Cannes à la carte: 12 aanraders op het belangrijkste filmfestival ter wereld
Laat de champagne knallen en de schermen schitteren: le festival de Cannes is aan zijn 75e verjaardag toe. Onze chef cinema Dave Mestdach stipte alvast deze premières aan.
1. Elvis – Baz Luhrmann – buiten competitie
Elvis van John Carpenter, Heartbreak Hotel van Chris Columbus of Elvis & Nixon van Liza Johnson… Uiteraard zijn er eerder al (pseudo)biopics over de King of Rock ’n’ Roll gemaakt, maar nog geen met zo veel glamour, melodrama en extravaganza als deze van Baz Luhrmann, de Australische showman achter blitse spektakels als Romeo + Juliet, Moulin Rouge en The Great Gatsby. Hoe Elvis Presley zich opwerkt van arm, blank jongetje uit Memphis tot de ultieme rockgod en de heupschuddende incarnatie van de Amerikaanse droom terwijl tijden, zeden en smaken veranderen: Luhrmann overschouwt Elvis’ hele turbulente carrière met relatieve nieuwkomer Austin Butler, die zelf zijn stembanden smeert als Presley, en Tom Hanks met fat suit, stetson en vaag Hollands accent als Colonel Tom Parker, de manipulatieve manager die de knul die eruitzag als een engel maar zong als de duivel ontdekte als tiener en tot aan diens tragisch vroege dood in 1977 aan de leiband hield. Zet uw vetkuif omhoog voor een postmoderne jukebox aan hypergestileerd, me(ga)lomaan sentiment terwijl Elvis-hits door de speakers knallen, al dan niet danig bewerkt door hedendaagse artiesten als Doja Cat. That’s alright, mama!
2. Broker – Hirokazu Kore-eda – in competitie
Met prachtfilms als After Life, Nobody Knows en het met de Gouden Palm onderscheiden Shoplifters kroonde Hirokazu Kore-eda zich tot chroniqueur bij uitstek van het moderne Japan en zijn outcasts. Maar kan hij familiedynamieken ook in andere contreien met kalligrafische precisie vatten? In Frankrijk lukte dat maar matig met La vérité. Dit keer probeert Kore-eda het in Zuid-Korea, waar hij een benevolente beursmakelaar volgt die ouders heeft gevonden voor een baby die hij in een vondelingenschuif aantrof. Hij komt voor dilemma’s te staan wanneer de biologische moeder alsnog opduikt en de flikken hem op de hielen zitten. In de hoofdrol van de Koreaanse sterrencast herkent u Song Kang-ho, die eerder schitterde in Memories of Murder, The Host en Parasite. Verwacht een moderne parabel over de prijs van ouderschap en materialisme in de trant van L’enfant maar dan verpakt als een halve roadmovie en met een warmere en lichtere toets.
3. Showing Up – Kelly Reichardt – in competitie
De regisseuse van tot op het bot uitgebeende indiedrama’s die zich plots aan een komedie waagt, over een kunstenares met een knoert van een midlifecrisis? Een mens zou het voor minder spontaan op een lopen zetten. Behalve dan wanneer de regisseuse in kwestie de onvolprezen Kelly Reichardt is en de beeldhouwster die haar leven niet in model krijgt wordt geïncarneerd door haar fetisjactrice Michelle Williams. Voeg daar nog een bonte cast met André 3000, Judd Hirsch en Amanda Plummer aan toe, plus cameraman Christopher Blauvelt (die met Reichardt eerder parels als Meek’s Cutoff en First Cow schoot), en je krijgt nu al zin om naar de vernissage te gaan.
4. Triangle of Sadness – Ruben Östlund – in competitie
De westerse mens en zijn first-world problems in hun designhemdje zetten, bij voorkeur al grimlachend: de Zweedse sater Ruben Östlund maakt er al jaren zijn fort van, iets wat hem in 2017 de Gouden Palm opleverde met de wrange kunstkomedie The Square. Met opvolger Triangle of Sadness mag hij nu opnieuw de hoofdvogel proberen af te schieten. Daarvoor hijst hij twee supermodellen aan boord van een luxecruiseschip waar Woody Harrelson als kapitein aan het roer zit – toch als hij niet dronken is – en waar de steenrijke passagiers het personeel neerbuigend behandelen. Tot een storm opsteekt, het schip zinkt en de overlevenden op een onbewoond eiland stranden. Daar ondervinden de aangespoelde bobo’s al gauw dat het werkvolk waar ze op neerkeken wél een vis kan vangen en een hut bouwen, waardoor de sociale piramide volledig op haar kop wordt gezet. Verwacht een gepekelde zedenkomedie die ergens tussen Poseidon en Lord of the Flies dobbert, met clashende klassen, kotsende rijkaards, gitzwarte humor en scènes die bij momenten zo lang gerokken worden dat je er ongemakkelijk van wordt.
