinema aan. Sinds Turist organiseer ik testscreenings om de dynamiek tussen film en toeschouwer te zien. Ik kies ook bewust voor werelden die tot de verbeelding spreken: een skiresort in Turist, de kunstenwereld in The Square, de modewereld, een luxejacht en een onbewoond eiland in Triangle of Sadness.
Ik weet dat Youtube een grote bron van inspiratie voor je is. Kan ik uit je YouTubegeschiedenis afleiden waar je naartoe wilt met je volgende film?
Östlund: (lacht) Waarschijnlijk wel, maar je kunt het me ook gewoon vragen. Ik praat graag en veel over mijn volgende project, in dit geval The Entertainment System Is Down. Het helpt me om mijn gedachten te ordenen en het maakt het publiek nieuwsgierig. Het speelt zich af tijdens een langeafstandsvlucht. Kort na het opstijgen valt het entertainmentsysteem uit. Plots staat mensen die het gewoon zijn om zichzelf constant te entertainen uren en uren verveling te wachten. Ik heb me laten inspireren door een sociaalpsychologisch experiment waarbij de testpersonen in een lege kamer zes tot vijftien minuten helemaal niets mochten doen. Iedereen vond dat hoogst onaangenaam – sommigen vergeleken het zelfs met een marteling. De test werd vervolgens uitgebreid. Proefpersonen konden op een knop duwen die hen een pijnlijke maar niet schadelijke elektrische schok gaf. Twee derde van de mannen en een vierde van de vrouwen heeft die knop ingedrukt. Een man diende zichzelf zelfs 190 schokken toe om toch maar iets te voelen. Wat zegt dat over de mens? Hoe pijnlijk we het vinden om alleen gelaten te worden met onze gedachten? Ik ga het experiment waarschijnlijk ook zelf uitvoeren en filmen.
Maar eerst een Gouden Palm uitdelen.
Östlund: Ik ben al weg.
Ruben Östlund
8-23.05. De vertoning van zijn vroege film Involuntary (2008) in Bozar, die de regisseur zelf inleidt, is uitverkocht. De andere voorstellingen gaan door in Cinematek. cinematek.be
Ruben Östlund
Geboren op 13 april 1974 in de buurt van Göteborg.
Begint met het maken van freestyle-skifilms.
Langspeelfilms The Guitar Mongoloid (2004), Involuntary (2008), Play (2011), Turist (2014), The Square (2017) en Triangle of Sadness (2022).
Dit jaar juryvoorzitter in Cannes.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier