Erik Van Looy over The Loft: ‘Ik heb dit nooit als herhalingsoefening beschouwd’

© VIER

Het 41e Film Fest Gent gaat van start met de langverwachte Amerikaanse versie van ‘Loft’. Een gesprek met Erik Van Looy, regisseur van de designthriller.

Het 41e Film Fest Gent gaat van start met de langverwachte Amerikaanse versie van ‘Loft’, de whodunit die zes jaar geleden alle records verpulverde aan de Vlaamse bioscoopkassa’s en daar in een nieuw jasje opnieuw een gooi naar doet. Een gesprek met Erik Van Looy, regisseur van de kronkelende designthriller waarin iedereen wel iets te verbergen heeft.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een remake stelt je in staat je oorspronkelijke visie nog aan te scherpen. Alles ziet er in ‘The Loft’ dan ook visueel nog wat eleganter uit dan in de Vlaamse versie. Heb je, aangezien je ook betrokken was bij de Nederlandse remake, niet getwijfeld om deze Amerikaanse remake zelf te draaien, omdat het ergens ook een herhalingsoefening is. Of knaagt het gevoel dat het altijd nog wel beter kan?

ERIK VAN LOOY: Bij de Nederlandse remake was ik meer een soort co-producer en heb ik een paar dagen moeten invallen. Een beetje zoals ‘verkeersagent’ spelen. Ik had bij het maken van de Amerikaanse versie meteen het gevoel dat het wél zinvol was. Het scenario van Bart De Pauw verdient het om over de hele wereld gezien te worden. Hoe goed de Vlaamse versie ook was, door een film te maken met Amerikaanse acteurs en setting, kon het verhaal een veel breder publiek bereiken. En het is altijd beter als je zelf als regisseur aan het roer kan blijven staan. Ik vond het ook een goede keuze als mijn eerste Amerikaanse film. Bovendien ben ik niet de eerste die zijn eigen film twee keer maakt. Alfred Hitchcock heeft dat ook gedaan met ‘The Man Who Knew Too Much’, Michael Haneke met ‘Funny Games’ en Cecil B. DeMille met ‘The Ten Commandments’. Niet dat ik mezelf op dat niveau zie, maar het is wel fijn om in dat gezelschap te kunnen vertoeven (lacht).Vanaf het begin had ik voldoende goede redenen om ‘The Loft’ te maken. Ik heb dit ook nooit beschouwd als een herhalingsoefening. Er kwam evenveel denkwerk aan te pas en was het elke dag even hard werken.

‘The Loft’ refereert stijlkundig onder meer aan het werk van Brian De Palma en Michael Mann. De score van John Frizzell heeft op zijn beurt dan weer een hoog Bernard Hermann-gehalte. Zijn dat de grote voorbeelden, of zijn er nog andere namen die je inspireerden?

VAN LOOY: Tja, dat is geen toeval, maar het zijn eigenlijk vooral de 90’s-thrillers – ‘Indecent Proposal’, ‘Fatal Attraction’ – waar ‘The Loft’ schatplichtig aan is. Geen echte erotische thrillers, maar meer de sensuele, romantische thrillers over relatiestrubbelingen. Die waren vaak zeer goed en erg populair, het is te zeggen, daar was een groot publiek voor. Sindsdien zijn dat soort films verdwenen, wat ik spijtig vind. ‘Gone Girl’ van David Fincher is daar overigens een goed recent voorbeeld van.

De alomtegenwoordige Antwerpse director of photography Nicolas Karakatsanis kijkt blijkbaar met gemengde gevoelens terug op de prent. ‘Een film als The Loft zou ik nooit meer doen’ kopte De Morgen afgelopen weekend. Hoe heeft u persoonlijk de samenwerking ervaren?