5. Tori et Lokita – Luc & Jean-Pierre Dardenne – in competitie
Door de ongeziene Vlaamse weelde dit jaar zou je het bijna vergeten, maar ook de Luikse broers Dardenne dingen mee naar de Gouden Palm. En dat voor de negende keer op rij (bovendien wónnen ze ook twee keer, met Rosetta en L’enfant). Dit keer volgen de Belgische meesters van het sociaalrealisme een kleine jongen en een adolescent meisje die alleen vanuit Afrika naar België zijn gereisd. Ze belanden in een opvangcentrum voor vluchtelingen, waar hen flink wat uitdagingen te wachten staan, maar hun vriendschap valt niet zomaar te kraken. De titelrollen worden vertolkt door nieuwkomers Pablo Schils en Joely Mbundu, bijrollen zijn er voor Tijmen Govaerts en Charlotte De Bruyne. Cameraman Benoît Dervaux mag de personages opnieuw dicht op de huid zitten, met lange, beweeglijke, recht uit het leven aan de rand gerukte shots.
6. Crimes of the Future – David Cronenberg – in competitie
Na het overlijden van zijn vrouw, in 2017, claimde David Cronenberg dat hij de camera voorgoed had ingeruild voor de pen, maar filmbloed kruipt waar het niet gaan kan, iets wat je in zijn geval soms letterlijk mag nemen. In zijn eerste film sinds Maps to the Stars (2014) knoopt hij weer aan met de bodyhorror van vroege films als Shivers, Rabid en Videodrome. Fetisjacteur Viggo Mortensen trekt de cape aan van een performancekunstenaar die zich live laat opereren door zijn muze Léa Seydoux in een kille, futuristische wereld waarin pijn een drug geworden is en mutante mensen plastic vreten. Voor deze comebackfilm – géén remake van zijn gelijknamige scifitrip uit 1970 – ruilde Cronenberg zijn heimat Canada in voor Griekenland. Verwacht echter géén zonovergoten fantasy maar een duistere en ontregelende toekomsttrip waarin lichaam en geest, bodyhorror en technofilosofie crashen op de omineuze tonen van huiscomponist Howard Shore, en waarin naast uit levende lijven gepulkte organen ook Kristen Stewart te detecteren valt. Welkom terug, Dave Deprave!
7. The Stars at Noon – Claire Denis – in competitie
Hoewel ze te boek staat als de matrone van de Europese auteurscinema is Claire Denis aan de Croisette nooit een habituee geweest, maar daar zijn haar films allicht te mysterieus, te fysiek en te weinig Frans voor. Haar tussen de lockdowns geschoten liefdesduet Avec amour et acharnement ging eerder dit jaar in première in Berlijn (ook op die release blijft het hier voorlopig wachten). In Cannes pakt Denis uit met deze romantische thriller naar de roman van Denis Johnson, over een Engelse zakenman en een Amerikaanse journaliste die een romance beleven in Nicaragua, maar wier liefde op de proef gesteld wordt wanneer daar in 1984 de burgeroorlog uitbreekt. De getroebleerde minnaars zijn Britse belofte Joe Alwyn, die Robert Pattinson verving, en Margaret Qualley, de dochter van Andie McDowell die u kent van de hitseries The Leftovers en Maid. Huiscomponist Stuart Staples en diens Tindersticks mogen voor sfeervolle muziek zorgen, Eric Gauthier brandde broeierige beelden bij deze vertelling over ‘de terreur van de liefde’. Benieuwd of Denis straks in Cannes de accolades krijgt die ze met prachtfilms als Beau travail, 35 Rhums en High Life allang verdiende.
8. Top Gun: Maverick – John Kosinski – buiten competitie
Met anderhalf jaar vertraging door de pandemie mag Tom Cruise eindelijk opnieuw zijn pilotenjas aantrekken om in een straaljager over de Croisette te scheren. De eerste reacties uit de VS op deze langverwachte sequel van eightiesknaller Top Gun, waar de film eenmalig werd vertoond op CinemaCon, doen alvast het beste verhopen: critici die erbij waren, hadden het over ‘de perfecte blockbuster’ en een actiefilm ‘die schittert op alle niveaus’. Zesendertig jaar na Tony Scotts origineel incarneert Cruise opnieuw testpiloot en adrenalinejunk Pete ‘Maverick’ Mitchell. Dit keer moet die tussen de wolken, de drones en de clashende ego’s een groep jonge rekruten klaarstomen voor een speciale missie. De regie is in handen van techneut John Kosinski, die zich met Tron: Legacy al eerder over jarentachtigerfgoed ontfermde, terwijl Christopher ‘Usual Suspects’ McQuarrie mee het scenario pende. Verder mogen Jennifer Connelly en Miles Teller hun vliegkunsten etaleren. Hans Zimmer en Lady Gaga zorgen voor een hitsoundtrack bij deze Jerry Bruckheimer-productie die dwars door de barrières van de box office moet scheuren.
