‘Een rare film? Laten we Margaret Qualley bellen’

© Yorgos Lanthimos
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

In Yorgos Lanthimos’ Kinds of Kindness laat Margaret Qualley nog maar eens zien waarom ze een van de meest avontuurlijke actrices van haar generatie is. ‘Ongemak hoeft niet altijd slecht te zijn.’

‘Ben je er klaar voor?’ vraagt Margaret Qualley wanneer ze zich breed glim­lachend neerzet in een suite van het ­Carlton Hotel op de Croisette te Cannes. Het enthousiasme spat van haar af, maar wie haar bezig zag in Quentin ­Tarantino’s sixtiesfabel Once Upon a Time in Hollywood, in Claire Denis’ zweterige spionage­thriller Stars at Noon of recent nog in Ethan Coens lesbische roadkomedie Drive-­Away Dolls, weet dat ze altíjd alles geeft. Vrank en vrij. Onbevreesd en onbevangen. En bij voorkeur op minstens een paar mijl van mainstream Hollywood verwijderd.

Dat is niet anders in Kinds of Kindness, haar tweede samenwerking met de ­gekke Griek Yorgos Lanthimos, en meteen de ­reden waarom ze vol goesting voor ons zit. De gelauwerde filmauteur loodste haar vorig jaar zijn absurdistische universum binnen met Poor Things, die Victoriaanse variant op Frankenstein die Emma Stone een Oscar opleverde als lieftallig monster van dienst. In zijn nieuwste film voert Lanthimos de nog altijd maar 29-jarige energiebom uit Montana op in drie aparte verhalen waarin telkens dezelfde acteurs verschillende rollen spelen, met naast Qualley ook Jesse Plemons, Emma ­Stone en Willem Dafoe, die er net als in Poor Things opnieuw bij zijn.


Verwacht – voor zover dat bij Lanthimos kan – een drieluik over de grillen van het lot, macht en manipulatie en de pijn van het zijn. Daarin zet Jesse ­Plemons – spilfiguur van de drie aparte kortfilms – afwisselend een bediende neer die ­volledig onder de knoet van zijn baas zit, een ­gehuwd lid van een bizarre sekte én een flik die vermoedt dat zijn terug­gevonden vrouw zijn echte vrouw niet is. Ook nu stanst de maker van Dogtooth, The ­Favourite en Poor Things alles klinisch precies in beeld en serveert hij zijn misantropische drieluik met de tong zo diep in de wang ­gedrukt dat de kaakchirurg alvast klaarstaat. Zonder verdovingsspuit evenwel.


Het zijn verhalen over de absurditeit van menselijke relaties met ­Qualley in verschillende gedaantes, én met ­enkele ­scènes – inclusief een hitsig ­ménage à quatre – waar de meeste jonge ­actrices gretig voor zouden passen. Zeker ­Amerikaanse. Maar niet Qualley – ­dochter van Hollywood-icoon Andie MacDowell, voor mocht u nooit de boekjes lezen. Van energie en overgave heeft ze dan ook ­altijd al haar kwaliteitslabels ­gemaakt, ook toen ze nog een ballet­carrière ­ambieerde of sprankelde als model voor ­Chanel en ­Valentino. Of opdraafde als de ­getroebleerde tiener Jill Garvey in The ­Leftovers, de scifi-serie waarmee ze zo’n ­zeven jaar geleden doorbrak als actrice.


‘Ik probeer altijd projecten te kiezen die me uitdagen en me uit mijn comfortzone halen’, aldus Qualley. ‘Het gaat me om ontdekken, bijleren, me ontwikkelen als actrice. En als mens.’

‘Samen met Emma Stone, Willem Dafoe en Jesse Plemons op de set staan, 
is een acteercursus op zich.’

Eerst was er Poor Things. Nu de gitzwarte, existentiële komedie Kinds of Kindness. Hoe voelt om geadopteerd te zijn door de Lanthimosfamilie?

Margaret Qualley: Wel, zoals dat met alle families gaat: het voelt behoorlijk fucked up. (lacht) Maar op een goede, ­bevrijdende manier. Als het een familie is, ben ik nog altijd maar een baby. Eén van de vele ­attracties van een Lanthimosfilm is de cast die Yorgos telkens weet te ­verzamelen. Zowat al mijn ­favoriete ­acteurs doen erin mee. Je leert zo on­gelofelijk veel bij door te zien hoe Emma Stone, Willem Dafoe en Jesse Plemons zich door hun job navigeren, zich voor­bereiden en met elkaar omgaan. Het is een acteercursus op zich.