VAN LOOY: Ik moet zeggen dat Nicolas zeer ongelukkig is met deze uitspraak die veel te fors was en ik wil dat hier graag nog eens benadrukken. Ik kreeg ’s ochtends om 7 uur al meteen een sms’je waarin hij zich uitgebreid excuseerde en schreef dat het ook allemaal niet zo bedoeld was. Wat natuurlijk niet nodig was, aangezien ik zelf ook wel weet hoe de samenwerking verlopen is. Het was zelfs een fantastisch avontuur, voor ons beiden was het de eerste Amerikaanse film. Het is net heel goed gegaan, de studio stond er van te kijken. Iemand waar iedereen bewondering voor heeft is bijvoorbeeld Roger Deakins, de fotografieleider van de Coen brothers-film ‘No Country for Old Men’ en ‘Skyfall’. Dat is nu wel een veteraan, maar Nicolas is evenzeer iemand die al die uiteenlopende stijlen aan kan. Zonder ‘The Loft’ was er geen ‘The Drop’, voor hem betekent de film de opzet voor z’n carrière in de VS. Zelf ben ik ook heel blij met het resultaat. Nicolas is een warme en toffe gast, waarmee ik een gezond, licht sarcastisch gevoel voor humor deel en zeker nog zal samenwerken.

Er deden in het verleden geruchten over een prestigieuze remake van uw policier ‘De Zaak Alzheimer’. In de persmap verklaart u dat er op een zeker ogenblik nagenoeg een deal rond was met Clint Eastwood (die zowel voor als achter de camera zou plaatsnemen), maar het project is dan toch afgesprongen. Zijn daar nog concrete plannen voor, of denk je na het bewogen parcours van ‘The Loft’ dat eerst wel, dan weer niet, en nu toch in de States zal uitkomen: ik heb m’n lesje in Hollywood wel geleerd?

VAN LOOY: We hadden eigenlijk toen moeten beslissen, als je het allemaal zelf kan sturen is dat het uitgelezen moment of de beste manier om het geheel te realiseren, maar daar is vanzelfsprekend veel tijd en energie voor nodig. Met de geplande remake van ‘Alzheimer’ zijn ze dan beginnen knoeien met het scenario. Dat is ook de reden waarom Eastwood uit het project stapte: hij was ontevreden over het script. “Let me give you a piece of advice”, vervolgde hij letterlijk: “Don’t change a thing”. Tja, en als hij het zegt, zal het wel waar zijn, maar het was ook effectief zo. Nu, ieder jaar wordt de optie op de rechten verlengd, het project is dus niet echt dood. Het duurt altijd lang vooraleer iets tot leven komt, maar anderzijds gaat er ook veel tijd voorbij eer iets helemaal is afgesloten. Je weet dus maar nooit. ‘The Loft’ was niet zo gemakkelijk op gebied van casting, aangezien je vijf mannen moest vinden – in tegenstelling tot een gewone actiefilm die veelal aan één ster genoeg heeft. We konden dus niet allemaal grote namen kiezen, want zo werd de film veel te duur. Voor het hoofdpersonage van ‘Alzheimer’ moest dat dus een bankable acteur zijn, je zou Kurt Russell, Robert De Niro, Morgan Freeman, Al Pacino of zo die rol kunnen laten spelen. Allemaal fantastische acteurs, maar hoe vreemd dat ook mag klinken, het zijn eigenlijk namen die ook niet langer een miljoenenpubliek naar de zalen kunnen brengen. Of George Clooney over 35 jaar – wie weet, die heeft al zoiets gelijkaardigs gedaan met ‘The American’, dat was geen bijster origineel scenario, maar Anton Corbijn is wel een talent. Een remake van ‘Alzheimer’ heeft dus nog potentieel, maar het is niet dat ik er iedere dag van wakker lig.

De Vlaamse film kent commercieel en kritisch gezien geen bijster goed jaar. Straks gaan tijdens het Film Fest Gent maar liefst tien verschillende films van eigen bodem in première. Denk je dat ‘The Loft’, een gedeeltelijk Belgische productie van Woestijnvis en Anonymous Content, kan zorgen voor een kentering – sterker nog: hoop je het overweldigende succes van het origineel nog eens over te kunnen doen?

VAN LOOY: Dat is onmogelijk en zelfs niet te evenaren. Het zou een beetje ridicuul zijn om er van uit te gaan dat je evenveel bezoekers zou kunnen lokken. Ik ben er wél van overtuigd dat er voldoende nieuwsgierigheid is naar een Amerikaanse versie. De mensen willen opnieuw in dat ritje stappen. Zoals ik vroeger in Walibi na zoveel tijd weer in die rollercoaster wou gaan, zo willen de toeschouwers nu zes jaar later weer die leuke avond beleven. Want dat was toen spannend, en ondertussen zijn de meeste toch vergeten hoe de vork nu weer juist aan de steel zat. Wat de Vlaamse film betreft zijn er de laatste jaren veel interessante dingen gebeurd, goede genrefilms gemaakt, films die geprogrammeerd zijn op grote festivals. Daar pikken we internationaal ook wel de vruchten van.

Hoe sta je tegenover het buitenlandse succesverhaal van Michael R. Roskam (‘The Drop’)?

VAN LOOY: Ik ben blij met wat er gebeurt, ook achter de schermen. Je hebt Jo Willems (de cameraman van ‘Hunger Games’ 2 & 3), Matthias Schoenaerts, ‘Triple Nine’ van John Hillcoat met Karakatsanis als cameraman,… Het voelt alsof er een soort Vlaamse wave door Hollywood waait met al die mensen die er nu actief zijn. Ik zeg niet dat we Hollywood aan het veroveren zijn maar zonder dat ze het daar goed en wel beseffen zijn we toch wel een paar schepen voor de kust van Los Angeles aan het zetten (lacht). Je kan het een beetje vergelijken met Paul Verhoeven ten tijde van ‘Robocop’, die cameraman Jan De Bont en Rutger Hauer in zijn kielzog meenam. Met dat verschil dat je toen naar ginds moest verhuizen, terwijl het nu perfect mogelijk is om in België te blijven wonen. Hollywood ligt nu veel dichterbij. Toen ik als jongen van dertien of veertien in de klas vertelde dat ik naar mijn grootouders in Amerika was gereisd, viel de helft van de leerlingen in zwijm. Voor hen was dat een onbereikbare bestemming, je kon daar een brief naar toe sturen die via de boot moest, en waar je in het beste geval dan drie weken later een antwoord op kreeg. Het internet zorgt ervoor dat iedereen nu ‘naast elkaar’ woont. Het is prettig om deel uit te mogen maken van dat momentum.

Kan je al een tipje van de sluier opheffen over ‘De Premier’, je volgende film die ten vroegste in 2016 verschijnt?

VAN LOOY: Veel kan ik daar nog niet over zeggen. Het gaat over een fictieve federale premier die wordt ontvoerd door terroristen – vanaf dan wordt het een beetje ‘Bourne Identity’-achtig. Koen De Bouw speelt de hoofdrol. De eerste keer dat we gezamenlijk drie weken vrij hebben is pas in 2016, dus we draaien ook dan (van januari tot maart). Maar ik ga de film wel vrij snel uitbrengen, dat hoop ik al te doen in oktober van datzelfde jaar. Maar het wordt geen goedkope film en er moet ook nog geld gevonden worden.

Welke projecten hoop je verder nog te realiseren?

VAN LOOY: Goh, vijf à zes jaar is voor mij eigenlijk voldoende op voorhand. Tussendoor heb ik nog een hobby die ‘De Slimste Mens’ heet. ‘De Premier’ is dus voor mij ver genoeg. Droomprojecten? Ik ben iemand die graag meerdere dingen kan. De kans dat ze mij bij de voetbal een contract aanbieden, is nu wel verkeken (lacht), maar op mijn leeftijd kan ik misschien nog acteur worden. Ik doe even mee in ‘Safety First’ en ben er ten minste niet uitgeknipt. Kevin Costner kreeg in het begin van z’n carrière een vrij grote rol aangeboden in ‘The Big Chill’, maar zijn scènes sneuvelden op de montagetafel. “Eat that, Kevin!”, maar kijk, zelfs met hem is het nog goed gekomen (lacht).

Dieter Vanden Bossche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content