In ‘La Bête’ vraagt Bertrand Bonello wat er gebeurt als we nóg banger worden voor de liefde

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

La belle Léa Seydoux krijgt met AI, een overstroming én een incel af te rekenen in La bête. Bertrand Bonello over zijn deugddoend bizarre scifiromance over liefde over de tijdsgrenzen heen.

Niet alleen passie is van alle tijden, maar ook de angst voor een nakende ramp. Of dat blijkt toch uit ­Bertrand Bonello’s even bizarre als boude science­fictiontrip La bête. Daarvoor baseerde de Franse filmauteur zich op Henry James’ novelle The Beast in the Jungle (1903), over een man die niet ja durft te zeggen tegen de liefde uit angst dat die zijn ondergang inluidt. Maar verwacht van Bonello geen ­klassiek kostuumdrama vol Britse sense en sensibilities, zoals hij ook géén ­gewone film over een negentiende-eeuws ­bordeel (L’Apollonide), de haute ­couture (Saint Laurent) en de porno-industrie (Le pornographe) afleverde.

Wat Bonello met La bête serveert, heeft meer gemeen met de dystopische fantasieën van J.G. Ballard en Philip K. Dick dan met James. Je krijgt een puzzelverhaal – deels romance, deels doemvisioen – dat zich afspeelt op drie verschillende tijdniveaus: Parijs ­anno 1910, LA anno 2014 en ergens in de toekomst anno 2044. Telkens wordt dezelfde vrouw (vertolkt door Léa ­Seydoux, lumineus als altijd) het hof gemaakt door dezelfde man (George MacKay, de jonge Brit uit 1917). Onheil blijkt telkens nooit veraf. Dat kan een overstroming zijn, in het Parijs van de belle époque. Dat kan een ­incel zijn (een ­‘involuntarily ­celibate’, een man die al een tijd geen seks meer ­gehad heeft, met alle frustratie en miso­gynie van dien), in de Hollywood Hills van ­enkele jaren geleden. Of een ­operatie om je DNA te veranderen in een emotie­loze wereld die door ­artificiële ­intelligentie wordt gerund, zoals in tijdsniveau drie. Gaat het nog een ­beetje, beste ­Bertrand?


‘Hoezo? Dit is de simpelste film die ik ooit heb gemaakt’, grijnst de Franse filmer, die er altijd een kinky genoegen in heeft geschept om in het DNA van genres te pulken. ‘Er is niks raars of moeilijks aan. In het echte leven zijn we toch ook niet altijd met slechts één ding bezig?’

Hoe ben je hieraan begonnen?

Bertrand Bonello: Ik las het boek van Henry James, dat ik een van de meest melancholische liefdes­geschiedenissen vind. En ik wilde een melodrama met een vrouw als hoofd­personage ­maken. Dat waren de ­eerste ­dingen die in mijn notitie­boekje stonden. Zo ­beginnen al mijn films, met ­gedachten, met ­verlangens. Ik bedacht me dat de angst voor de ­liefde, voor dat tijdloze beest, veel mensen kwelt in deze tijden waarin alles online staat en uitvergroot wordt. Zo kwam ik uit bij de YouTube filmpjes van Elliot Rodger (die in 2014 in ­Californië zes mensen ­vermoordde uit ­misogynie en daarna zelfmoord ­pleegde, nvdr.). In feite speelt George MacKay die gewoon na, want ze zijn zo akelig en bevlogen dat ik ze zelf nooit had ­kunnen verzinnen, zeker als je weet tot welke gruweldaden ze hebben ­geleid. Vervolgens probeerde ik me voor te stellen wat die angst voor emoties en het verlies ervan in de ­toekomst kan geven, nu artificiële intelligentie ons leven steeds meer inpalmt.

‘De vrees voor AI is niet nieuw maar het is wel merkwaardig hoe snel het na corona plots actueel werd.’

Tot in de filmindustrie toe, wat een van de aanleidingen was voor de maandenlange Hollywoodstaking van acteurs en scenaristen vorig jaar. Alsof je het voelde aankomen.

Bonello: De kern dateert van tijdens corona – AI en de vrees ervoor zijn niet nieuw – maar het is wel merk­waardig hoe actueel het daarna plots werd, door de lancering van ChatGPT en ­consorten, en door de Hollywood­staking, en hoe snel dat gebeurde. In enkele maanden werd het overal en continu voorpaginanieuws. Blijkbaar hing het in de lucht en was ik net iets eerder om het op te snuiven.

Wie het niet opsnoof, was het festival van Cannes, waar La bête naar verluidt werd geweigerd. Klopt dat?

Bonello: Dat klopt. Maar ik ben blij dat Venetië mijn film daarna heeft ­opgepikt. Misschien was ook dat voorbestemd. De timing leek alvast ­perfect. En de beste plek om een film in première te ­laten gaan, is waar hij écht ­gewild is, zeker als het een film is die nogal wat ­thema’s en toonaarden ­bestrijkt.

Met Léa Seydoux werkte je al in De la guerre (2008) en Saint Laurent (2014), maar hoe kwam je uit bij George MacKay? En sprak die überhaupt Frans?

Bonello: Geen woord. Maar hij heeft er hard op gestudeerd met een taalcoach. George ­debiteert zijn teksten niet. Hij ­acteert ze echt. Oorspronkelijk zou Gaspard Ulliel het mannelijke hoofdpersonage spelen – ik had hem ook altijd in ­gedachten – maar tragisch genoeg stierf hij vlak voor de opnames (in januari 2022, bij een ski-ongeval, nvdr.). We moesten in aller­ijl op zoek naar een vervanger, maar ik wilde niet dat die met Gaspard vergelijken zou worden, dus dacht ik: waarom geen Britse of Amerikaanse ­acteur? George was een van de laatsten die ik tijdens de casting in Londen zag, maar na twee minuten wist ik: hij is het.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een deel van La bête is Engels gesproken en in LA gedraaid. Ben je je aan het opmaken voor Hollywood?

Bonello: No way! (lacht) Zeker niet als je ziet hoe de Amerikaanse film­industrie is geëvolueerd. Ik kan de films maken die ik wil maken, en die vrijheid verkoop ik voor geen prijs. Dat wil niet zeggen dat ik niet van ­Amerikaanse cinema hou. Voor La bête heb ik Martin Scorsese’s kostuumfilm The Age of Innocence (1993) herbekeken én Fred Waltons When A Stranger Calls (1979), een van mijn favoriete slashers. Ik heb nu eenmaal een brede smaak. (grijnst)

La Bête

Vanaf 06.03 in de bioscoop.

Bertrand Bonello

Geboren 
op 11 september 1967 in Nice.

Genoot een klassieke muziekopleiding en werkte als sessiemuzikant onder meer met Françoise Hardy en Elliot Murphy

Schrijft ook de muziek en 
de scenario’s van zijn films.

Bekendste titels L’Apollonide: souvenirs de la maison close (2011), Saint Laurent (2014) en Nocturama (2016).

Typerend zijn de sterke visuele esthetiek en complexe karakterschetsen in zijn films, die provocatieve thema’s tackelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content