Poor Things was een grote hit. Kinds of Kindness is veel minder hapklaar, omdat het een drieluik is én omdat de film een stuk grimmiger is. Wat was jouw eerste reactie toen je het script las?

Qualley: Ik wist op voorhand welke ­rollen ik zou spelen, dus kon ik het niet helpen om me eerst daarop te focussen. Hier moet ik dit doen. Daar moet ik dat zeggen. Het was gek: het was alsof ik het geheel niet kon zien en appreciëren. Tot ik op de première het uit­eindelijke resultaat zag. Deze film ­maken voelde aan als een vrije val. Als springen zonder parachute. Maar wetende dat Yorgos altijd klaar staat om je op te vangen en je veilig op je pootjes te doen landen.

En wat was je reactie toen je de film voor het eerst zag?

Qualley: (stilte) Wel, het is veel om te ­slikken. Dat is het minste wat je kunt ­zeggen. (lacht) Het is walgelijk. Triest. Grappig. Indrukwekkend. Het is zo’n film die iedereen anders zal lezen. ­Gelukkig ben ik geen criticus die alles in ogenschouw moet nemen. Dat is jouw taak. Weet je, ik kijk op een hoopvollere manier naar het leven dan Yorgos. Laat dat duidelijk zijn. De meest liefdevolle personages in de film zijn beesten, geen mensen. Maar dit is zijn visie op de dingen. Niet de mijne. Ik ben gewoon blij en dankbaar dat ik deel mag uitmaken van zijn visie, en ik heb er heel veel van opgestoken.

‘Ik kijk op een hoopvollere manier naar het leven dan Yorgos. Laat dat duidelijk zijn.’

Wat heb je zoal bijgeleerd?

Qualley: Er zit iets rauws in de film, hoe strak en fraai hij er ook uitziet. Ik voelde me daardoor heel erg kwetsbaar en blootgesteld tijdens de shoot. Net omdat ik niet op alles vat kreeg. In feite gaat de film over controle krijgen over je leven, en daar maar niet in slagen. Als acteur moet je voortdurend onder­handelen met jezelf en de ­regisseur om controle te krijgen op je rol, op de scène, maar deze film is inherent zo volatiel en grillig dat dat dit keer niet eens kon. Ik ben nooit naar huis gegaan met het gevoel: ‘I nailed it! Geef me nu maar die Oscar.’ (lacht) Ik heb de drie verhalen ook altijd als drie aparte films gezien, omdat ze narratief losstaan van elkaar, en omdat ik dacht: ik ben niet zo slim als actrice dat ik in alles meteen de connectie zie, maar als ik die niet zie dan zal ­Yorgos dat wel doen. Wat ik bij­geleerd heb, is dat gevoel van onzeker­heid te aan­vaarden. Ongemak hoeft niet altijd slecht te zijn. Het hoort bij het beroep, het hoort bij het leven. Het kan ook een sweet spot zijn.

Heb je daarom een voorkeur voor scherpe rollen met een kinky kantje? Ik denk aan Stars at Noon, een erotische thriller, aan Drive-Away Dolls, een lesbische farce, of aan The Substance, een heerlijk uitzinnige bodyhorrortrip van Coralie Fargeat die later dit jaar uitkomt.

Qualley: Ik ga niet actief op zoek naar scherpte. Dat is een misverstand. Ik ga ­actief op zoek naar uitdagingen, naar ­originaliteit, naar regisseurs die ik ­bewonder en die een specifieke visie op ­cinema en het leven hebben. En dan kom je auto­matisch uit bij rollen die iets ­scherper zijn dan andere. Eerlijk? Ik zou héél graag eens in een romcom spelen. Of geef me Titanic 2. Pleeeease! (lacht) Het ding is: je doet iets dat buiten de lijntjes kleurt en plots denkt elke Hollywoodproducent: dit is weird en wild. Let’s call Qualley. Ik zou heel graag eens iets gewoons doen. Girly stuff, weet je wel.

Waar kijk je zelf het meest naar? Licht entertainment of experimentele arthouse?

Qualley: Naar van alles. Ik ben een cinefiele veelvraat. Ik wil weten wat er leeft. Ik wil de filmgeschiedenis kennen. Ik volg de belangrijke auteurs. Ik ben ook in zo’n omgeving opgevoed, dankzij mijn moeder.

Over Andie MacDowell gesproken: wanneer wist je dat je in de voetsporen van je moeder wilde treden, met wie je twee jaar geleden te zien was in de miniserie Maid?

Qualley: Tarantino heeft me natuurlijk een enorme dienst bewezen door me te casten in Once Upon a Time in Hollywood. Dat heeft allerlei deuren voor me geopend. Claire Denis zag me in die film en wilde me meteen voor Stars at Noon. Ethan Coen was fan en castte me voor Drive-Away Dolls (normaal het eerste luik van wat een lesbische B-filmtrilogie moet ­worden, mee geschreven en geregisseerd door zijn echtgenote Tricia Cooke, nvdr.). Ik had ­tevoren al wel film- en tv-werk ­gedaan, maar Once Upon a Time in Hollywood was geen duwtje in de rug. Het was een ­agressieve por. Zo van: stop met rond de pot te ­draaien. Ga er gewoon volop voor.

‘Ik zou héél graag eens in een romcom spelen. Of geef me Titanic 2. Pleeeease!’

Dat impliceert een leven in de spotlights, met alle druk en gebrek aan privacy van dien.

Qualley: Voorlopig is het nog altijd een droom die uitkomt. Ik bedoel: je doet werk dat je graag doet en je mag er de ­rode loper van Cannes voor op. Waar je ­applaus krijgt en mensen wat je doet geweldig ­vinden. Dus stop met zeuren en geniet ervan, ook al hoort daar soms exces en ­exposure bij. Zeker bij een filmfestival. Hell, het ­excessieve is misschien wel datgene waar ik het meest van hou. (lacht) Wees ­gerust: ik ben me nog steeds bewust van het feit dat dit allemaal – dit hotel, dit festival, ­deze kleren – niet normaal is.

Je hebt met Amerikaanse regisseurs als Ethan Coen en Quentin Tarantino gewerkt, maar ook met Europese auteurs als Claire Denis en Yorgos Lanthimos. Merk je een verschil in hun werkwijze of visie?

Qualley: Kinds of Kindness en The Sub­stance zijn geregisseerd door ­Europeanen, maar spelen zich af in Amerika. ­Yorgos is Grieks. Coralie Fargeat is Frans. Het is duidelijk dat beiden een heel ­specifieke en heel verschillende kijk hebben op de Amerikaanse maatschappij. Het is ­interessant om te zien hoe outsiders ­bepaalde dingen soms raker kunnen ­observeren en benoemen. Zo is het ook in het leven. Je groeit ergens op, je bouwt een vriendenkring op, je zit in een ­bepaalde bubbel, maar je leert jezelf pas echt kennen wanneer je daarna naar de stad trekt, gaat studeren en ­nieuwe ­mensen ontmoet. Je begint beter te ­begrijpen waar je vandaan komt. Je ontdekt zaken waarvan je niet eens wist dat ze je zo hard definieerden. Een outsiderblik kan die dingen beter naar de oppervlakte brengen. Tuurlijk kan en mag een Amerikaan relevante dingen zeggen over Europese culturen, zoals een Europeaan dat kan en mag over Amerikaanse. Het is de voortdurende conversatie tussen de verschillende visies en culturen die het net boeiend en leerzaam maakt.

Kinds of Kindness

Nu in de bioscoop.

Margaret Qualley

Geboren op 23 oktober 1994 in Kalispell, Montana, Verenigde Staten. Is de dochter van actrice Andie MacDowell en voormalig model Paul Qualley.

Studeert ballet aan de North Carolina School of the Arts en vervolgt haar opleiding aan de American Ballet Theatre en de Royal Academy of Dramatic Art in Londen.

Werkt als model voor onder andere Chanel en Valentino.

Krijgt een boost als actrice dankzij haar rol als Jill Garvey in de HBO-serie The Leftovers en daarna dankzij haar bijrol als vranke hippiemeid in Quentin Tarantino’s Once Upon a Time in Hollywood.

Trouwde vorige zomer met muzikant en producer Jack Antonoff en werd vorig jaar nog bezongen door Lana Del Rey in het nummer Margaret.

Is later dit jaar te zien als de jongere, mutante versie van Demi Moore in The Substance van Coralie Fargeat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content