9. Armageddon Time – James Gray – in competitie
Nadat hij de jungle en de sterren heeft verkend met The Lost City of Z en Ad Astra keert Amerikaans classicus en vast Cannesklant James Gray terug naar het intieme werk en naar het decor van zijn jeugd: het New Yorkse Queens van de jaren tachtig. Daarvoor baseerde hij zich op zijn herinneringen aan zijn vroegere kostschool, waar ook Donald Trump ooit alumnus was (en die naar verluidt als personage zelfs even door de film flitst). Centraal in dit semiautobiografische coming-of-agedrama staat een twaalfjarige knul die opgroeit in een warme, Joodse familie, maar na een akkefietje met zijn beste, Afro-Amerikaanse vriend naar een school gestuurd wordt waar alleen rijke blanke kinderen zitten. Cate Blanchett en Robert De Niro haakten in extremis af, maar wel in dit persoonlijk gekleurde verhaal over vriendschap, loyaliteit en klassen en rassen te zien zijn Anthony Hopkins en Anne Hathaway. Het in herfstkleuren gedoopte camerawerk wordt verzorgd door maestro Darius Khondji, die eerder ook Grays The Immigrant en The Lost City of Z inblikte. Zoals Morrissey in de eighties al zong: come Armageddon, come.
10. Tchaikovsky’s Wife – Kirill Serebrennikov – in competitie
Ook voor de invasie van Oekraïne werd Kirill Serebrennikov al het leven zuur gemaakt door Poetin en zijn acolieten, en dus besloot de Russische film- en theatermaker, die vanwege zijn franke teut al twee jaar huisarrest opgelegd kreeg, zijn vaderland begin dit jaar te verlaten. Voorlopig? Of definitief? In zijn koffer zit deze biopic over Pjotr Tsjaikovski, de beroemde componist van Het zwanenmeer, Jevgeni Onegin en ander tijdloos klassiek. Of beter: dit liefdesdrama over Tsjaikovski’s vrouw die gek wordt wanneer ze ontdekt dat haar man ‘vreemde voorkeuren’ – lees: homoseksuele affaires – heeft. De film speelt zich af in de late negentiende eeuw, met alle korsetten, moustaches en smachtende romantiek van dien. Maar verwacht van Serebrennikov, die met Leto hommage bracht aan de Russische rockdissidenten van de eighties en dit jaar nog de temperatuur van zijn oververhitte heimat opmat met Petrov’s Flu, een film die minstens evenveel over het nationalistisch en homofoob Rusland van vandaag gaat. Leg de vaseline klaar, Vladimir!
11. Decision to Leave – Park Chan-wook – in competitie
Wraak, verleiding, seks, suspense en desnoods een levend opgevreten inktvis: de Koreaanse genremeester achter Old Boy, Thirst en The Handmaiden heeft met die ingrediënten altijd al een heerlijk hitsig, maar steeds stijlvol gepresenteerd potje weten te brouwen, en zijn nieuwste belooft meer van dattum. In deze mysteriethriller in de Koreaanse bergen sluipt Park in de voetsporen van een flik die een zaak moet onderzoeken waarin een vrouw verdacht wordt van de moord op haar man, maar zoals dat gaat in elke film noir, zelfs al speelt die in de sneeuw, raken werk en privé algauw verstrengeld. Desnoods ook tussen de lakens. Femme fatale met dienst is de Chinese superster Tang Wei, die haar sensualiteit al van het doek liet spatten in Ang Lees Lust, Caution, terwijl detective Park Hae-il Koreaanse krakers als Memories of Murder en The Host op zijn strafblad heeft. Hitchcock loert vast stiekem mee, en u ook.
12. RMN – Cristian Mungiu – (in competitie)
Geen Cannes zonder een vertegenwoordiger van de Roemeense new wave in de hoofdcompetitie, en dus mag boegbeeld Cristian Mungiu nog eens een poging doen om de Gouden Palm te scoren, wat hem in 2007 al lukte met zijn beklemmende abortusdrama 4 Months, 3 Weeks and 2 Days. Dit keer volgt Mungiu, die ook met Beyond the Hills en Bacalaureat in Cannes in de prijzen viel, een man die naar zijn dorp in het hinterland van Transsylvanië terugkeert, maar daar vaststelt dat iedereen – zelfs zijn eigen gezin – onder de invloed van rare angsten en instincten lijkt sinds de lokale fabriek buitenlandse arbeiders inhuurt. Ondanks de setting en thrillerpremisse heeft RMN, mee geproduceerd door de broers Dardenne, allicht weinig te maken met graaf Dracula, maar wel met hoe migratie en globalisering hun vampiertanden in modale mensen zetten, en hoe de morele fundamenten van kasteel Europa aan een grondige check-up toe zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier